Gewestelijke Raad
Noord-Brabant
vergaderde
Landbouwkundig
onderzoek
op nieuwe wegen
Rond de
Schelde
13
Zoomweg Noord-Brabant
situeerd wordt dan is de Raad van mening dat de
situering bij Oirschot meer acceptabel is dan ten
Z.O. van Volkel mits de begrenzing gewijzigd wordt
in verband met de ruilverkavelingen Oirschot-Best,
Middelbeers en Zaligheden-Oost.
Voorbereidingsprogramma ruilverkavelingen in
Noord-Brabant van 1970 t/m 1974. In het voorberei
dingsprogramma worden opgenomen het blok
„Oud-GastelOudenbosch", waarvan aangenomen
mag worden, dat het een van de belangrijkste ver-
beteringsbehoeftige gebieden zal zijn in de West-
Brabantse regio.
Ruilverkaveling Zuiderafwateringskanaal Be
neden Donge. De Minister van Landbouw heeft ge
antwoord op het schrijven van de Gewestelijke
Raad. Uit dit schrijven blijkt dat spoedig een op
lossing gevonden zal worden voor de problematiek
van dit gebied, zodat de verwachting is gewettigd,
dat weldra over de ruilverkaveling gehemd kan
worden.
Leidingstraten. De Raad heeft zijn bezwaren en
opmerkingen ten aanzien van leidingstraten en de
voorgestelde tracering kenbaar gemaakt aan de
Provinciale Planologische Dienst. Het Landbouw
schap zal een studiecommissie samenstellen om zich
nader te beraden ten aanzien van leidingstraten.
Gebiedswijziging Gewestelijke Raad N. Brabant,
Ingaande 1 januari van 1970 is alsnog het Land van
Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen toegevoegd
aan het werkgebied van de Gewestelijke Raad voor
Gelderland.
De verkeerssituatie in West-Brabant is onder
werp van gesprek geweest in de vergadering van
de gewestelijke Raad van Noord-Brabant van het
Landbouwschap die op 6 februari jj. vergaderde.
Dit naar aanleiding van een schrijven van de ZLM,
waarin er op werd gewezen dat na het openstellen
van de dam over het Volkerak in 1970 het verkeer
naar het Zuiden dan voorbij Dinteloord de eerste
jaren gebruik zal moeten maken van de bestaande
wegen. Hetzelfde geldt voor het verkeer in Ooste
lijke richting, dat zich zolang de weg, die aanslui
ting moet geven op rijksweg 17 niet klaar is, met
dijkwegen zal moeten behelpen.
Het is de verwachting dat in de komende jaren
zowel het snelverkeer als het landbouwverkeer van
dit nog primitieve wegennet gebruik zullen moeten
maken, met het gevolg dat in het gebied ernstige
verkeersmoeilijkheden zullen voordoen.
De Raad besloot er, aldus blijkt uit het verslag
van de vergadering dat wij eerst j.l. maandag 1
maart ontvingen, bij de bevoegde instanties op aan
te dringen om spoedig het wegennet aan te passen
en de versnippering van gronden en de doorsnij
ding van bedrijven, die ontstaan door de aanleg van
de wegen te beperken door uitvoering van een ruil
verkaveling. Ook in ons hoofdartikel in het blad
van de vorige week werd aan e.e.a. aandacht be
steed.
ANDERE punten die op deze vergadering o.m.
ter sprake komen, waren:
Militair oefenterrein. Op 22 januari 1970 heeft te
Eindhoven een hoorzitting plaats gehad van een
bijzondere commissie van de Tweede Kamer in ver
band met eventuele situering van militaire oefen
terreinen in Noord-Brabant. De Gewestelijke Raad
heeft zijn standpunt op de hoorzitting naar voren
gebracht.
De Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de situe
ring van een militair oefenterrein in Noord-Bra
bant daar in deze provincie reeds veel gronden be
stemd zijn voor militaire doeleinden.
Indien een oefenterrein in Noord-Brabant ge
BINNENKORT zullen meer dan de helft van alle
instellingen van landbouwkundig onderzoek
onder ressort van het ministerie van landbouw en
visserij in één stichting worden samengevoegd. De
oorzaak van deze wijziging van de structuur van
de onderzoekorganisatie is in de eerste plaats in
het onderzoek zelf gelegen en wel in de geleide
lijke wijziging van de onderzoekmethodiek. Dr. ir.
G. de Bakker, Algemeen Directeur van het Land
bouwkundig Onderzoek wees er onlangs op dat bij
voortschrijdende specialisatie er steeds groter be
hoefte komt aan moderne wetenschappelijke in
strumenten en uitrusting die bijzonder kostbaar
zijn en zeer hoge eisen stellen aan bediening en
onderhoud. -Tevens komen er steeds meer proble
men bij het onderzoek naar voren, waarvoor een
landbouwkundige opleiding niet toereikend is en
waarvoor onderzoekers nodig zijn, die een oplei
ding genoten hebben in een ander vakgebied zo
als scheikunde, electronica of biologie. Het zou te
kostbaar worden, elke onderzoekinstelling deze
apparatuur en dit personeel ter beschikking te stel
len. Er wordt derhalve naar mogelijkheden gezocht
meer instituten van dezelfde apparatuur en man
kracht gebruik te laten maken en tevens aanschaf,
onderhoud en administratie centraal uit te .voeren.
VAN de voordelen van concentratie zal ook ge
bruik worden gemaakt bij het nieuw te stich
ten onderzoekcentrum, dat in Oostelijk Flevoland
zal komen. Hier zullen zeven instellingen op het
gebied van veehouderij, veeteelt, veevoeding en
diergeneeskunde in vergaande mate gaan samen
werken. Tot deze instellingen behoren bekende in
stituten als het Instituut voor Vee voedingsonder
zoek te Hoorn en het Instituut voor Veeteeltkun-
dig Onderzoek te Zeist en ook afdelingen van de
Landbouwhogeschool. Deze concentratie zal het
mogelijk maken doelmatiger gebruik te maken van
moderne laboratoria, bedrijfsgebouwen, kostbare
inrichting en personeel dan voorheen het geval is
geweest.
IIET landbouwkundige onderzoek heeft in de
ruim 100 jaren van haar bestaan een veel
heid van taken gekregen, waar nog steeds nieuwe
bijkomen. Het is duidelijk, dat veel onderling over
leg en samenwerking wordt gevraagd om de ver
schillende activiteiten op elkaar af te stemmen.
Bovendien ligt er in de specialisatie het risico, dat
problemen waaraan de onderzoekers werken, ver
af komen te staan van de praktijk van de land
bouw. Daarom is er in ons land reeds jaren een
systeem van overleg waaraan alle bij het land
bouwkundige onderzoek betrokken partijen deel
nemen. Elk instituut stelt daarbij een plan van
onderzoek op, dat in vergaande onderdelen nauw
keurig besproken wordt met vertegenwoordigers
van boeren en tuinders, agrarische handel en in
dustrie, deskundigen vgn de landbouwvoorlich
ting, overheid en andere wetenschappen. Op deze
wijze zijn, 600 personen uit de agrarische praktijk,
200 man uit de wetenschap en 100 man van de
voorlichtingsdienst bij het overleg betrokken. Het
spreekt voor zichzelf, dat er ook overleg wordt ge
pleegd tussên instellingen en onderzoekers, die op
verwant gebied werken.
ZOALS bekend is de Nationale Raad voor het
Landbouwkundige Onderzoek JNO een orga
nisatie, die het gehele onderzoek overziet, samen
werking bevordert en een voorkeur voor de rich
ting van het onderzoek kan uitspreken. De werk
zaamheden van deze Raad hebben zich tot düsver
voornamelijk beperkt tot de onderzoekinstellingen
die onder het ministerie van landbouw en visse
rij vallen. Momenteel is een nieuwe structuur in
voorbereiding waarbij de Raad ook de -bevoegd
heid krijgt, tevens bundeling en afstemming te be
vorderen van het onderzoek, dat verricht wordt
bij de Landbouwhogeschool, de Veterinaire Facul
teit van de Rijksuniversiteit Utrecht en de insti
tuten voor toegepast natuurwetenschappelijk on
derzoek TNO.
Het is de verwachting, dat de verschillende vor
men van bundeling van krachten ertoe zullen bij
dragen, de voordelen van de specialisatie te be
houden, de nadelen ervan voor een belangrijk deel
te ondervangen en tevens als gezegd de on
derzoekinstellingen moderne middelen te verschaf
fen, nodig voor een doelmatige arbeid.
Het is weer al maart en we staan met alles klaar
om in het land te beginnen, maar het is nog steeds
te nat. Bij een mooie winderige dag zien we al grijze
kopjes, maar we worden nog steeds geplaagd met
buitjes. Alleen wat nachtvorstjes kunnen ons van
dienst zijn om een begin te maken met het werk op
het land. Het is wel typisch, dat de nacht vorstjes,
die we deze winter gehad hebben, steeds tijdens de
weekenden plaats vonden. We hebben ons duist-
perceel de Kreekblok nog maar één keer met de
triltandcultivator open kunnen rijden en we had
den het graag nog een keer gedaan, want dat scheelt
aanmerkelijk met de duistbezetting straks in de
erwten.
Deze week is zwager met zijn zoon op bezoek
geweest. De jongen had drie voorlichtingsmiddagen
op de landbouwschool achter de rug en was nu erg
somber gestemd over de toekomst. We hebben druk
zitten praten en kwamen tot de conclusie, dat er
aan zijn opleiding niets haperde, maar dat hij van
de economische kant van het ouderlijk bedrijf niets
afwist. Hem eens wat meer betrekken in de be
drijfseconomische boekhouding en eens mee nemen
naar een vergadering van een gespreksgroep zou
zeer aan te bevelen zijn.
Ook het Landbouwschap en onze ZLM zijn druk
bezig zich te verdiepen in de opleiding van de jonge
boer. Vraagpunten over het onderwijs doen in de
afdelingen de ronde. Deze zijn niet bedoeld voor
de plaatselijke besturen, maar voor de leden, die
mee willen denken en spreken over de toekomst
van hun kinderen.
Pas geleden ben ik met mijn vrouw mee geweest
naar een vergadering van de vrouwenbond. Ook de
mannen waren hiervoor uitgenodigd. Achter de be
stuurstafel troonde een keurig gekapt bestuur en
toen tante Mina, de presidente, met haar openings
woord begon, was het opeens- muisstil. Wat een
vergadertechniek. Het huishoudelijk gedeelte ver
liep vlot en daarna kreeg een heer gelegenheid te
^spreken over het onderwerp „Hygiëne". Ik dacht:
„Mannetje, jé zit nu in het hol van de leeuw." De
dames gingen er eens echt voor zitten, maar geen
nood hoor. Hij begon in grootmoeders tijd en boeide
al direct. Op 't laatst ging hij nog wat dieper in op
onze consumptie en de schimmels en bacteriën die
daarop betrekking hebben, 't Was wel een beetje
onsmakelijk, maar hij eindigde met een gewiekst
slot door te stellen, dat de hygiëne op onze planeet
voor een groot deel te danken was aan haar vrou
welijke bewoners. Een daverend applaus barstte
daarna los. In haar dankwoord was de presidente,
in deze tante Mina, verre van een dolle Mina, maaï
ze kon glunderend terug-zien op een goed ge
slaagde avond.