„Hoe meer biggen - Hoe meer vreugd" Cash en carry winteraanbiedsng P. F. van Leijsen VARKENSPEST 1970 KORTE WENKEN GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN NOORD-BRABANT - BOXTEL Het aantal biggen, door een zeug per jaar groot gebracht, is een van de belangrijkste maatstaven voor het goed of slecht funktioneren van een fok- bedrijf. Goede drachtigheidsresultaten zijn hiervoor een eerste vereiste. Belangrijke punten in dit verband zijn: 1. Het berig worden. Dit is gunstig te beïnvloeden op de volgende wijze: a. Neem de zeugen, wanneer de biggen 6 we ken oud zijn, van de biggen weg en plaat9 ze over naar een andere stal, liefst nog niet direkt bij de dragende zeugen. b. Laat deze zeugen 24 uren vasten en ver strek hen daarna weer 3 Vz5 k voer tot 2 a 3 weken na het dekken of insemineren. c. Houd de zeugen in een normale konditie. Een te vette of te schrale kónditie geeft, naast het niet berig willen worden, vaak ook meer kans op kleinere tomen. d. Zorg voor voldoende licht in de stal, zodat de berigheid beter is vast te stellen. (Op het vaststellen van de berigheid komen wii later nog uitvoerig terug.), e. Laat zeugen, die niet berig worden „op het zog", tijdig dat wil zeggen 10 dagen na het spenen inspuiten door uw dierenarts. Doet men dit later, dan zijn de resultaten vaak minder goed. 2. De „kwaliteit" van de baarmoeder. Deze is zeer belangrijk voor een goede be vruchting. Na een langdurige geboorte of in dien verloskundige hulp verleend werd, dient de zeug door de dierenarts behandeld te wor den, om een slepende baarmoederontsteking te voorkómen. Ook na het spenen van de biggen op zeer jon ge leeftijd, bijvoorbeeld op 5 dagen of na sterf te van de biggen enkele dagen na de geboorte (bijvoorbeeld bij virusdiarrhee), zal de baar moeder over het algemeen niet geschikt zijn voor een goede bevruchting. 3. De kwaliteit van het sperma. Deze wordt beïnvloed dooi: a. de dekfrekwentie: Een jonge dekbeer 8 maanden) mag niet te vaak gebruikt worden (hoogstens 3 x per week), omdat anders onrijp sperma geproduceerd wordt, waardoor de bevruch tingsresultaten dalen. Volwassen beren (ouder dan 1 jaar) kan men 5 a 7 x per week laten dekken. Een hoger aantal is mogelijk, mits daarna een rustpauze van een aantal dagen volgt. b. de voedingsmogelijkheid: Dekberen, die in een matige konditie ver keren, geven meestal beter sperma. Boven dien behouden zij goede deldust en hebben een langere levensduur. c. de stalling: De beste plaats voor eén dekbeer is een aparte stal. In ieder geval niet naast gelten of zeugen die berig zijn of kunnen worden. Dit kan onnodig spermaverlies en dus on rijp sperma geven. Vooral voor jonge beren is dit ongewenst. De staltemperatuur voor beren dient boven dien lager te zijn dan die voor zeugen. d. ziekten: Naast verminderde deklust is bij ziekten ook vaak het sperma van mindere kwali teit. Vlekziekte bijvoorbeeld kan een beer tijdelijk steriel maken. Laat daarom een jonge dekbeer bij aan komst op het bedrijf inenten tegen vlek ziekte, indien dit nog niet is geschied op het bedrijf van de verkoper. Het is raadzaam de beer na de enting een week dekrust te geven. EEN ZAAIBEDBEKALKING in het voorjaar is een zeer goed middel om de kalktoestand op peil te houdenVoor onderhoudsbekalking is per jaar op de zand- en dalgronden 200 a 250 kg zuivere kalk nodig. Een zaaibedbekalking met 1000 kg kalk- meststof houdt de pH dus voor twee jaar op peil. Op kleigronden is meer nodig n.l. 400 kg zuivere kalk per jaar. EEN SNELLE pH-BEPALING van de grond kan geschieden d.m.v. de pH-sneldienst. Als U even schrijft naar pH-sneldienst, Soestdijkseweg 50 zuid, De Bilt (U.) of belt 030-760037ontvangt U mate riaal voor het zelf steken van grondmonsters. Het onderzoek duurt slechts 8 a. 10 dagen en kost voor klei 6,72 en voor de overige grondsoorten f 5,60. OP KLE1GRASLAND is een bemesting met kie- seriet niet voldoende om het magnesiumgehalte in het gras op een goed peil te brengen. Straks als de koeien buiten zijn zult U bij een hoog kali-gehalte van het grasland Anti-kopziektekoek moeten voe ren of gebrande magnesiet over het gras moeten stuiven tegen een hoeveelheid van 30 kg per ha. De laatste methode is gemakkelijker en zekerder. 4. Vitamine-voorziening. Men kan de vruchtbaarheid in gunstige zin be ïnvloeden door de beer bijvoorbeeld 2 x per jaar en de zeugen enkele weken vóór het dek ken een vitaminestoot van goede kwaliteit te geven (Vitamine A en D3). Bedenk, dat een goede bevruchting de eerste belangrijke stap is om veel biggen per zeug per jaar groot te brengen 5 Bergmann M 42 stalmestversprei- ders 21/2 a 3 ton met dubbele wals, achterbord en 6 zijbordsteunen van ƒ3.437,— voor 2.800,— 2 Bergmann L 15 opraapwagens met 3 messen van ƒ4.715,voor 3.800,— 1 Bergmann L 20 opraapwagen met 3 messen van 5.533,voor 4.500,— 5 Wifo normaalladers met mestvork voor hefinrichting van 392,voor 333,— t5 Votex Excentra snelmaaiers werk- breedte 1.60 m van 2.688,voor 2.350,— 15 Eureka trommelschudders 2.30 m met wiersborden van 2.089,80 voor 1.775,— 20 Mullos hefstrooiers met aftakas van 645,voor 548, GRIJZEN ZIJN INCL. BTW Geldig bij aankoop voor 1 april 1970. Vraag vrijblijvend inlichtingen of bezoek VEERSEMEERSTRAAT 31 LEWEDORP TELEFOON 01196—520 b.g.g. 494 of 292 VEEARTSENIJKUNDIGE DIENST EN GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN NOORD-BRABANT Nadat in 1969 slechts 9 gevallen van varkens pest in Noord-Brabant, voorkwamen, is deze ziek te de laatste tijd weer aan het uitbreiden. De eer ste 8 weken van 1970 werden 6 gevallen gemeld, de laatste week van februari 11 en de eerste week van maart 12. Daar er momenteel hierover een zekere onrust heerst, menen wij er goed aan te doen U hiervan op de hoogte te stellen. BESTRIJDING De bestrijding van deze ziekte is in handen van de Rijksveeartsenijkundige Dienst; de ziekte staat namelijk in de Veewet. Er bestaat dus ook de plicht, om wanneer men met deze ziekte te maken denkt te hebben dit te melden bij de burgemeester. De dierenartsen zijn verplicht dit tevens door te geven aan de Inspekteur van de Veeartsenij kundige Dienst. Zo spoedig mogelijk na de melding wordt op het bedrijf vastgesteld of de ziekte aanwezig is, welke dieren nog gezond zijn en welke ziek zijn. Wanneer na onderzoek definitief komt vast te staan dat er sprake is van varkenspest, wordt de gehele varkensstapel opgeruimd. De vergoeding vindt plaats op basis van de situatie, direkt na de melding. Voor gezonde dieren wordt 100 voor zieke 50 en voor gestorven dieren 0 van de getaxeerde waarde uitbetaald. Hoe eerder men dus meldt, hoe beter de ver goeding over het algemeen zal zijn. MAATREGELEN OM DE ZIEKTE TE VOORKOMEN. ENTING? Allereerst rijst natuurlijk de vraag: „Moeten wij voorbehoedend enten, ja of neen?" Ons ad vies is: „niet enten", zolang de situatie niet ern stiger is dan op dit moment. Momenteel is de toestand in Nederland zo, dat er praktisch niet geënt is, zodat ieder nieuw ziek tegeval zich snel en zeer duidelijk uit. Als ge volg hiervan vindt snelle aangifte plaats, zodat men ook snel maatregelen kan nemen, waardoor de kans op verspreiding kleiner is. Wanneer er vrij veel geënt zou worden, zullen er bedrijven komen die besmet worden, maar waar tengevolge van de enting slechts een klein aantal dieren ziek wordt, welke dieren bo vendien nog onduidelijke ziekteverschijnselen ver tonen. Men denkt dan niet direkt aan varkens pest, zodat de smetstof zich gemakkelijk in een gebied handhaaft. Een dergelijke situatie kent men wel in enkele andere landen, waar de ziekte inheems voorkomt en enorme schade veroorzaakt. Deze landen zijn echter niet zo zeer ingesteld op export als Neder land, zodat men zich daar een dergelijke situatie beter kan veroorloven. De ontwikkelingen zullen zeer nauwlettend ge volgd worden. Mocht het verloop van de ziekte aanleiding geven het standpunt t.a.v. de varkens- pestbestrijdingsmaatregelen te herzien dan vol gen hierover nadere mededelingen. Belangrijker zijn op dit moment alle maatrege len om ziekte-insleep te voorkomen. Dit geldt niet alleen voor varkenspest, maar ook voor andere besmettelijke ziekten, die grote schade aanbren gen (virusdiarrhee, vibrio-dysenterie) en waar voor geen vergoeding gegeven wordt. Dus: doe uw stallen op slot en plaats een ontsmet- tingsbak in elke stal. Iaat bezoekers alleen toe indien nodig en stel dan laarzen en stofjas van eigen bedrijf be schikbaar. Varkensverladers, die van bedrijf naar bedrijf gaan, zijn in dit opzicht zeer ge vaarlijk, maar bedenk, dat de boer zelf de verantwoording voor zijn bedrijf draagt. koop varkens rechtstreeks van een gezond be drijf aan.- gebruik voor uw zeugen geen rondreizende beren; ga niet met zeugen naar beren voor al gemene dekdienst; maak liever gebruik van een eigen bedrijfsbeer of K.I. voor *iw zeugen. weer loslopende honden en katten van uw be drijf. bestrijd ratten, muizen en ander ongedierte. werk hygiënisch. Dringend wordt uw aller medewerking ge vraagd. Er staan veel belangen op het spel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 23