Voorjaarsbewerking via de aftakas Zorgen rond de aardappelteelt LANDBOUWTECHNISCH spreken de volgende punten. Een schudeg mits goed afgesteld zal de grond op zijn plaats laten. Hij moet goed gekon- strueerd zijn, wat niet betekent, dat een loodzware eg de beste zal zijn. Bij een te hoog gewicht zal de eg geforceerd in dè bodem drukken en de onder grond gaan beroeren. Als een eg niet in de grond wil, zal öf de afstelling gekontroleerd dienen te worden, öf de eg iS zo „Zelfdenkend", dat de tanden juist op de natte ondergrond stoten. 5 J. TAMBOER baar wordt gesteld in ons land, nadert een half miljoen. De vraag rijst of de telers op de hoogte zijn van al de resultaten. Beschamend is wel dat er nog steeds zoveel moet worden gedaan aan blauw-onderzoek en voorlichting. Het mag nog maals herhaald worden: Bij voldoende kalibemes ting en met de nodige zorg oogsten, bewaren en afleveren, is er geen blauw. IN jaarverslag 1968 van een proefboerderij in Engeland staan o.m. de volgende, ook voor ons belangrijke, meest meerjarige proefveldresul taten: 1. Goede grondbewerking begint vrij vertaald met Vroeg, Vlak en Droog (V.V.D.) ploegen. 2. Voorgekiemd pootgoed geeft altijd een hogere opbrengst. Oude groene kiemen zijn sterker dan jonge witte. 3. In 't voorjaar niet dieper eggen, dan de grond doorvroren is. Een aangedreven eg is hiervoor het meest geschikt. 4. Wat in één gang kan moet niet in 2. Elke rit laat een spoor achter. 5. Na het poten zo spoedig mogelijk een rug zon der kluiten opbouwen. Een rijenfrees doet het onder moeilijke omstandigheden beter dan vooregjes met ploegen. Direct hierop aanslui tend de ruggen bespuiten tegen onkruid. Later eggen/ploegen drukt de opbrengst. 6. Als spuiten niet mogelijk is, moet onkruidbe- strijding met eggen/ploegen vóór 1 juni gereed zijn maar niet met droog scherp weer. Een proef met een rij-afstand van 36 inch gaf t.o.z. van 30 inch dezelfde voordelen als bij ons is gevonden met 75 t.o.z. van 67 cm. Voor sommi ge achtergebleven gebieden in ons land is het goed dit te weten. Maar die 36 inoh geeft in een normalisatieschema nogal bezwaren. Alle land- bouwwagens in West-Europa hebben een spoor breedte van 1.52 m. Om die naar 1.73 te brengen is nogal kostbaar. Bij de prijzen der laatste jaren kan dat er niet af. DIJ alle proeven met oogstmachines werd al- y tijd met een snelheid van \Vz km gereden. Dit wordt in ons land veel en ver overschreden met alle nare gevolgen van dien Prof. Ora Smith, U.S.A. wijst er in zijn voortreffelijk boek (een overzicht van alle onderzoekingen in U.S.A ea West-Europa) er op dat: zware grond goede drainage en een goede bit- mus voorziening nodig heeft, zodat lucht tot da wortek kan doordringen; het waterhoudend vermogen van de grond zeer belangrijk is, v.nl. ten tijde van de knolvor ming; de beste groenbemesting lucerne is; voorgekiemd pootgoed een hogere opbrengst geeft; knolgrote meer beïnvloed wordt door pootaf- stand dan door poter grote; pootgoed niet kleiner dan 35 mm moet zijn; de tijd van poten afhankelijk is van de tempe ratuur en de toestand van de grond. Koude en natte grond geeft kans op verdichting bij be werkingen en dit geeft lagere opbrengst. De meeste verdichting ontstaat bij natte grond en zware tractor. Dat kan gaan tot 15 cm diep. Volgens ir. Van Hameien, onze Landbouw At taché in Bonn maakt men in Duitsland grote vor deringen bij verbetering van kwaliteit en afleve ring. Ook in Frankrijk wordt hieraan héél veel gedaan, maar wat de resultaten zijn, daar komt men niet goed achter. 6 jaar geleden was een groep van 20 akkerbou wers van de Zuid-Hollandse Eilanden er stil van wat ze daar zagen aan grote goede aardappelvel den. Doch op een vraag: hoeveel subsidie krijgt U op deze bewaarplaats annex sorteerinrichting, keek de boer eens rond en antwoordde: „Het kan nog wel eens gaan regenen vandaag". Onze telers hebben op vele onderdelen nog een voorsprong op de andere landen in West-Europa. Dit dank zij het vele werk van veie instituten in Wageningen. Maar de anderen lopen snel in. Ook door de valse concurrentie in de E.E.G. moeten we alles op alles zetten altijd en constant een hoogwaardig product te telen en af te leveren. In de eerste plaats voor de binnenlandse consument, (altijd nog onze grootste klant!). Maar ook voor*, export, die zo belangrijk is voor de prijsvorming. We mogen exportmogelijkheden niet alleen af hankelijk stellen van slechte oogsten elders. Al léén een 1ste klas product geeft blijvende afzet mogelijkheden! Iedereen die zich met land- en* tuinbouw bezig houdt zal beamen, dat de basis voor een goede oogst wordt gelegd bij de grondbewerking. In tegenstel ling tot een beperkte range van oogstwerktuigen, is er voor de grondbewerking een enorme keuze, zelfs als we ons beperken tot eggen, frezen en cul tivators. Welke eisen moeten we aan deze werktuigen stel len om op de snelst mogelijke wijze een goed zaai en pootbed te krijgen en welke werktuigen komen als eersten in aanmerking? Allereerst iets over de najaarsbewerking; ploegen öf spitten óf beide. In het eerste geval kunnen er praktisch geen fouten worden gemaakt en ieder seizoen wordt de ploeger omringd door een uitgebreide voorlichting en in- struktie. Spitten dat alleen maar een goede chauffeur vraagt heeft, naast vele voordelen, ook nog het voordeel dat we in het voorjaar over losliggend vlak land beschikken. DE KOMBINATIE-EG De kombinatie-eg is een veel gebruikt werktuig. Door samenstelling van verschillende elementen kan men het werktuig aanpassen aan de gestelde eisen. Over het algemeen moet vrij snel gereden worden, zodat nogal enig vermogen nodig is. Dit zal als regel geen bezwaar zijn. Doch bedenk wel dat alle benodigd vermogen via de trekkerwielen geleverd wordt, waarbij slip niet uitgesloten is. Op lichte gronden zal de kombinatie-eg zeker voldoen en er zijn uitvoeringen, de zogenaamde blokeggen, die bijzonder geschikt zijn voor stuif gevoelige gron den. Het consulentschap Roermond heeft hiermee in het afgelopen jaar ervaring opgedaan. FREZEN Als we het woord frezen voor de landbouw noe men zullen verschillende lezers het hoofd schudden. De frees heeft zich tot dusver geen vaste plaats op het akkerbouwbedrijf kunnen verwerven, hoewel daartoe steeds weer pogingen gedaan worden. Fre zen geeft meestal een fraai oppervlaktebeeld, maar ook de natte, koude grond daaronder wordt losge maakt en gemengd met de warme toplaag. Ook wordt de grond te fijn geslagen met alle bezwaren vandien! Voor aardappelland bijv. is dit minder ge wenst; een versmeerde bodem belemmert een goede doorworteling en kluiten vormen een probleem voor de automatische rooimachine. Toch worden UAN vele kanten wordt ernstig gewaarschuwd "de oppervlakte aardappelen in 1970 niet uit te breiden. Een 50 jaar geleden werd al.gezegd: Duur pootgoed, goedkope aardappelen. Een uit breiding was destijds met een geringere export wel is waar van meer betekenis dan nu. Maar plhsygologisch geldt het nog evenzeer. Heeft de hogere prijs oogst 1969 niet voor een groot deel een phsygologische oorzaak Bij elk bericht over lagere opbrengsten in het buitenland, vloog toch y.n.l. de termijnmarkt omhoog! Een andere raadgeving van een kleine landbou wer 1.60 m met een goede kijk op het ge beuren is van latere datum en heeft nog steeds grote waarde: „Mijn beentjes zijn tekort om de markt achteraan te lopen". En: „Is bij een plotse ling opkomende uitbreiding ook de kalivoorzie- aing van 't betrokken perceel in orde? En: „Loopt het dan in 1973 wel rond?" Het verdient aanbeveling grotere zorg te be steden aan teelt, bewaring en aflevering. Voor de Europese Associatie voor Aardappelondc.x ck heeft Dr. v. d. Zaag een overzicht samengesteld van alle onderzoekobjecten in Europa. Het is ont zagwekkend zoveel er aan zovele kanten op dit uitgebreide terrein vanaf nieuwe rassen, mindere vatbaarheid voor ziekten, teelt en verwerkings mogelijkheden wordt gedaan. Nederland neemt hierbij bepaald een vooraanstaande plaats in. Het totale bedrag hetwelk hiervoor jaarlijks beschik B. XINKWEC ïng. 2 balks Vicon schud eg nog stroken gefreesd en tegelijkertijd gepoot; som mige gronden laten dit toe. Overigens is een volle- veldsbewerking, niet te ver voor de pootmachine uit, de meest toegepaste methode. AANGEDREVEN EGGEN De aangedreven eggen tenslotte worden steeds meer gemeengoed. Ze hebben iets van bovenge noemde werktuigen, namelijk: het element eg van de „getrokken" egge, en het „aangedreven zijn" van de frees. Van beide het beste? Wat maakt uit technisch oogpunt de aangedreven eggen interessant? Ten eerste een beter rendement van de trekker die zijn energie nu ook via de aftak as kwijt kan. Ten tweede de kompakte korte bouw van de eggen. Vooral de laatste tijd bestaat er meer en meer belangstelling voor het gehruik van eggen in kombinatie met andere werktuigen. Zo is een eg met opgebouwde zaaimachine al haast, een ver trouwd beeld'op de landbouwbedrijven geworden. LANDBOUWTECHNISCH Laat u daarom goed instrueren door uw leveran cier of de werktuigspecialist in uw streek. Zorg dat u het hydraulische systeem van uw trekker kent, met verkruimelrol met name de automatische diepteregeling. U zult er uw voordeel mee doen! WELKE SCHUDEG? Tenslotte, welke schudeg zal het beste voldoen? Laten we eerst vaststellen, dat een schudeg heen- en-weergaande balken heeft. Van de 4-balks schud eggen kan gezegd worden, dat ze op de uitgesproken zware gronden tot hun recht komen, en dat ze een grote egaliserende werking hebben. Vooral eggen met een lange of variërende slag. Let ook eens op de tanden Er zijn 2- en 4-balks schudeggen, die speciale tanden hebben, namelijk met een drie hoekige doorsnede. Twee hoeken, de snijtanden, be wegen zich juist in het zig-zag patroon wat de bal ken maken. De 2-balks schudeggen hebben een minder egali serende werking vanwege hun korte slag, doch zijn daardoor bijzonder geschikt voor harde droge gron den en verder voor middelzware gronden. Bij som mige 2-balks eggen zijn rollen voor diepteregeling leverbaar. Het benodigd ata-vermogen voor de 2-balks schudeggen is lager dan voor de 4-balks. Van één fabrikant is ons bekend, dat 1 pk per tand nodig is. Het is daardoor mogelijk 2-balks schudeggen bre der te bouwen dan 3 meter. Op de laatstgehouden tentoonstelling „Het Land bouwwerktuig" in de R.A.I. werd een eg met een breedte van 4.30 meter getoond, waarvoor een ver mogen van 55 pk toereikend is. Een breedte die aansluit bij de steeds zwaarderé trekkers zal onge twijfeld aanspreken. Dat de aanvankelijk specifiek Nederlandse schudeg ook ver over de grenzen ge waardeerd wordt, moge ons toch wel verheugen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 5