Over Simazin en Super-fruittelers J?R is een omvangrijke rechtspraak over de vol- gende vragen: 19 PRIJSBELEID r\E nieuwe minister van Economische Zaken, mr. Nelissen heeft aan de prijzenoverleg- commissle waarin consumenten, werkgevers en werknemers zitting hebben, meegedeeld dat het bestaande strakke prijsbeleid zal worden gehand haafd. Wel zal in de toekomst aan de ondernemers meer gelegenheid worden geboden om een zekere rente over het eigen vermogen te laten meetellen bij de prijsstelling. De uitspraak van de minister betekent in feite dat opnieuw een aantal onderne mers in grote moeilijkheden komt, terwijl de be windsman weet dat de economische resultaten in een aantal bedrijfstakken achter blijft. Dit blijkt met name uit de statistieken van het Econ. Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf. Het wordt voorts bevestigd door het jaarverslag van de Ned. Middenstandsbank over 1969. Ook de direc teur van de jaarbeurs, drs. Van der Kwast, heeft zijn waarschuwende stem laten horen. Tenslotte zijn de ondernemersorganisaties al tijden in de weer om een beter klimaat voor de ondernemers, die geen concerns beheren, te scheppen. Zij wijzen erop dat het werknemersaandeel in het nationaal inkomen blijft stijgen ten koste van dat der zelf standigen. Het voeren van een meer rechtvaardige inkomenspolitiek acht men een primaire voorwaar de voor de naaste toekomst. Niemand dan de minister van Econ. Zaken weet beter dat de midden- en kleinondernemers met hun calculaties steeds /veer in de verkeerde hoek wor den gedreven. Hij heeft dit voorheen in een andere functie bij herhaling betoogd. Hij weet dat veel on dernemers met de rug tegen de muur staan. De uitspraken van politiek sterk gekleurde figuren als ministers worden dan ook meer bepaald door de stoel, waarop zij zitten dan door hun kennis en in zicht. Politieke uitspraken kunnen fraai van inhoud zijn, maar zij miskennen dikwijls de relaliteit. PREMIEDRUK TERWIJL de kosten var. de sociale verzeke- 1 ringen in Nederland iedereen die zich ver antwoordelijk voelt benauwen, zien wij de deskun digen met een zeer traag tempo met voorstellen tot wijziging komen. In 1967 is een staatscommissie ingesteld, die studie heeft gemaakt van de proble men rond de stijgende premiedruk. Deze studie commissie heeft nu gerapporteerd dat de huisarts en de met hem verbonder kosten voor eigen reke ning zouden moeten komen, terwijl de ziekenhuis kosten naar een volksverzekering zouden moeten gaan. Het zou zeer wenselijk zijn indien de aanbeveling van deze commissie met spoed nader zou worden bekeken. Hetzelfde advies kwam trouwens ook al zes jaar geleden in de Raad voor Midden- en Klein bedrijf aan de orde, maar was niet realiseerbaar. Ook nu zal er nog heel wat moeten gebeuren voor dat de aan tradities gebonden sociale verzekering radicaal wordt aangepakt. Onder meer zal eerst gewacht worden op het advies van de staats commissie-Veldkamp, die met vereenvoudings- plannen zal komen aandragen. Na alle advisering zal vooral de politieke en daar naast de financieel-economische zijde van het vraagstuk de aandacht vragen. Intussen gaan de betalingen van al die premies maar door, worden de artsen steeds zwaarder belast en blijft de pre miedruk stijgen. Met namo in de sociale sector blij ven de vroegere verhoudingen maar gehandhaafd, alsof er een traditie moet worden opgebouwd. Juist in deze sector is uiterste rationalisatie geboden. Het is betreurenswaardig dat geen instantie en geen macht in dit land in staat schijnt een eenvoudig stelsel te ontvouwen dat de kosten doet dalen en de verantwoordelijkheden regelt! GEWAARSCHUWD EEUWENLANG praten, confereren en verga- L deren hebben een schat aan ervaring opge leverd om reële plannen en ideeën onder de tafel te werken. Daarom is het misschien nuttig te wij zen op de volgende raadgevingen, gepubliceerd door de Amerikaanse feerkrachtenorganisatie N.E.A.: a. Zeg dat we niet overijld moeten veranderen; dat voorkomt voorlopig de noodzakelijkheid van ook maar met die veranderingen te beginnen. b. Merk op dat het ene probleem niet los van het andere kan worden gezien. Dat betekent dat geen enkel probleem kan worden opgelost, voordat alle andere problemen opgelost zijn. c. Tracht van het eigenlijke orobleem af te bui gen door de aandacht te vestigen op de ver schillende manieren om het probleem te bestu deren. d. Wacht altijd tot een expert geraadpleegd Is. e. Laat u altijd uitvoerig inlichten over de bedoe ling. de achtergronden van een lastige vraag. INGEZONDEN j» - HIERBIJ willen we als fruitteler onze bewonde ring uitspreken voor de prestaties van de A.I.D., althans voor de voorbeeldige ijver die be paalde vertegenwoordigers van deze controlerende, inspecterende dienst aan de dag leggen! Ër wordt wel eens geringschattend gepraat over de werklust en activiteit van ambtenaren. Maar wie ziet met hoeveel inzet en overgave bedoelde personen hun heilzame arbeid verrichten, moet er kennen dat ze hun salaris en waardevast pensioen ten volle verdienen. Een gemakzuchtige ambtenaar zou namelijk bij inspectie van de fruitbedrijven volstaan met het nagaan of alle giftige bestrijdingsmiddelen goed achter slot en grendel zijn opgeborgen in de gif- kast! Zo simpel vatten onze Zeeuwse A.I.D. mannen hun taak echter niet op. Ze willen persé ook in de kast kijken of er soms niet-giftige stoffen als b.v. simazin in zitten. En dan wordt er speciaal gelet op de verpakking; het merk, de afkomst. JA, geachte lezers, U kunt het misschien niet geloven, maar er doen geruchten de ronde dat er onder de fruittelers boosdoeners zijn, die probe ren hun kosten te verlagen door goedkope simazin uit Frankrijk te betrekken! Dat mag natuurlijk niet. Stel je voor! Dat lijkt nergens op! Zeer terecht doet de A.I.D. moeite om dergelijke kwade praktijken de kop in te drukken. Tegen zulke fruittelers moet worden opgetreden. Streng en onverbiddelijk. Daar zal ongetwijfeld elke bona-fide teler het mee eens zijn. Ter verontschuldiging wordt wel aangevoerd dat het precies dezelfde simazin is als spul dat in Nederlandse verpakking door een Nederlandse fir ma tegen een twee maal zo hoge prijs aan de man wordt gebracht. Maar dat is geen excuus. Het gaat niet om de inhoud. Het gaat om de verpakking. Daarom is het goed dat de A.I.D. zo naarstig speurt! ASTER AARS zullen misschien roddelen dat de controle mogelijk gebeurt op aandrang van de voornoemde Nederlandse firma. We willen b a voorbaat scherp stelling nemen tegen dergelijke insinuaties. De A.I.D. ambtenaren doen gewoon hun plicht en wellicht meer dan hun plicht, omdat het hier gaat om edele doelstellingen, namelijk handhaving van de wet. Onze erkentelijkheid voor de nobele, stille werkers. Dat daarmee de belangen van een grote Neder landse firma mee gediend zijn is toeval en bijzaak. Trouwens, die firma mag ons inziens een forse winstmarge hebben. Vergeet b.v. niet dat de-ser vice in ons land veel beter is dan in Frankrijk! Kenners zeggen b.v. dat de kleur van de Nederland se verpakking veel mooier is! Voor die service mag men wel een dubbele prijs over hebben! TERLOOPS kan er nog op worden gewezen, dat het ook voor onze overheid indirect gunstig kan zijn als de prijs niet te laag is. Daarbij doelen we niet op de belasting die de eerder genoemde fir ma moet betalen als de winst hoog is, maar op het feit dat simazin op zeer grote schaal wordt afgeno men door de gemeenten (plantsoenendienst, e.d.). Bij afname in het groot kan korting worden bedon gen. Welnu, bij een prijs van 30,per kg betekent 10 korting een prijsverlaging van 3,maar bij een prijs van 15,slechts 1,50. Het voordeel is overduidelijk. Op ongeveer dezelfde wijze kan ook gesteld wor den dat een hoge simazin prijs gunstig is voor de fruitteler. Hoe ongelijker de concurrentievoorwaar den ten opzichte van de Franse fruittelers, hoe meer de noodzaak van harder werken en soberder leven. Zo krijgt men een gehard soort fruittelers dat desnoods 18 uur per dag kan werken op twee droge boterhammen. Voor. de perspectief biedende bedrijven kan dan verder worden aangevuld via de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen Waarschijn lijk kan op zulke super-fruittelers octrooi worden verkregen. Daarom hulde aan de stoere, ijverige mannen van de A.I.D. En daarnaast vooral ook dank aar» onze overheid voor een zodanige bestrijdingsmiddelen wet. dat dit alles mogelijk is in een onharmonische E.E.G.! W. de J. N. F. TJ ET lijkt nodig in deze rubriek nog weer eens terug te komen op de landbouwvrijstelling. Aanleiding daartoe zijn enkele vragen die ons wer den gesteld en verder het pas gepubliceerde arrest van de Hoge Raad van 10 december 1969. De landbouwvrijstelling berust op de bepaling van artikel 8 letter b. van de Wet op de Inkom stenbelasting 1964 die als volgt luidt: Tot de winst behoren niet voordelen uit land- „bou bedrijf terzake van waardeveranderingen „van gronden daaronder begrepen de onder grond van gebouwen behoudens voorzover de „waardeverandering in de uitoefening van het be drijf is ontstaan. Deze bepaling heeft zoals wij reeds meermalen schreven geleid tot een omvangrijke rechtspraak. De geschiedenis ervan is een voorbeeld van de groei naar ingewikkelde verhoudingen en daardoor ont stane onzekerheden, sedert de invoering van de inkomstenbelasting, ruim 50 jaar geleden. Tot 1940 is het zo geweest dat alleen maar op grond van een aanschrijving van de Minister winst die een boer behaalde met eerkoop van grond niet bij zijn inkomen werd gerekend. Daartegenover stond dat dan verliezen ook niet werden afgetrokken. In 1941 werd de bestaande praktijk vastgelegd in het Be sluit op de inkomstenbelasting 1941 en nu in de wet op de inkomstenbelasting 1964. Het verschil tus sen 1941 en 1964 is dat toen winsten of verliezen op gebouwen onbelast werden gelaten en dat nu de vrijstelling alleen voor gronden geldt. Een ander verschil is dat terwijl voor 1950 over deze bepa ling niet of in ieder geval heel weinig werd ge procedeerd, na die tijd de geschillen niet van de lucht zijn. Er blijft des te minder tijd over om te antwoor den. Dat deze „gedragsregels", om een zaak op de lange baan te schuiven, maar al te vaak worden toegepast daar weet ook de land- en tuinbouw over mee te praten! 1. Wanneer is er sprake van voordelen „uit land bouwbedrijf"? 2. Welke waardeveranderingen ontstaan in de uit oefening van het bedrijf? Bij het antwoord op de eerste vraag moeten wij eerst iets zeggen over de veeteelt- en pluimveebe- drijven. Deze bedrijven gelden alleen als landbouw bedrijven als voor het fokken of houden van de dieren voornamelijk produkten van het eigen land bouwbedrijf gebruikt worden. Bij de meeste ver- edelingsbedrijven is dit niet het geval en deze val len dan niet onder het begrip landbouwbedrijf. Als wel aan de eis van zelfvoorziening wordt voldaan vallen deze bedrijven er wel onder. Dit is het geval met normalemelkvee- of mesterijbe- drijven. Verder geldt dat alleen tot het landbouwbedrijf hoort grond die de boer zelf in zijn bedrijf gebruikt. Het komt wel eens voor dat tot het bedrijfsvermo gen van een landbouwer gronden zijn gerekend die hij verpacht. Als dit het geval is horen de verpachte gronden wel tot zijn landbouw-onderneming maar niet tot zijn landbouwBEDRIJF Bij verkoov is gemaakte winst op deze gronden dan belast. Men dient dus goed uit te kijken dat men gronden die men gaat verpachten onttrekt aan zijn landbouw-onderneming en als privé-vermo- gen beschouwt Deze beschouwing moet men in zijn boekhouding tot uitdrukking brengen. OVER de tweede vraag valt op te merken dat als waardeveranderingen die ontstaan in de uitoefening van het bedrijf worden beschouwd, winst die een pachter maakt die grond die hij krachtens zijn voorkeursrecht heeft gekocht voor een hogere dan de koopprijs doorverkoopt. Hij realiseert daarmee zijn pachtrecht en dat wordt beschouwd als belaste winst. Dat gaat niet op als de grond in de periode tussen aankoop- en ver koopdatum in waarde gestegen is. Deze waardestij ging moet dan echter het gevolg zijn van stijging van het algemene ,rrijsniveau of van stijging van de prijs van de betreffende grond doordat het b.v. in een uitbreidingsplan komt te liggen of doordat men er industrie wil gaar vestigen. Niet vrij is een voordeel dat men behaalt doordat men zo geluk kig is om b.v. gepachte grond die men moet koven, voor een wat hogere prijs te kunnen doorverko pen, terwijl men pachter kan blijven. Deze trans actie-winsten vallen niet onder de landbouwvrij stelling. Wij geloven niet dat over deze bepaling geen ge schillen meer zullen komen. Wij kunnen best nog eens voor verrassingen komen te staan. PA AU WE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 19