POLYX
POLYX
POLYX
SUIKERBIETENZAAD
SUIKERBIETENZAAD
SUIKERBIETENZAAD
Frankrijk
en Italië
hebben
fruitteelt
politiek
2
(~)P donderdag 19 februari J.l. sprak te Goes Ir.
P. Nicolaï uit België voor de Kring Zee
land der N.F.O. over de concurrentiepositie van de
Nederlandse en Belgische fruitteelt in de E.E.G.
Daarbij ging hij vooral in op de steun die de telers
In Frankrijk van hun overheid krijgen. Enkele maan
den geleden hadden we een vraaggesprek met de
heer Nicolai over hetzelfde onderwerp. Dit werd
gepubliceerd in het ZLM Land- en Tuinbouwblad
van 13 december. In een (boeiende) lezing kan het
onderwerp echter duidelijker en vollediger worden
behandeld, zodat de bezoekers een duidelijker
beeld kregen van hetgeen er zich afspeelt.
UITBREIDING
UIT POLITIEKE OVERWEGINGEN
I\E iheer Nicolaï begon met te constateren dat
Frankrijk en Italië wat betreft de fruitteelt
allang een bepaald beleid voeren. De andere
E.E.G.-landen doen dat niet; die volgen geen be
paalde lijn, doch reageren slechts broksgewijze
op voorstellen en maatregelen van Frankrijk en
Italië. Bij de totstandkoming van de E.E.G. ont
stond er bij een aantal „technocraten" in Italië
en Frankrijk het gevoel dat ze een roeping had
den om de EJS.G. van fruit te voorzien. In Italië
kampte men met veel werkloosheid. Men had er
een politiek-sociaal probleem en stimuleerde de
fruitteelt voor het scheppen van werkgelegenheid.
In Frankrijk kwamen omstreeks I960 grote aan
tallen Fransen uit Marokko, Tunis en Algerije
terug. Dat was een invloedrijke groep, die politiek
veel onrust veroorzaakte. Dit had tot gevolg dat
de toenmalige minister Pisani ook aan zijn fruit
teeltroeping dacht en o.a. met forse subsidies en
leningen het stichten van fruitteeltbedrijven be
vorderde. Dit alles heeft geleid tot overproduktie
en te lage prijzen. In Frankrijk is de teelt ook
verliesgevend en de vooraanstaande telers voelen
voor productiebeperking. Bij de E.E.G.-onderhan-
delingen worden de belangen echter behartigd
door ambtenaren. Die zien verband tussen de op
pervlakte en hun eigen positie: hoe meer fruit,
hoe belangrijker ze kunnen zijn. Ze voelen daar
om weinig voor inkrimping en zeggen: „Er is niet
te veel fruit; de problemen liggen bij de afzet".
In COPA-verband was met de Franse telers
overeenstemming bereikt over een rooipremie van
ca. ƒ2100,a ƒ2200,— per ha en bij gehele be
drijfsbeëindiging zelfs het dubbele. Maar bij de
latere onderhandelingen werkten de eerder ge
noemde ambtenaren niet mee, zodat de rooipre
mie thans teleurstelt. Openlijk laat men in Frank
rijk blijken niet voor stimuleren van het rooien
in eigen land te voelen. De gelegenheid voor aan
vragen van de EJE.G.-rooipremie is dan ook nog
niet opengesteld. In vakbladen werd al gewaar
schuwd tegen rooien omdat dan de koelhuizen,
pakstations e.d. niet meer (volledig) benut kun
nen worden. Met de situatie in Italië was de heer
Nicolaï minder bekend. Daar geeft men echter
zelfs thans nog inplantsubsidies. En het feit dat
de Fransen Italië aanklagen omdat er te veel
steun wordt gegeven aan de fruitteelt, spreekt wel
boekdelen
VOORDELEN BIJ DE TEELT
FRANKRIJK heeft bepaalde voordelen, spe-
ciaal bij de teelt. Daar moeten wij ons bij
neerleggen. Het grootste voordeel is gelegen in
het lage loonpeil. In België bedragen de loonkos
ten (incl. sociale lasten) 5,55 per uur, tegenover
in Zuid-Frankrijk slechts ƒ3,per uur. Verder
zijn de kosten van de grond (eventueel pacht)
lager en ook de stichtingskosten. De heer Nicolaï
berekende dat dit alles de kostprijs van het fruit
met 5% cent per kg verlaagde. Overigens staat
hier tegenover dat de afzetkosten (vooral transport)
ongeveer 10 cent per kg hoger liggen voor het
fruit in Zuid-Frankrijk dan voor Bet Nederlandse
en Belgische fruit, in verband met de grote af
stand tot de consument.
Door allerlei manipulaties worden de Franse
telers echter bevoordeeld, terwijl ze zelf ook een
listig spel spelen, zij het ook noodgedwongen, door
armoede. Er is b.w' indertijd veel geld geleend
van de overheid voor grond, opstand en gebou
wen. Daarvoor moet rente en aflossing worden
betaald. Men betaalt echter geen aflossing en
zegt: „Verkoop de boel maar". De overheid weet
dat het geld er dan niet uitkomt en is al blij dat
er nog rente wordt betaald. Vooral in het zuiden
is het hagelrisico groot. De hagelpremie loopt in
sommige gebieden zelfs tot 14 Per departement
wordt echter subsidie gegeven, die veelal 40
van de premie bedraagt. Een voordeel voor de
telers van bijna 1 cent per kg. In Zuid-Frankrijk
zijn 4 jaar geleden veel bomen afgestorven door
wateroverlast. Die schade is geheel vergoed.
Er was over twee kwartalen een uitstel van
betaling van de sociale lasten, wat een aanmerke
lijke verlichting van de loonkosten betekende. De
heer Nicolaï schatte het voordeel op 3 cent per
kg fruit. Verder is door de Franse senaat met al
gemene stemmen aangenomen om de repatrianten
uit Noord-Afrika hun schulden volledig kwijt te
schelden, tot het bedrag dat ze bij hun terugkeer
hadden verloren.
AFZETSUBSIDIES
ITITGEBREID ging de heer Nicolaï in op de
V subsidies bij de afzet. Die zaten hem 't meest
dwars. Dat te meer, omdat Nederland en België
hadden meegewerkt om de subsidies goed te keu
ren. De Fransen hebben bekwame onderhande
laars en die hebben de anderen er van overtuigd
dat een goede afzet in het belang is van elke
E.E.G.-partner. In Nederland en België had men
een uitstekend afzetapparaat in de veilingen. Het
was in aller belang dat ook in Frankrijk en Italië
goede afzetorganisaties (producentengroeperingen)
tot stand kwamen. De heer Nicolaï somde daarna
de subsidies op, die al eerder in de vakbladen zijn
gepubliceerd en ook in het ZLM-rapport zijn
weergegeven:
Investeringssubsidies (vooral koelhuizen, pak
stations, e.d.): 40 voor erkende telers verenigin
gen voor de onroerende goederen en 20 voor
de roerende goederen.
Rentesubsidies: Aanvullend kunnen voor inves-
teringsdoeleinden en voor bedrijfskapitaal lenin
gen worden verstrekt door de Credit Agricole
tegen een rente van 3 (sinds kort verhoogd tot
4 a 4^
Startsubsidies: Erkende producentenverenigin
gen van groenten en fruit ontvangen van de
F.O.R.M.A. een startsubsidie van 60 van hun
beheerskosten in het eerste jaar, 50 in het twee
de jaar en 25 in het derde jaar.
De ekonomische landbouwcomité's (regionale
bonden van producentenverenigingen) krijgen een
subsidie van 80 over hun beheerskosten in het
eerste jaar, 50 in het tweede en derde jaar en
40 in het vierde en vijfde jaar na de oprichting.
De heer Nicolaï berekende het voordeel van deze
subsidies voor de Franse teler op ruim 3 ct. per
kg. Als het geleende geld niet wordt terugbetaald
wordt dit uiteraard nog hoger. Verder gaf de
F.O.R.MA voor 15 miljoen kg Golden Delicious
in de Provence een opslagpremie van ca. 12 cent
per kg. Hiertegen is zowel door de telers in ove-
rig Frankrijk, als door de E.E.G.-partners gepro
testeerd. Later werd 32 cent subsidie gegeven
door de F.O.R.M.A. by verkoop aan kettingwin
kels. Ook deze subsidie was regionaal. Toen er
tegen geprotesteerd werd, is toepassing voor ge
heel Frankrijk gevolgd.
De F.O.R.M.A. (te vergelijken met het Land-
bouwegalisatiefonds) krijgt grote bedragen ter
beschikking van de overheid en geeft daarvan ook
nog diverse andere subsidies opslag, export, (trans
port enz.) doch veelal regionaal en incidenteel.
Het is bekend dat ze niet gering van omvang zijn^
maar alles is onofficieel en daardoor zeer moei
lijk te bewijzen.
Vervolgens ging de heer Nicolaï nog in op het
voordeel, dat door de telers werd verkregen door
de devaluatie van de Franse franc. Met nadruk
wees hij op het gevaar om de subsidies die ge
geven worden op pruimen, perziken en kersen te
verwaarlozen, omdat die produkten voor ons land
van minder betekenis zijn. Deze fruitsoorten ko
men in Zuid-Frankrijk op de bedrijven voor in
kombinatie met appels. Als op perziken, pruimen
en kersen 1015 cent per kg exportsubsidie wordt
gegeven en de teelt daardoor winstgevend is, kan
men het verlies op de appels ermee goedmaken.
Tenslotte deed de heer Nicolaï een voorstel voor
nauwere samenwerking tussen Nederland en Bel
gië, om ook tot een doelbewuste politiek te ko
men. Frankrijk en vooral Italië voelen veel voor
bepaalde prijsgaranties, omdat dan hun voordeel
van lagere kosten (zonder transport) het beste
tot uitdrukking komt. Nederland en België moe
ten zijns inziens meer streven naar vrije concur
rentie.
DISCUSSIE
DIJ de discussie werd scherp gereageerd op de
Franse subsidies en was er weer kritiek op
Overheid en organisaties. De heer Nicolaï wees er
op, dat tot voor een paar jaar niemahd in België
of Nederland zich druk maakte over subsidies.
Zolang het prijspeil goed was, maakte men zich
geen zorgen. De fruitteler wou zonder overheids-
bemoieenis zijn eigen boontjes doppen. Wat de
Fransen deden, moesten ze (toen) zelf maar
weten. Toen drie jaar geleden de priis zakte, dacht
ieder nog aan een tijdelijke inzinking. Goede en
slechte jaren hebben elkaar immers altyd afge
wisseld. Pas anderhalf jaar geleden is het duide
lijk geworden dat er sprake is van een structurele
overproduktie.
In Frankrijk en Italië was het de overheid, die
een beleid voerde, dat gebaseerd was op politieke
overwegingen. Het waren niet zozeer de telers erf
de organisaties, die hierop aandrongen. De over
heid bevorderde dus de uitbreiding doelbewust en
voelt zich nu ook min of meer verplicht voor de
gevolgen. In Nederland en België was de politieke
noodzaak voor bevordering van de fruitteelt niet
aanwezig. Hierbij moet men bovendien bedenken
dat de groep agrariërs in Frankrijk en Italië veel
groter is dan in Nederland en België. Dat is be
palend voor de politieke invloed. Hoe kleiner de
groep, hoe beperkter de invloed. Dat is een gege
ven waaraan weinig te doen valt.
Tevens wees de heer Nicolaï er op, dat de sub
sidies vooral worden gegeven in het zuiden (ook
weer om politieke redenen) en via de SICA's, pro
ducentengroeperingen, die de afzet verzorgen en
waarop de overheid zodoende een stevige greep
heeft. De teler doet in feite geheel afstand van
zijn fruit na de pluk. Zijn zoon heeft zelf een be
drijf in Noord-Frankrijk, doch is niet verbonden
aan een SICA, met gevolg dat hij nog nooit een
centime subsidie heeft ontvangen
NASCHRIFT
TIJDENS de bijeenkomst werd gesproken over
een voordelig verschil van een kwartje ten
gunste van de Franse telers. We hebben gepro
beerd dat aan de hand van de gegevens van de
heer Nicolaï na te gaan en kwamen tot het vol
gende:
a. Teelt
Lagere lonen 4.9 ct per kg
Lagere grondsoorten 0.3 ct per kg
Lagere stichtingskosten opstand 0.3 ct per kg
Subsidie ha gel verzekering 0.9 ct per kg
Kwijtschelding sociale lasten 3.0 ct per kg
9.4 ct per kg
Hiervan dus ca. 8 ct per kg verschil wegens
lagere lonen en sociale lasten.
b. Afzet
Investerings- en rentesubsidies 1.3 ct per kg
Startsubsidies 1.0 ct per kg
Subsidie beheerskosten 1.0 ct per kg
Subsidie bij verkoop filiaalbedrij
ven 3.2 ct per kg
6.5 ct per kg
Hiervan 3.3 ct door de E.E.G. goedgekeurde
subsidies en 3.2 ct „verboden" subsidie.
Verder werd genoemd de 12 cent opslagpremie
voor 15 miljoen kg Golden uit de Provence, die
al snel ingetrokken werd en op slechts 1 van
de Franse appeloogst betrekking had.
Het effect van de kwijtschelding van leningen
aan de uit Noord-Afrika teruggekeerde telers is
moeilijk in geld uit te drukken. De heer Nicolaï
merkte op dat dit geen subsidie ia, doch een poli
tieke daad. Ook de geldelijke gevolgen van het
niet kunnen of willen betalen van aflossingen
door sommige telers en SICA's zijn niet te kwan
tificeren. Een beslissende rol spelen waarschijn
lijk de subsidies voor transport, export, enz. die
door de F.O.R.M.A. worden gegeven, doch vol
gens de heer Nicolaï niet te bewijzen zijn. Frank
rijk speelt het spel goed, het heeft een nationaal
fruitteeltbelèid, met politieke motieven als ach
tergrond.
A. v. O.