Welke groenteteelter op hetakkerbouwbec w 24 De laatste tijd staat de teelt van groentegewas een op het akkerbouwbedrijf nogal in de belang stelling. Velen, zowel op kleinere als op grotere bedrijven, gaan de mogelijkheden na die er voor hen kunnen zijn om door het verbouwen van één van deze gewassen hun bedrijfspositie te verbe teren. Er zijn echter verschillende factoren die men in het oog moet houden voor er een keus gemaakt kan worden, n.l.: a. de afzet; b. de financiële resultaten; c. de arbeidsbehoefte; d. de grondsoort en de vruchtwisselingseisen. AFZET Bij het nagaan van de mogelijkheden moeten we ons in de eerste plaats afvragen of er ruimte is voor deze produkten, want al zien we kans om goede groenteprodukten voort te brengen en we kunnen ze niet voor een redelijke prijs afzetten, dan schieten we daar weinig mee op. Voor verschillende gewassen is de afzet geen probleem, omdat die op-contract geteeld kunnen worden. Het gaat er dan maar om of men al dan niet een contract kan afsluiten. Met name geldt dat voor de gewassen stamslabonen, doperwten, spinazie, tuinbonen, knolselderij en in sommige gebieden witlofwortelen (Schouwen-Duiveland en Zeeuws-Vlaanderen). Voor de andere gewassen zijn ook wel mogelijkheden voor contraCteelt, maar het grootste gedeelte wordt voor eigen reke ning geteeld. Men is dan afhankelijk van de vraag naar het produkt. Hierdoor kunnen grote schom melingen in de prijs ontstaan. Per streek kunnen deze prijzen ook nog sterk variëren, zodat ieder voor zich zal moeten bezien welke mogelijkheden er voor hem zijn. DE FINANCIËLE RESULTATEN Bij het nagaan van de resultaten zullen we ge bruik maken van de saldo-berekening zoals in de akkerbouw gebruikelijk is. Onder het saldo ver staat men dan het verschil tussen de bruto-op- brengst en de kosten die direct voor dit gewas zijn gemaakt, zoals zaaizaad, kunstmest, sproeien, loonwerk, enz. Niet afgetrokken zijn dan de kos ten voor arbeid, eigen mechanisatie, grond- en gebouwenkosten en diverse algemene kosten. Dezfe worden over het gehele bedrijf berekend. WELKE GEWASSEN We zullen de verschillende mogelijkheden be zien per gewas en dan wel die teelten die voor Zeeland in aanmerking komen. We kunnen de gewassen indelen in drie groe pen: 1. De volledig gemechaniseerde teelten. Hiertoe behoren: stamslabonen en doperwten. 2. De half-gemechaniseerde teelten. Hierbij reke nen we: knolselderij, winterwortelen, witlof wortelen. Bij deze gewassen is een groot ge deelte van het werk te mechaniseren, maar er rest toch nogal wat handwerk. Tevens zijn de resultaten van het mechaniseren nog in dis cussie. 3. De teelten voor handwerk: spruiten, bloem kool, prei. Deze indeling van de gewassen berust op ar- beidstechnische aspecten. Deze bepalen nl. of men een gewas kan aantrekken op het bedrijf, o' niet. Éénmalig machinaal plukken van de spruitkool brengt de oogsttijd terug tot 200 manuren per ha. Deze methode geeft echter wel een opbrengstverlies t.o.v# meermalige hand pluk. wordt gehouden. Het gevolg is dat de prijs gaat liggen op het niveau waarop de minst veeleisende teler het wil verbouwen. Het gemiddelde saldo van stamslabonen en doperwten is 1100,tot 12.00,per ha, dus op het peil van zomergerst. Het financieel resul taat kan alleen gunstiger worden als men erg ge schikte grond heeft of kans ziet om twee gewas sen per jaar te verbouwen, b.v. stamslabonen na doperwten. Voor de rest heeft men alleen het voordeel van weinig werk en betere vruchtwisse ling. Enkele gegevens van groentegewassen die op een landbouwbedrijf kunnen passen Plant- datum Arbeidsuren Gewas Zaaidatum Oogstdatum per ha Saldo/ha Totaal Oogst (gemiddeld) Stamslabonen mei aug.-^-sept. 1200, Doperwten maart junijuli 1100,— Knolselderij 15 okt.— 4000,— (hand rooien) maart eind mei 15 nov. 340 250 (mach. rooien) maart eind mei 115 nov. 140 50 2800,— Winterwortelen april nov. 150 100 3300,— Witlofwortelen aprilmei okt.nov. 230 80 3000,— W inter bloemkool 25 juni 115 aug. eind april— 500 450 4500,— begin mei 5000,- Spruitkool begin april half mei half juni okt.maart 600 500 Herfstprei maart juni okt.dec. 580 500 5000,— Winterprei april juli jan.maart 830 750 7500,-^r STAMSLABONEN EN DOPERWTEN Dit zijn doorgaans teelten voor de conserven- fabrieken. Stamslabonen vragen van de boer al leen arbeid voor grondbewerking en kunstmest- strooien. Het precisiezaaien en het sproeien kun nen eventueel door de loonwerker worden ge daan. Het oogsten gebeurt door de afnemer. Doperwten worden door de boer zelf gezaaid, terwijl soms ook het maaien en opladen door de teler worden gedaan. Ze vragen dan wat meer arbeid dan bonen, maar het oogsten komt in een doorgaans rustige tijd, nl. eind junibegin juli. Beide gewassen vragen een grond met goede structuur. Om verlies bij het oogsten te voorko men, moet de grond goed vlak liggen. Omdat de teelt weinig arbeid vraagt, zal ieder een die geschikte grond heeft, ze kunnen verbou wen. Het areaal dat verbouwd wordt is echter be perkt, omdat dit door de fabrieken in de hand KNOLSELDERIJ Bij dit gewas maakt de mechanisatie ook grote vorderingen. Het is echter een erg teer gewas, zo dat er niet mee omgegaan kan worden als met suikerbieten. Een beschadigde knol gaat bij het bewaren gauw rotten. De knollen worden gebruikt voor verwerking in de conservenfabrieken en voor export als vers produkt. Omdat dit niet voor de gehele opbrengst kan gebeuren direct na de oogst, zal dus een ge deelte bewaard moeten worden. Dit zal dan een onbeschadigd produkt moeten zijn. Met het oog op het rooien zijn ei dan ook ver schillende mogelijkheden: 1. Handrooien. Dit geeft de meeste kans op goede knollen. Is echter arbeidsintensief, nl. 200— 250 manuren per ha. Consulentschap voor de Tuinbouw - Goes F. VADER, Bij een keus die n gewassen op het al moet eerst nagegaan bereiken. Wil men g maar wel een betere dan passen stamslab bouwplan. Wil men dabei maken, dan me zen worden. Op een meestal gaan om de i maart. Dan passen sj Deze en andere gr staand artikel genoei het netto-overschot i Nagegaan zal moeten beid in het bedrijf is soort geschikt is. Het is echter niet s groentegewas alle m< draai zijn opgelost, ieder voor zich zal n daaruit de beste te ki 2. Machinaal rooien, waarbij een lichte beschadi ging geen bezwaar is als de knollen bestemd zijn om direct te worden verwerkt. Dit kan b.v. gebeuren met een suikerbietenrooier. 3. Machinaal rooien van knollen die bewaard moeten worden. Dit gaf tot nu toe geen ar beidsbesparing omdat men er veel grond aan moest laten zitten om beschadiging te voorko men. Het schoonmaken vroeg dan veel werk. De arbeid werd alleen verschoven van het land naar de schuur. Er is nu echter een knollenreiniger ontwikkeld met een grote capaciteit, die het arbeidsprobleem hierbij oplost, zodat er meer mogelijkheden ko men. Deze reiniger werkt echter het best na be waring. Men moet dus over een goede, geventi leerde bewaarruimte kunnen beschikken. Deze laatste ontwikkeling kan tot gevolg heb ben dat de teelt van knolselderij gaat verschuiven naar het grotere bedrijf. Men moet hierbij wel bedenken dat de teelt niet goedkoper wordt, zodat men niet voor veel lagere prijs kan gaar. werken. Hiernaast zal er toch behoefte bliiven bestaan aan handgerooide knollen. De teelt vraagt tot de oogst weinig arbeid. Het planten kan machinaal gebeu ren en het onkruid kan goed chemisch worden bestreden. Bij het rooien in handwerk is een sal- van ren wijd Bi prijs ha 2 wat* Wil vrije als i Vlaa koot sned mag Or gewi het nau\ vera pree: kan Or teler rooie nade do mogelijk van 4000,/ha, bij machrnaal rooien (zonder bewaren) van ƒ2800,/ha. WINTERWORTELEN De teelt van winterwortelen is# ook voor een groot gedeelte te mechaniseren. Hiervoor worden twee rijen (afstand 10 cm) gezaaid op een rug de o ker 33 cr Af genoi galde gerei ker.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 24