MONOHIL praktisch 100 eenkiemig
niet ingehuld:kiemkracht minimum 90°/o
Goedgekeurd voor alle c.-apparatuur
Ook ingehuld (procédé Linz) hoge kiemkracht en direct leverbaar
Produktschap
granen, zaden
en peulvruchten
verwacht
ongewijzigd E.E.G.^beleid
5
De grote betekenis van de landbouw-, visserij-,
ea voedselvoorzieningsprodukten voor de Neder
landse economie werden weer eens duidelijk in
het licht gesteld door de cijfers, die daarover in
de mededelingen voor de vergadering van het
Produktschap voor Granèn, Zaden en Peulvruch
ten zijn vermeld. De import van deze produkten
steeg in 1969 tegenover het vorige jaar met 21
tot een waarde van 6,4 miljard, waarmee het
aandeel in de totale import 16 bleef. Geëxpor
teerd werd voor een waarde van ƒ9,8 miljard, d.i.
15 meer dan in 1968.
Het aandeel in de totale export daalde evenwel
van 28 tot 27
Door de voorzitter werd ter aanvulling nog ge
wezen op het feit, dat de totale omzet van onze
levensmiddelenindustrie ongeveer 20 miljard
bedraagt, d.i. 30 van de totale industriële pro-
duktie. Deze industrie is dan ook samen met de
landbouw de grootste werkgever. Ter vergeli'king
diene nog, dat de metaalindustrie en de scheeps
bouw gezamenlijk 25 van de industriële pro-
duktie voor hun rekening nemen en de chemische
industrie 17,5
PRIJSBELEID 1970
In de mededelingen was ook een uitvoerig over
zicht opgenomen van de stand van zaken met be
trekking tot het markt- en prijsbeleid voor het
aanstaande oogstjaar, zoals deze was voorafge
gaan aan de Ministerraadsvei^adering op 2 en 3
maart. Zoals inmiddels wel bekend is heeft dit
overleg van de Landbouwministers nog niet tot
overeenstemming geleid. Wel schijnt er in het
laatste stadium, volgens mededeling van de voor
zitter, nog een compromis-voorstel te zijn gedaan
met voor de granen de volgende inhoud. Van de
tarwe en de rogge zou de richtprijs met 1 R.E.
ƒ3,60) per ton verhoogd worden en de inter
ventieprijs met hetzelfde bedrag worden ver
laagd. Daarmee zou dan aan één van de voorstel
len van de Europese Commissie namelijk vergro
ting van de afstand tussen richt- en interventie
prijzen zijn voldaan, zij het op een hoger niveau,
De Commissie had immers voorgesteld de richt
prijs ongewijzigd te laten en de interventieprijs
met 2 R.E. te verlagen. Bij de voergranen zouden
in dit compromie zowel de richt- als, de interven
tieprijzen worden verhoogd met 1 R.E. per ton.
Zoals gezegd konden de Ministers het ook over
dit voorstel niet eens worden en zal het gesprek
op 17 maart a.s. worden voortgezet. De voorzitter
verwachtte echter, dat er voor het komende jaar
wel niets meer aan de prijzen zal veranderen. Dit
betekent intussen niet, dat er helemaal niets zal
gebeuren. Door de Commissie zijn ook vérgaande
voorstellen gedaan voor wijziging van de inter-
ventievoorwaarden, die voor Nederland o.a. een
belangrijke daling van de telersprijzen tot gevolg
zouden hebben. Al ziet het er beslist niet naar
uit, dat deze voorstellen zullen worden aanvaard,
moet nog wel rekening gehouden worden met de
mogelijkheid dat er wijzigingen zullen komen. In
welke mate dit dan invloed zal hebben op de
prijzen kan nu uiteraard nog niet gezegd worden,
maar wel als vaststaand kan worden aangenomen,
dat eventuele wijzigingen niet in het voordeel van
de telers zullen zijn.
KRITIEK OP HEFFINGEN
Ernstige kritiek werd in de vergadering uitge
oefend op de wijze, waarop door de Europese
Commissie c.i.f.-prijzen voor importgranen wor
den vastgesteld. Voor de handel is dit een heel
belangrijke zaak, omdat deze prijzen bepalend
zijn voor de importheffingen.
Uit het feit, dat de heffingen vrij constant zijn
en de wereldmarkt toch fluctueert, werd gecon
cludeerd, dat grote handelshuizen invloed zouden
hebben op de vaststelling. Door de Directeur van
het Produktschap, de heer Van Dijk, werd erop
gewezen, dat de heffingen gebaseerd worden op
de laagste aanbiedingsprijs. Voor gerst is dit b.v.
de laatste tijd de Deense aanbieding. Maar de
kern is, zo stelt hij later in de discussie, de on
zekerheid of er niet gemanipuleerd wordt.
Er zijn door het Produktschap weieens afwij
kingen-geconstateerd, die aan de hand van de be
schikbare gegevens niet verklaard konden wor
den. In die gevallen is er direct contact opgeno
men met Brussel, wafrna er weieens correcties
hebben plaatsgevonden.
De voorzitter erkende, dat het systeem welis
waar onvolledig is, maar dat het toch beter ge
werkt heeft dan aanvankelijk gevreesd werd.
Van de zijde van de industrie werd gesteld, dat
het hele systeem met zijn 2500 verordeningen per
jaar alleen maar dient om de graanproducenten
aan hun prijs te helpen, maar dat de belangen
van de handel en de industrie er niet aan te pas
komen. Het zou tijd worden dat het hele systeem
spoedig wordt gewijzigd. De moeilijkheid is, dat
bleek ook weer uit deze discussie, om aan te
geven hoe het dan wel moet. Er werden wel en
kele suggesties gedaan, maar deze riepen weer
andere bezwaren op.
AFZET
Van de tarwe-oogst is tot eind februari onge
veer 400.000 ton via denaturatie als veevoer afge
zet. De gemiddelde telersprijs kwam in deze
maand, op basis van de Europese^standaardkwali
teit bij 16 vocht op ƒ38,d.i! ƒ2,25 boven de
interventieprijs. Van de oogst had half februari
ongeveer 91 een bestemming gevonden. In
tegenstelling tot de aanvankelijk sombere ver
wachtingen voor de afzet wordt er nu vanuit ge
gaan, dat binnen de E.E.G. aan het einde van dit
afzetseizoen nog maar een voorraad zal zijn van
1 miljoen ton boven hetgeen, wat normaal nodig
is voor de overgang naar de nieuwe oogst. Ook
bij de andere granen is het prijsniveau in februari
verbeterd zij het dat de roggeprijs nog steeds be
langrijk onder het interventieniveau ligt.
Van de kant van de moutindustrie werd erover
geklaagd, dat door de prijsverhouding tussen
gerst en tarwe het gerstareaai terugloopt en dus
ook de hoeveelheid brouwgerst. De Nederlandse
industrie zou graag meer brouwgerst kopen, mam
men heeft ook te maken met, dank zij in het
buitenland gegeven subsidies, aanbiedingen van
goedkope mout. De industrie kan dus geen hogere
prijs betalen. Als landbouw kan men volledig be
grip op brengen voor de moeilijkheden, die de
moutindustrie heeft, waarvoor overigens nog wel
andere oorzaken zijn, dan alleen de concurrentie
van buitenlandse mout. Een feit is nu eenmaal,
dat de brouwgerstprijs al meerdere jaren niet
bepaald een stimulans betekent voor de teelt.
O.
(Vervolg van pag. 3)
FRUTITEELTPROBLEMEN
jyjINISTER Lardinois ging in zijn antwoord ook
nader in op het in Brussel genomen besluit
ont de Nederlandse fruitteelt in de EEG een uitzonde
ringspositie toe te kennen met betrekking tot het uit
de markt nemen van fruit. Vanaf ca. half maart zal
als gevolg van dit besluit fruit van de 2e kwaliteit,
dat de bodemprijs niet haalt, uit de markt kunnen
worden genomen en verkocht aan de verwerkende in
dustrie. De Nederlandse industrie kan ongeveer 2.000
ton per week verwerken. In de Nederlandse koelhui
zen ligt ca. 80.000 ton fruit opgeslagen, in hoofdzaak
„Golden Delicious". De industrie zou naar de mening
van de minister 30 40.000 ton voor haar rekening
kunnen riemen.
De landbouwminister zag de crisis overigens niet
als een typisch Nederlands verschijnsel. „De hele
EEG heeft er mee te kampen". In deze situatie zal,
zo meende hij, wel niet snel een oplossing komen. Een
diep ingrijpende sanering van de fruitteelt in de hele
gemeenschap is dan ook dringend geboden. Met de
kamerleden die daaraan aandacht hadden geschonken
was minister Lardinois van mening dat de fruittelers
dubbel hard worden getroffen, aangezien hun bedrij
ven na de oorlog goed hebben gedraaid. In een ge
sprek met het Landbouwschap is hij overeengekomen
om in mei, als het effect van de nachtvorst in de
EEG-landen bekend zal zijn, de deelnemers aan de
overbruggingsfinanciering uitsluitsel te verstrekken
over het in 1971 te voeren beleid. Hantering van een
vrijwaringsclausule op appels afkomstig van het zui
delijk halfrond is wel in de Europese Commissie be
sproken. Zij zag echter geen voldoende motivering
om daartoe over te gaan.
Sterk waarschuwde de minister tegen schulden-
sanering voor kredietnemers in de overbruggings
regeling. Er wordt van deze regeling zeer druk ge
bruik gemaakt, tot hoge sommen, onder garantie van
het borgstellingsfonds voor de landbouw. Ca. 500 fruit
telers hebben meer dan 20 miljoen gulden opgenomen,
sommigen van xhen fineer dan een ton. Als daar een
sanering op moet worden toegepast, kunnen we beter
met die regeling stoppen, aldus minister Lardinois,
die het evenmin verstandig achtte te gaan morrelen
aan dé pachtprijsnormen, zoals enkele kamerleden
hadden gesuggereerd. Deze sloten daarbij aan bij
het besluit van het Bestuur van het Landbouwschap
om de minister te verzoeken de pachtnormen voor
fruitteeltgrond te verlagen, wegens de zeer slechte
bedrijfsuitkomsten van fruitteeltbedrijven. Op het
ogenblik bedragen deze normen voor klasse I 480
en voor klasse II 360 per ha. Gevraagd wordt deze
normen te verlagen tot die van bouwland: voor klei
en zavelgronden 250 en 200 met een toeslag van
50. De toeslag of aftrek voor externe produktie-
omstandigheden wil het schap verminderd zien van
99 tot 80 per ha.
Naast de pachtwaarde van de grond wordt voor
een in volle produktie zijnde boomopstand van zeer
goede kwaliteit, aangelegd en opgekweekt door de
verpachter, in de pachtnormen een maximumbedrag
van 1500 per ha vermeld. Dit bedrag wil het Land
bouwschap teruggebracht zien tot 1000.
HET ROOIEN VAN FRUITBOMEN
|N de Tweede Kamer deelde minister Lardinois
bij beantwoording van een groot aantal monde
ling gestelde vragen mede dat op zijn departement
een premieregeling is ontworpen voor de bestemming
van cultuurgrond als bosgrond. De minister becijferde
dat ongeveer 12.000 ha boomgaard, d.w.z. ongeveer
eenderde van alle Nederlandse fruitbomen, in een
tijdsbestek van drie jaar voor rooiing zijn aangeboden.
Het betreft hier in totaal ongeveer 1,5 miljoen strui
ken en bomen. De operatie komt de Nederlandse staat
in totaal op ongeveer 20 miljoen gulden te staan.
Verwacht wordt dat de rooiing voor 1 december van
dit jaar zal zijn voltooid.
Minister Lardinois ontkende dat dit rooien een ka
pitaalverlies van ca. 300 miljoen gulden betekent. Hij
wees er op dat het hier overwegend technische ver
ouderde boomgaarden betreft, dan wel bedrijven die
als afgeschreven dienen te worden beschouwd. Er is
naar zijn mening geen sprake van dat als gevolg van
de rooiregeling kapitaalverlies zou optreden.
De minister merkte op dat de fruittelers vrij zijn
om te doen met de vrijkomende percelen wat zij wil
len. Zij zouden bijvoorbeeld koeien mogen houden of
gewassen telen dan wel tarwe of suikerbieten mogen
verbouwen. Een vervanging van de fruitteelt door de
verbouw van suikerbieten zei hij het minst waar
schijnlijke te achten.
Ter zake van de rooi-affaire is er geen formeel
contact geweest met de departementen van sociale
zaken en volksgezondheid of van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk, noch met de organisaties
die de recreatie-landschapsbelangen behartigen. Het
voorstel om over te gaan tot het inrichten van cam
pings in boomgaarden staat uitsluitend ter beoorde
ling aan de provinciale en gemeentelijke overheden,
zo merkte minister Lardinois nog op. Hij noemde dit
een kwestie van locaal initiatief, doch hij wees er op
dat de exploitatie van boomgaarden met daaraan ver
bonden de exploitatie van campings vrijwel niet te
verwezenlijken. De minister zegde de Kamer toe met
staatssecretaris Grapperhaus van financiën overleg
te zullen plegen over de suggestie tot invoering van
een zo soepel mogelijk fiscaal afschrijvingsbeleid.