De maand maart op het landbouwb 8 Cossulei Rundvee F ÏMPE Een bekalking van het zaaibed is op slempgevoelige- en zandgronden aan te bevelen voor-bieten, erwten, vlas en bruine bonen. Bij het schrijven van dit artikel ligt alles nog onder een (dikke) laag sneeuw, en het eind van februari is reeds in zicht. We hopen echter in de maand maart met de voorjaarswerkzaamheden te kunnen beginnen. Wanneer begonnen kan worden is afhankelijk van de weersomstandigheden. In de wintermaanden is er voldoende tijd geweest voor het opmaken van het bouw-, bemestings-, spuit- en voederwinningsplan. Het bouwplan dat nu is opgesteld zal wel geen grote wijzigingen meer ondergaan. Tengevolge van de hoge aardappel, en uienprijzen die in de afgélopen winter gemaakt zijn, is op enkele bedrijven een uit breiding van deze gewassen in het bouwplan te zien ten koste van de oppervlakte vlas en erwten. Bij het opstellen van ons bouwplan mogen we ons niet te veel laten leiden door bijzondere omstandigheden van de afgelopen winter. Vruchtwisseling en arbeid zullen bij het opstellen van ons bouwplan niet uit het oog mogen verliezen. Overdrijven in bepaalde teelten is zeer gevaarlijk voor wat betreft vruchtwisseling, prijsrisico en arbeid. het zaaibed is op slempgevoelige- en zandgronden aan te bevelen voor bieten, erwten, vlas en bruine bonen. BEMESTING Het strooien van kunstmest dient met de nodige zorg te gebeuren. Bij het gebruik van centrifugaal- of pendelstrooiers komen nogal eens strooibanen voor. Dit is op geen enkel gewas gewenst, maar op granen, graszaad en vlas kan het moeilijkheden ver oorzaken en schadelijk zijn. Belangrijk is dat het strooïapparaat in werkstand (op het land) op de juiste hoogte is afgesteld terwijl de stand zowel van achter als zijdelings gezien horizontaal moet zijn. Men mag wel bedenken dat bij een volledig gevulde voorraad- bak de trekker diep zal insporen, waardoor de stand van het strooiapparaat verandert. Voor de fosfaat- en kalibemesting kunnen de bemestingsadviezen, geba seerd op het grondonderzoek, als richtlijnen dienen. De hoeveelheid stikstof die wij op de verschillende gewassen moeten geven om een optimale opbrengst te verkrijgen, is van tevoren zeer moeilijk vast te stel len. De weersomstandigheden en vooral de neerslag in de winter en tijdens het groeiseizoen spelen hierbij een belangrijke rol. Aangezien er in de afgelopen win ter geen abnormale regenval is geweest, zullen wij volgens de uitspraak van de heer dr. F. v. d. Paauw van het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te Haren (Gr.) ons moeten richten op een normale stikstofgift. Ook de weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen zijn niet te voorspellen en daarvoor zal men ook de middenweg, dus een normale stikstofgift, moeten kiezen. Bij een te royale stikstofbemesting op tarwe kan legering worden tegengegaan door een tijdige be spuiting met CCC. In vele gevallen worden mengmeststoffen gebruikt. Op gewassen zoals aardappelen, bieten en uien soms vrij grote hoeveelheden. Bij weinig neerslag tijdens de periode van opkomst kan dit aanleiding geven tot een te hoge zoutconcentratie in de bovenlaag. Dit kan groeiremming tot gevolg hebben en zelfs ver brandingsverschijnselen veroorzaken. Door deze gro te hoeveelheden mengmeststoffen bijvoorbeeld 2 3 weken voor het zaaien of poten te geven, kan men dit risico enigszins ondervangen. Een bekalking van GRONDBEWERKING Bij de voorjaarsgrondbewerking dient er naar ge streeft te worden om een zo gelijkmatige mogelijk zaaibed te verkrijgen. Van belang is dit vooral bij de fijn zadige gewassen zoals bieten, vlas en uien. Een zeer oppervlakkige en regelmatig diep losge maakte grond zal veel bijdragen tot een regelmatige opkomst. Het zaad komt hierdoor op een wat vastere vochthoudende bodem te liggen. Vooral bij erwten mag de grond wat dieper losgemaakt worden, waar-* door het mogelijk is om de erwten voldoende diep te zaaien. Bij onvoldoende diep zaaien van erwten is er kans op dat Simazin of Camparol kiembeschadiging geven. Liggen er veel erwten op de grond dan zal dit duiven- schade in de hand werken. Wanneer in het voorjaar een zaaibed wordt ge maakt, verdient het aanbeveling oon zoveel mogelijk bewerkingen in één werkgang uit te voeren, om spo- renschade te voorkomen. Sterk drogend weer geeft velen aanleiding om te gaan rollen; achteraf bekeken doet dit dikwijls meer schade dan goed. Als het zaaibed aan redelijke eisen voldoet kan het rollen in de meeste gevallen achten* wege blijven. BESTRIJDING VAN ENKELE MOEILIJKE ONKRUIDEN Een aantal moeilijk te bestrijden onkruiden zoals klein hoefblad, kweek, duist en wilde haver zullen wij nog steeds met alle ons ten dienste staande mid delen te lijf moeten gaan. Deze onkruiden zijn de laatste jaren nogal toegenomen. Van groot belang is te weten op welk tijdstip deze onkruiden het best kunnen bestreden worden. Op wegbermen, slootkanten, dijken en grondwallen kan veel klein hoefblad voorkomen. Klein hoefblad heeft in maart mooie gele bloemen die er ons aan herinneren dat het voorjaar in aantocht is. Deze bloe men kunnen veel zaad geven dat zich her en der ver spreidt. Het bloeiende hoefblad kan bespoten worden met MCPA, waardoor zaadvorming wordt voorkomen. Het verdient aanbeveling om deze plaatsen in de loop van de zomer nog 2 3 maal te bespuiten met 2,4,-D. DUIST, KWEEK EN WILDE HAVER IN BIETEN, VLAS EN ERWTEN Duist en wilde haver kan In bieten, vlas en erwten bestreden worden met 3,5 liter Avadex, te spuiten voor het zaaien. Men moet als volgt te werk gaan, eerst een grondbewerking uitvoeren, dan de Avadex spuiten en direct inwerken en dan pas zaaien. Kweek in bieten kan men het best bestrijden door 2 weken voor het zaaien 1520 kg TCA te spuiten; kans op iets dunnere stand en wat groeiremming is aanwezig. Een bespuiting kan ook direct na het zaaien plaatsvinden, de kans op schade is dan echter groter en de kweekbestrijding minder. Vele percelen wintertarwe zijn in het najaar 1969 laat gezaaid. Begin februari begon dit gewas reeds een groene kleur te krijgen. De duist die in het najaar op vele percelen door bepaalde omstandigheden niet bestreden is, staat nu zeer klein. Deze kleine duist kan nu na de winter, op grond met minstens 30 afslibbaar, bestreden worden met 23 kg Eptapur- Speciaal. Op lichtere grond, maar zelfs tot maximaal 40 afslibbaar, kan 2 kg Gasaran 2088 gespoten worden. Voor niet grasachtige zaadonkruiden kan ge bruik gemaakt worden van 58 kg van DNOC 80 of 8—12 kg DNOC 50 of 4 5 kg Afasit Hoe 2913. Laatstgenoemd middel is een bodemherbicide plus een contactmiddel dat op groter onkruid over het al gemeen wat beter werkt dan DNOC maar vooral op een zwak gewas nogal wat schade kan geven. cl h< st v« aa bi ki to hi 4 de 20 iei go de gr go De fijnzadige gewassen vragen een zodan zaad op de vaste vochthoudende bi Als er naast muur en kamille ook tuintjesgras, wind- halm (pluimgras) of een enkel duistplantje voorkomt, kan men als het gewas 4 5 bladeren heeft ook 2,5 3 kg Certrol ES of 2,53 kg Tribunil spuiten. BIETEN Wanneer de grond en de weersgesteldheden het toelaten zaaien we de bieten zo vroeg mogelijk, bij voorbeeld de tweede helft van maart. Voor een goede gr< i.ii vei ter Te 15 afc pil lin bie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 8