BIDDAG Officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van fandbouw, tuinbouw en veeteelt In zeeland en noord-brabanl VRIJDAG 13 MAART 1970 58e Jaargang No. 3022 In dit nummer o.m.: Ongewijzigd E.E.G.- prijsbeleid verwacht Pagina 5 Leidingstraten in Gew. Raad voor Zeeland Pagina 7 Chemische onkruidbe- strijding in bieten Pagina 8 Mechanisatienieuws Pagina 9 Ruilverkaveling „Kiel- drecht Pagina 17 Legkippenvoer in de praktijk Pagina 19 Tuinbouwperspectief en -beleid Pagina 20 - 21 Oe ziekte van Marek Pagina 23 Van sehap het Landbouw- Pagina 25 De lente is weer in aantocht en op de „Lente Flora wonderen. Haarlem 1970" was weer een schat aan voorjaarsbloemen te be- zlm en tuinbouwblad WOOR velen in deze tijd is de gelijkenis van de zaaier een weinig of niet meer aanspreken de geschiedenis, achterhaald door de moderne techniek. Een dergelijk beeld is geschiedenis en Henry Ford beweerda al: geschiedenis is flauwe kul. Voor diegenen die wel in da woorden van het meest gelezen boek ter wereld, de Bijbel, geïnte resseerd zijn, is het ten dele misschien toch een herkauwd verhaal, hoe fijn gesponnen de verzinne beelding, die men er meestal aan hecht, ook mag zijn. Valt er op een dergelijke gelijkenis nog nieuw licht te werpen en heef. men voor het onderwerp van vandaag, de biddag voor het komende oogst jaar, de vraag naar de zegen Gods, niet maar naar het oude en toch we! wat afgezaagde onderwerp teruggegrepen? C R is de laatste tientallen jaren veel over de L gelijkenissen geschreven en er is nog meer uit gepreekt. Men preekt vaak met grote stelligheid en leidt niet altijd in. Laat ik aan de hand van één der bedoelde studie's enige gedachten voor U mo gen oproepen van het oeroude beeld van de land man die zaait, die toch wellicht nieuw zijn, zelfs voor ons als agrarische vaklui. Het is merkwaardig dat de zaaier zo onhandig zaait, dat veel zaad ver loren gaat. Was dit nu wel een normale gang van zaken, waarover Jezus sprak? Om dit te kunnen beoordelen, moet men weten dat in Palestina vóór het ploegen gezaaid werd. De zaaier uit de gelijke nis schrijdt dus over eén ongeploegde stoppel. Dan wordt hwt ook begrijpelijk dat hij op de weg zaait; hij zal het voetpad dat de dorpsbewoners over het stoppelveld ingelopen hebben, meege- zaaid hebben, want dat wordt straks meegeploegd. En ook rr.e'. opzet zaait hij over de doornige plaat sen, waar deze planten verdord op het brake land prijken. Deze opslag zal straks evenzeer door de ploeg meegenomen worden. En dat er zaad op het rotsige valt is nu evenmin zo verrassend meer. De kalkstenige ondergrond is maar met een heel dun teeltlaagje bedekt en de puntige ploegschaar kan op die plaatsen nauwelijks indringen, doch loopt er knarsend overheen. Wat wij Westerlingen voor onhandigheid aanzagen, was in Palestina regel. LI ET gebruikelijke verstaan van deze gelijkenis legt voor ons de nadruk op het zaad als het woord Gods en op de zo verschillend geaarde akker als vier verschillende groepen van mensen. Doch daarmee is lang niet alles gezegd. Hei gaat niet alleen om het zaaien, hoe breed ook behandeld. In het laatste vérs is het reeds oogsttijd. Wij zien hier onmiddellijk op elkaar volgend twee grote kontrasten. Eerst het ogenschijnlijk vaak vruchteloze werk van de zaaier, die zaait op een stoppelveld, waar straks onkruiden, de gloeiende woestijnwind, de sprinkhanen en andere vijanden van het zaad hun verstikkende en verwoestende karakter zullen tonen. En dan niet het vetste stuk met een goede oogst maar deze gehele onge lijksoortige akker met goede er. slechte plaatsen en ten dele overwoekerd door het onkruid (dus ook het onkruid) klaar voor de oogst. Met deze oogst wordt de komst van het Koninkrijk Gods vergele ken. Dat er dertig-, zestig-, honderdvoudig geoogst zal worden is het beeld van de volheid Gods stij gend naar de eindtijd toe. IVAOGE ook veel arbeid voor mensenogen ver geefs en zonder sukses lijken, moge ogen schijnlijk mislukking zich op mislukking stapelen, Jezus is vol vreugde en vertrouwen: Gods uur naakt en daarmpe een oogstzegen die bidden en begrij pen te boven gaat. Uit een hopeloos begin groeit een heerlijk einde. Mocht er tijdens de verkondi ging door Jezus twijfel aan zijn woord gerezen zijn, mocht men zijn prediking tevergeefs achten, de tegenstand te verbitterd en steeds groter worden de, de afvalligheid sterk toenemende dit alles te meer in deze dagen ziet op de landman, zegt Jezus. Die figuur zou als het ware als er één mocht zijn nog het meeste recht hebben te ver sagen, vanwege alles wrt zijn zaaigoed bedreigt En toch is hij onwankelbaar in zijn vertrouwen, dat hem een rijke oogst beschoren zal zijn. Gij klein gelovigen, lezen wij in K'irkus 4, vers 40: hoe komt het dat gij geen geloof hebt? Bidt dan, dat Uw ge loof toeneme, ondanks prijsbederf en welke ge varen ook, bidt! Poortvliet, maart '70 M. A. GEUZE VOOR LUCERNE EN ANDERE GROENVOEDERGEWASSEN BIJDRAGEREGELING O.- EN S.-FONDS W:j ontvingen de informatie dat begin deze week door het bestuur van O.- en S.-fonds, ter bevor dering van de rationalisatie van de teelt en de verwerking van groenvoedergewassen en ter sti mulering van de samenwerking tussen akkerbouw bedrijven besloten is ingaande 1 maart 1971 voor de duur van 5 jaar een bijdrage te verlenen. Het betreft de groenvoedergewassen lucerne, klavers, raaigrassen en snijmais en wel voor onder nemers Jie hun hoofdberoep in de landbouw heb ben. Tevens moeten zij zelf dan wel in samenwer king met anderen in gezamenlijke exploitatie ge durende een aaneengesloten periode van 5 jaren tenminste jaarlijks 5 ha groenvoedergewassen ver bouwen. Dez beteelde oppervlakte groenvoeder gewassen (dus minimaal 5 ha) mag nie' door andere gewassen dan wel openbare wegen onderbroken worden. De akkerbouwer individueel dan wel de gezamen lijke partners moeten in deze periode hun groen voedergewassen leveren aan een samenwerkings- lichaam van groenvoederdrogerijen. Dit samenwer- kingslichaam heeft tot taak de bij de leden beschik baar komende grondstoffen volgens een vastge- (Zie verder pag.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 1