Pluimveedagen Kring Brabant N.O.P. Contractproduktie op de Brabantse zandgronden 19 H. HALSEMA Bedrijfsdeskundige pluimveehouderij. Consulentschap Varkens- en Pluimveehouderij N.-Brabant en Zeeland - Tilburg. Nu al drie jaar achtereen organiseert het be stuur van de Kring Brabant van de Nederlandse organisatie voor pluimveehouders een studiebij eenkomst met tentoonstelling. Gezien de belang stelling in voorgaande jaren en de grote verschei denheid in soorten pluimveebedrijven, zag men zich genoodzaakt dit jaar het evenement uit te breiden tot twee dagen. De eerste dag was speciaal voor de leghennen-, slachtkuiken- en kalkoenenhouders. De tweede dag was meer gericht op de reproductiesector. Na een korte algemene vergadering van de kring kwamen een aantal voortreffelijke sprekers aan het woord. Beide dagen werden met een forum besloten. ALGEMENE VERGADERING Tijdens de Algemene Vergadering deelde de voorzitter de heer C.> F. P. Smuldert mee, dat hij had besloten zich als voorzitter terug te trekken. Dit besluit was hem niet gemakkelijk gevallen, maar door zijn vele andere funsties voelde hij er zich toe genoodzaakt. Hij deelde mee dat het be stuur in zijn plaats als voorzitter had gekozen de heer H. van Vlokhoven uit Haaren. Hij wenste zijn opvolger veel succes in deze functie toe. De nieuwe voorzitter begon zijn taak met een dank woord aan de heer Smulders die in zijn verschil lende functies bijzonder veel voor de N.O.P. heeft gedaan. VOEDEROMZET EN VOEDERSAMENSTELLING Dit was de titel van een lezing welke werd ge houden door de directeur van de C.L.O.-controle, Ir. J. P. Cornelissen. Veranderde prijzen van grondstoffen maken het noodzakelijk dat regel matig de samenstelling van mengvoeders wordt aangepast. Tenminste als men een zo goedkoop mogelijk voer op prijs stelt. Veel onderzoek is er nodig om na te gaan wat de gevolgen zijn van deze wijzigingen. Ook moet de samenstelling van de grondstoffen worden onderzocht, deze kan door verschillende oorzaken sterk veranderen. Met deze en nog vele andere zaken houdt de Stich ting C.L.O.-controle zich bezig. Spreker wilde meer openheid in de prijsbouw en in de samenstelling van mengvoeders. Hij was van mening dat grote prijsverschillen meer ge zocht moeten worden in de marges dan in de sa menstelling. De pluimveehouder moet zelf reke nen. Het voederverbruik vermenigvuldigt met de voerprijs moet zo laag mogelijk zijn. Voer met een hoger energiegehalte heeft alleen waarde voor de pluimveehouder als de verlaging van het voerverbruik opweegt tegen de meerkosten van het voer. Van hoog energierijk voer moet men niet meer eieren of minder uitval verwachten. De heer K. Rouwenhorst van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren nam vervolgens het moeilijke onderwerp „Perspectieven voor de afzet van eieren en slachtpluimvee" voor zijn rekening. De prijs van consumptie-eieren vertoont een dalende tendens en het is te verwachten dat deze nog zal doorzetten. Het Produktschap beschikt over betrouwbare prognoses over de produktie in de verschillende E.E.G.-landen. In Nederland, Duitsland en België zal de produktie in 1970 15 a 20 hoger zijn dan in de overige landen. Om de produktiestijging in 1970 op te vangen zou iedere Europeaan 17 eieren meer moeten an eten. Dit gaat zeker niet gebeuren. Het opvoeren van de consumptie is een kwestie van lange tijd. Men moet dan ook dit jaar rekening houden met lage eierprijzen. Voor de slachtkuikens worden tot nóg toe goe de prijzen gemaakt. Ook hier echter produktie- verhogingen die het vermoeden wettigen dat in de 2e helft van 1970 deze prijzen moeilijk gehand haafd zullen kunnen worden. De consumptie zou nog wat gestimuleerd kunne worden. Het zou gunstig zijn als werd toegestaan dat slagers ook vers gevogelte zouden mogen verkopen. De produktie van kalkoenvlees neemt sterk toe, werd er in 1967 nog maar 5000 ton geproduceerd in 1969 was dit al 14.000 ton. Toch ziet spreker nog duidelijke mogelijkheden voor dit produkt zowel in binnen- en buitenland. ACUTE ZIEKTE VAN MAREK De laatste ontwikkelingen in de bestrijding van deze gevreesde ziekte werden besproken door Dr. B. H. Rispens van het Centraal Diergenees kundig Instituut. Na verteld te hebben wat deze ziekte is en waardoor ze wordt veroorzaakt ging spreker ver der in op de mogelijkheden van de bestrijding. Hit virus dat de ziekte van Marek veroorzaakt gaat niet over met het ei. Jonge dieren zijn dus vrij van smetstof. Ook is bekend dat oudere die ren een infectie beter kunnen doorstaan dan jon gere dieren. Als we dus in staat zijn de infectie lang uit te stellen dan is het gevaar minder groot. We moeten echter niet teveel ~rwachten van een uitstel van infectie. Het vergroten van de erfelijke resistentie, waar aan een aantal fokkers bezig zijn, kan pas op lan gere termijn vrucht afwerpen. De enige werkelijke hoop is gevestigd op en tingen met een verzwakt virus waardoor immuni teit wordt opgewekt. De entstof is er, het wachten is op goedkeuring door de medische inspectie. Een natuurlijke besmetting opwekken door oud strooi sel te gebruiken of besmette dieren bij te plaat sen is zeer gevaarlijk. Men weet dan nooit welke besmetting men teweegbrengt. Ook is de kans groot dat nog andere besmettingen worden over gebracht. ACTUELE ZAKEN Enkele actuele aspecten in de opfok- en ver meerderingssector werden behandeld door Drs. G. v. d. Kieft van het C.P.I. Bij de opfok moet men letten op voldoende oppervlakte en volume voor de dieren. Een dichte bezetting brengt extra risico's met zich mee. Drinkwater is voor jonge kuikens bijzonder belangrijk, men moet zorgen voor voldoende drinkgelegenheden die goed be reikbaar zijn. Na het enten wordt nogal eens te weinig geventileerd. Men moet dan eerder meer dan minder ventileren. Bij de opfok van slacht- kuikenmoederdieren is het lichtschema van het grootste belang. Om het aantal grondeieren te be perken moet men bij slachtkuikenmoederdieren veel aandacht schenken aan de legnesten. Men kan uitgaan van eenvoudige eenpersoonslegnes- ten. De plaatsing van de nesten is van het groot ste belang. Zo mag het niveau-verschil tussen strooiselruimte, roosters en legnesten nooit meer zijn dan 20 cm. Het dier neemt anders deze hin dernis niet. De produktie moet goed in de gaten worden gehouden. Bij een daling moet direkt worden in gegrepen. Het is zeer moeilijk om een verlaagde produktie weer op peil te brengen. FORUM Beide studiedagen werden besloten met een forum. Steeds was de tijd te kort om aan alle schriftelijk gestelde vragen voldoende aandacht te schenken. Jammer genoeg werd er, door ge brek aan tijd, geen gelegenheid gegeven om met het forum in discussie te treden. Het bestuur kan terugzien op geslaagde dagen, die gezien het aantal bezoekers zeker in een behoefte hebben voorzien. De laatste tijd staat de contractproduktie in de veehouderijsector in de belangstelling. In enkele jaren tijds heeft het contractsysteem in deze be drijfstak een opmerkelijk snelle ontwikkeling door gemaakt. Met name in de slachtkuiken-, de varkens- en de kalvermesterij is de produktie op contract reeds van zeer grote betekenis. Opmerkelijk is echter dat er bij alles, wat er in de afgelopen jaren over geschreven is, 'n onder zoek daarover onder de boeren zelf ontbrak. In deze leemte is nu voorzien door een studie (No. 217) van het L.E.I. waarin een aantal vragen o.m. betreffen de de omvang van contractprodukten en de mate waarin de verschillende contracttypen op de Bra bantse zandgronden voorkomen, worden behan deld. In een volgend verslag zal nader op de resul taten van het onderzoek betreffende de inhoud van de contracten en de motieven waarom op contract basis wordt gemest, ingegaan worden. CONTRACTPRODUKTIE VOORAL BU GROTERE EENHEDEN Uit de gegevens blijkt dat de contractproduktie in Brabant veel voorkomt, vooral wanneer de pro- duktie-eenheden groter worden. Bij de kalvermes terij wordt ongeveer een derde op contract gemest. Bij de grotere eenheden wordt echter twee derde deel op contract geleverd of is de voederleverantie aan een contract gebonden. Het percentage kalverstapels op contract be draagt n.l. bij 1519 kalveren 7 bij 2049 kal veren 38 en bij meer dan 50 kalveren slechts 66 Bij de varkensmesterij zien we hetzelfde beeld. Van de varkensstapels van 1029 varkens wordt slechts 19 op contract gemest terwijl dit bij de varkenstapels van 3099 dieren ongeveer de helft is en bij de eenheden van 100 of meer twee derde of meer. Van de totale produktie der varkens wordt iets meer dan de helft op contract gemest. Bij de slachtkuikensector blijkt praktisch de gehele pro duktie (92 via contracten te lopen. Het nie* nro- duceren op contract is hier een uitzondering. Bij de kleinere kuikenstapels van 10002499 kuikens komt het „vrij" mesten nog bij 17 van de stapels voor. VERSCHILLENDE CONTRACTEN Bij het onderzoek heeft men verschillende con tracttypen betrokken. Men onderscheidde de vol gende typen. 1. Loonmestcontract: de boer stelt zijn arbeid en accomodatie ter beschikking en krijgt hiervoor een vaste vergopding per dier, al of niet aange vuld met bepaalde toeslagen en winstdelingen. 2. Garantieprijscontracten: de boer wordt een vaste prijs per kg gegarandeerd, veelal met een. vrije uitloop naar boven. 3. Financieringscontracten: de kosten van het pro- duktieproces worden geheel of gedeeltelijk door leveranciers of afnemers gefinancierd, terwijl de mester zich verbindt voeder van de desbetref fende leveranciers te betrekken of afgemeste dieren te leveren e.d. 4. Leveringscontracten: de boer verplicht zich de afgemeste dieren te leveren aan de wederpartij die verplicht is de dieren af te nemen. 5. Garantieprijs en financieringscontracten: een combinatie van 2 en 3. 6. Leverings- en financieringscontracten: een com binatie van 3 en 4. Bij de verschillende sectoren kwamen verschil lende contracten voor, in grote lijnen kan men het volgende onderscheid maken: mestkalversector: ±80 van de contracten zijn financieringscontracten en loonmestcontracten. mestvarkenssector: meestal garantieprijscontrac ten al dan niet gekoppeld aan financieringscontrac ten. Bij eikaar 70 van alle contracten. Dit houdt in dat ongeveer 40 van de totale varkens- produktie wordt gemest met prijsgarantie voor de afgemeste dieren. slachtkuikens: een veel voorkomend contracttype is 't leveringscontract (36 v.h. totale aantal con tracten). Verder wordt 45 van de afgemeste slachtkuikenproduktie met prijsgarantie afgezet. De publikatie 2.17 kan worden besteld door over schrijving van ƒ3,50 op postrekening No. 41.22.35 t.n.v. het Landbouw-Economisch Instituut te Den Haag. Vermeld dient te worden: „Zend publikatie No. 2.17".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 19