Voorjaarswerk begonnen
Uienteeltresultaat 1969 stemt tot tevredenheid
Geen grote veranderingen in bouwplan verwacht
Zo n laat voorjaar niet meer gewend
Spruitkoolteelt coördinatie
op Zuid-Beveland
5
MADAT we in het begin van vorige week wat
nachtvorsten hebben gekregen, gevolgd door
schrale drogende oostelijke wind, zijn ook op
THOLEN en ST. PHIUPSLAND de eerste voor
jaarswerkzaamheden op het land begonnen.
Op niet alle bedrijven is van de nachtvorsten
geprofiteerd om tijdens de ochtenduren kunst
mest te strooien. Niet alleen voor de spreiding
van onze voor j aars werkzaamheden, maar ook voor
de structuur, geen insporingen, zou men hiervan
nog veel meer dienen te profiteren. Tevens heb
ben we op de praatavonden afgelopen winter, die
georganiseerd waren door de Verenigin voor
Bedrijfsvoorlichting ook kunnen vernemen dat
niet alleen op graszaad en wintergranen de stik
stof in 't voorjaar zo vroeg mogelijk gegeven
dient te worden, maar dat ook praktijkgegevens
bekend zijn, dat de totale stikstofgift op suiker
bieten, die minstens 3 weken voor 't zaaien ge
strooid wordt, aanbeveling verdient. Een en ander
werd gestaafd met opbrengstcijfers van verschil
lende stikstofstrooidatums.
Nu we de laatste jaren de stikstofgift op onze
suikerbieten en aardappelen aan het opvoeren
zijn, zullen we niet meer zoals dat in ons gewest
gebruikelijk was, de totale stikstofgift direct voor
DE paar „vorstmorgens" van vorige week zijn
op NOORD-BEVELAND zo goed mogelijk
benut voor het zaaien van kunstmest. Het bleef
echter bij een paar werkuren per ochtend. Als de
zon doorkwam was de vorst snel uit de grond en
dan was het land nog te nat om berijdbaar te zijn.
De voorkeur om de kunstmest enkele weken voor
het zaaien toe te dienen zal dit jaar dus niet al
tijd realiseerbaar zijn. Gaat het om hoge stikstof-
en kaligiften (want dit zijn vooral de bestand
delen die een te hoge zoutconcentratie kunnen
veroorzaken) dan is het ook nog mogelijk om een
deel als overbemesting te geven. Dit laatste moet
dan wel tijdig gebeuren, bij bieten b.v. niet te
lang na de opkomst. Naast kunstmes', is er vorige
week nog sporadisch wat zomertarwe gezaaid.
Hopelijk kunnen we deze week volop het land in
en dan is het mooi op tijd.
Grote bouwplan wijzigingen verwachten wij voor
onze streek niet. Veel bedrijven hebben (o.i. te
recht) elk jaar een vrijwe] gelijke oppervlakte
bieten en aardappelen in het bouwplan. Enige uit
breiding van het uienareaal zit er wellicht in. De
meohanisatiemogelijkheden maken dit gewas
steeds arbeidsextensiever. Terwijl de goede prij
zen van de laatste tijd toch ook altijd invloed
hebben. De oppervlaktes van granen, vlas en erw
ten zullen zich wel ongeveer handhaven. Iets meer
uitzaai van graszaad dit voorjaar is wel te ver
wachten. Maar dit komt dan pas in het areaal van
1971 tot uitdrukking. Het areaal voor 1970 lijkt
ons mede door extra mislukkingen tengevolge van
het droge najaar, zelfs nog wat lager. De belang
stelling voor het nieuwe graangewas de maïs was
in onze streek te gering om van de grond te ko
men. Mogelijk zullen de komende jaren aantonen
dat hogere kg-opbrengsten van dit gewas haal
baar zijn waardoor het saldo voor de boer wat
aantrekkelijker wordt. We vernamen dat de op
pervlakte conservedoperwten enige uitbreiding zal
ondergaan. De laatste weken is verder nog ge
tracht een ander nieuw gewas te introduceren n.l.
de teelt van spruitkool. Hoewel hierbij is uitge
gaan van gemechaniseerde pluk is dit nog een
vrij arbeidsintensief gewas. Een gewas dat boven
dien vruchtwisselingstechnisch in de plaats komt
van bieten. Het normaal te behalen saldo ligt ech
ter duidelijk hoger.
Gewassen als b.v. maïs, doperwten, gerst en
haver geven de boer weinig werk maar het saldo
(dus het bedrag dat overblijft als vergoeding voor
de vaste kosten) ligt vaak nog beneden het niveau
van deze vaste kosten. Voor de top van ons bie
tenareaal, dat bij een normale opbrengst in de
magere suiker valt, geldt dat nog veel sterker
want in feite brengt het dan helemaal niets op.
In dat licht bezien is het gemechaniseerd telen
van sommige grove tuinbouwgewassen toch wel
een poging waard.
WIJ zijn in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
gewend de eerste helft van maart, gewas
sen als zomertarwe, zomergerst, erwten en vlas
en zo mogelijk bieten en uien te zaaien. Het ziet
er naar uit dat de uitzaai van de meeste zomerge
wassen, dit jaar een paar weken later zal ge-
INGEZONDEN
REKENLES
Iemand koopt een goed stierkalf (nuka)
voor 250,Hij houdt dit rund 900 dagen
en verkoopt het voor 1600,
Hoe groot is het verschil: ƒ1600,- ƒ250,-
v
Hoeveel is 1350,- 900
Wie kan een rund voor 1,50 per dag
houden
Niet de heren in Brussel. Ook niet die het
wil doen voor komen dat het nu met het
houden van runderen voor de vleesproduc-
tiè wel goed zit.
P. J. G., Oud-Vossemeer.
Wij laten de juistheid van
deze toch wel zeer summiere
berekening voor rekening van
de inzender!
RED.
schieden. Behalve dat het geen kans geeft om te
zaaien, is bovendien in vergelijking tot bijv. vorig
jaar de bouw voor veel vochtiger, zodat er ook
vrijwel geen kans is geweest om een voorbewer
king te doen of de kunstmest 23 weken voor
het zaaien toe te dienen.
Onderzoek heeft de laatste jaren uitgewezen
dat hierdoor eventuele zoutschadekansen kleiner
worden en dat gewassen als bijv. bieten en aard
appelen hierdoor reeds in het beginstadium over
voldoende fosfaat kunnen beschikken, waardoor
de groei van begin af aan vlotter verloopt.
Wij zijn de laatste jaren ook gewend om bij het
zaaien van de bieten, zo dit voor kweekplekken
nodig is plm. 20 kg TCA te spuiten. Dit kost op
brengst en kan daarom beter tenminste 14 dagen
voor het zaaien gebeuren. Nu echter de kans be
staat dat èn kunstmeststrooier èn bietenzaaien èn
eventueel TCA-spuiten kort op elkaar zullen moe
ten volgen, kan omdat het reeds in de 2e helft
van maart is, het zaaien van de bieten moeilijk
een paar weken worden gesteld. De kans zou dan
bestaan dat de opbrengstderving door te late zaai,
groter zou zijn dan door TCA te spuiten vlak na
het zaaien.
Tenslotte is een opbrengstderving van 10
zoals die in proeven naar voren komt, meestal
geen praktijk, daar meestal slechts plekken moe
ten worden gespoten, zodat verlaging van op
brengst gerekend over de gehele oppervlakte bie
ten dan veel minder is en ook dan nog al gauw
verantwoordt geacht kan worden, gezien o.a de
arbeidskrapte.
't zaJien of planten dienen te geven. Dit omdat
de zoutconcentratie wel eens te hoog kan worden
voor de groei-omstandigheden van de kleine
plantjes. Niet alleen bij de bietenplantjes, maar
ook bij de aardappel, blijkt na opkomst de groei
hierdoor nogal eens flink belemmerd te worden.
Die bedrijven die toch willen vasthouden aan een
totale stikstofgift vóór 't zaaien, zullen de kansen
moeten benutten, om deze dan ook zo vroeg mo
gelijk te zaaien. Bij vroeg zaaien van de stikstof
schijnt de zoutconcentratie ook bij hoge giften
mee te vallen.
Het spuitseizoen gaat ook weer beginnen;
voor de wintertarwe zullen we van de geschikte
spuitmomenten gébruik moeten maken, om de
kleine onkruiden zo vroeg mogelijk te bestrijden.
Vorig jaar dachten wij dat het middel D.N.O.C.,
gezien de bezwaren aan dit middel verbonden,
wel door de nieuwe middelen als Tribunil en
Certrol ES uitgerangeerd zou worden voor de on-
kruidbestrijding in de granen. Uit gesprekken met
collega's kregen we de indruk dat op vele bedrij
ven ook dit jaar weer met D.N.O.C. gespoten zal
worden. Dit mede omdat het een voordeel be
tekent, dat men na één week reeds een groenbe-
mester in kan zaaien, maar tevens omdat het nog
een goedkoop middel is ook Daar D.N.O.C. geen
grassen bestrijdt, zal men op die percelen waar
men grasproblemen heeft, aan Tribunil de voor
keur dienen te geven.
De aanvoer van uien op de veilingen in ons ge
west is praktisch afgelopen. Naar andere jaren
gerekend zijn de uien bij de telers vroeg geruimd.
Het prijsverloop zal hier wel debet aan zyn ge
weest. Hoewel de schommelingen in de prijs nog
al groot waren afgelopen wintermaanden, zal de
gemiddelde veilingprijs toch zeer hoog liggen.
Nu aan het eind van het afleveringsseizoen,
zullen we dan ook niet mogen verbloemen dat de
teelt van uien, oogst 1969 hoogst rendabel is ge
weest. Niet alleen voor de uientelers, maar ook
voor onze veilingen een mooie gratificatie, na
twee minder goede jaren.
IN het begin van de vorige week heeft men op
ZUID-BEVELAND gedurende de tijd dat de
grond bevroren was nogal wat kunstmest ge
strooid. Toch is men op vele bedrijven, op het mo
ment van schrijven, nog niet ver gevorderd met
het uitstrooien van de kunstmest.
Maandag 9 en dinsdag 10 maart is in de jongere
polders al wat zomertarwe gezaaid. De laag, die
voldoende droog en bewerkbaar was, bleek nog
betrekkelijk dun te zijn. De grond was voor struk-
tuurgevoelige gewassen als erwten en vlas nog
niet geschikt. Op het eind van de week zijn ook
nog wat uien gezaaid. De grond knapt iedere da-:
wel op, maar het gaat nog niet zo ha In de
jonge polders zal deze week nog wel het één en
ander gezaaid worden, in de oudere polders zal
dat nog niet veel zijn, hier is het vrijwel overal
nog te nat.
De vele neerslag in februari heeft ook bij ons
vertragend gewerkt op de voorjaarsuitzaai bij alle
gewassen. Deze neerslag blijkt ook nog van in
vloed te zijn op het stikstof bemestingsadvies van
vele gewassen. Door de geringe neerslag in no
vember, december en januari kon vastgesteld
worden dat voor alle gewassen met een normale
stikstofgift volstaan kon worden. Door vele
regen in februari zal het nu echter gewenst zijn
om de N-gift met 10~è 20 kg per ha te verhogen.
Sinds enkele jaren werden plaatselijk enkele
percelen met spruikool geteeld. De plannen om
de teelt een uitbreiding te geven en tevens de af
zet te coördineren lijken nu wel op de goede weg
te zyn. Voor de afzet heeft men contact gezocht
met de veiling te Goes. Tot nog toe is 12 ha op
gegeven.
Nadat de wintertarwe vorige weken sterk in
stand was verachterd, begint ze zich gelukkig
weer wat te herstellen. De begingroei is dit voor
jaar wel traag. Er is al wat belangstelling voor
het gebruik van Tribunil. Dit middel dient voor
een goede werking wel vroeg toegepast te wor
den. Hoe kleiner de onkruiden, hoe groter de be-
strijdingskansen zijn.
Het dreigt met de rentabiliteit van de bieten
toch wel fout te lopen. Als het waar is dat het
areaal landelijk met 5000 ha zou uitbreiden, zodat
dan, wanneer de opbrengst landelijk 50 ton per
ha zou zijn, de laatste 13 ton per ha volgens de
berekeningen, de geldelijke opbrengst slechts met
50,— per ha doen toenemen. De kosten van deze
13 ton liggen veel hoger.
Het komt er eigenlijk op neer dat als elk zijn
areaal bieten met 20 zou doen verminderen,
hij van 80 evenveel geld beurt als van 100
terwijl dan van elke 5 ha er 1 ha kan worden ge
bruikt voor de teelt van een ander gewas, wat
dan laten we het hopen nog wel een saldo
kan opleveren.
(Zie verder pag. 11)