9C* lm Naar hoger niveau „SASSEGRAVE" LAGERE AGRARISCHE SCHOOL TE SCHERPENISSE OFFICIEEL GEOPEND f)E ervaring leert, dat het tekort aan contac- ft*-* „ten tussen de zelfstandige scholen van uit eenlopende soort een belemmering vormt voor „het corrigeren van een minder goede schoolkeuze. .Alvorens te spreken over scholengemeenschap pen, middenscholen enz. is het daarom noodza kelijk, dat besturen en directies van scholen in pit gebied elkaar beter leren kennen om daarna „te komen tot een gesprek, waarin de belangen van „de leerlingen van dit eiland centrael worden ge- „steld. Hetxeiland Tholen heeft een ruime scholen- „outillage om de 600 leerlingen van het voortgezet „onderwijs zowel in theoretisch als praktisch op- „zicht vorming bij te brengen. Laat ons om te be ginnen nog meer aandacht gaan schenken aan „de inhoudelijke kant van het onderwijs door in r*E heer Prins kwam tot deze conclusie mede op grond van het recentelijk door de onder wijscommissie van het Landbouwschap ingenomen standpunt, dat de meeste spanning ten aanzien van de juiste schoolkeuze voor een vorm van voort gezet onderwijs wordt opgeroepen op het raakvlak van mavo en lager beroepsonderwijs. Veruit het grootste deel van hen, die de lagere school verlaten is qua begaafdheid aangewezen op een van beide schoolvormen. En juist deze grote categorie (ca. 70 komt te staan voor een min of meer geforceerde keuze, die door het bestaan van twee volkomen gescheiden brugklassen (voor mavo en lbo) ten zeerste wordt bemoeilijkt. Daar komt dan nog bij, dat het lager beroepsonderwijs in vijf schoolvormen uiteen valt. De moeilijkheid is dientengevolge niet alleen, dat reeds op 12-ja- rige leeftijd een min of meer geforceerde school keuze moet worden gedaan, maar dat zulk een keuze bovendien dwingt tot een nadere precise ring. Daardoor wordt op jeugdige leeftijd de be roepskeuze geforceerd, terwijl dit toch voor een 12-jarige onmogelijk een verantwoorde keuze kan zijn. LIET onderwijsstelsel, zoals we dit nu in Ne derland kennen, zal volgens vele onderwijs deskundigen moeten worden doorbroken. De ge dachten gaan uit naar een vorm van 3-jarig alge meen onderwijs (middenschool) die zich ten doel stelt de ontplooiing van de gaven van „hoofd, hart en handen", zoals dit reeds twintig jaar geleden die niet voor mogelijk werden gehouden. Zien wat naar de fruitteelt, waar men dikwijls voor de keu# wordt gesteld: doorgaan, ophouden of omschake len. Kiest men voor het laatste, dan blijkt dat de vaktechnische kennis slechts van betrekkelijke waarde is, maar dat des te groter waarde moet worden toegekend aan de ondergrond van alge* mene kennis en vorming. I jlTGAANDE van deze leidende gedachten stel- de ir. Prins, dat in de verschillende gebie den van Zeeland voor de betreffende streek pas sende combinaties kunnen worden gevonden, het zij horizontaal en/of verticaal. Gok het middelbaar landbouwonderwijs is momenteel onderwerp van studie en ook daar gaan de gedachten uit naar concentraties. Goes ip het aangewezen centrum voor een land- en tuinbouwonderwijscentrum, zo wel op lager als middelbaar niveau, terwijl ook voor Zeeuws-Vlaanderen aan een dergelijk centrum kan worden gedacht. Voor Schouwen en Tholen al dus de heer Prins kan men denken aan een hori zontale structuur en wellicht ook voor Walcheren met in dat gebied een mogelijkheid tot meer spe cialisatie. In deze tijd van grote veranderingen in de land bouw, samengaand met een totaal nieuwe concep tie van het Nederlandse onderwijsbestel, is een heroriëntering op het gebied van het agrarisch on derwijs van dubbele betekenis. Deze situatie be tekent een uitdaging. Juist op het moment van de opening van dit nieuwe gebouw worden we hier- „de eerste plaats de jaarlijkse aanmelding van zo'n „kleine 200 leerlingen bij wijze van spreken in één „brugklas op te vangen om zodoende de overgang „van de ene naar de andere school te vergemak kelijken. Later kan deze brugperiode dan worden „uitgebreid en kunnen meer elementen van de ge dachte ener scholengemeenschap worden inge- „bouwd", aldus ir. J. Prins, algemeen voorzitter der ZLM in zijn toespraak tot een aandachtig gehoor in de verleden week woensdag door hem officieel geopende nieuwe lagere agrarische school „Sasse- grave" te Scherpenisse. door prof. Kohnstamm werd uitgedrukt. Het accent moet daarbij dus komen op de vorming. Het „vak- onderricht" hoort als zodanig in de middenschool niet thuis, maar wel zal grote waarde worden toe gekend aan het „handvaardigheidsonderwijs", dat bij de algemene vorming zo'n belangrijke rol kan vervullen. Verschuiving van de beroepskeuze naar de 15 16-jarige leeftijd geeft meer ruimte voor een brede basis van algemene vorming, die ook in het latere leven zo goed van pas komen. Ook in de agrarische sector zijn wisselingen aan de gang, voor gesteld. Maar bij elke stap die we zetten weten we, dat het anders zou kunnen, anders zou moeten. Zo is ook de bouw van deze school steeds met vragen omgeven geweest. Niets doen of door gaan. Dank zij de volharding van de streek de kring en de commissie van toezicht is de school er toch gekomen, zij het tien jaar te laat. Wij prij zen ons gelukkig, dat de streek thans over een goede accomodatie beschikt, die in de toekomst onder welke naam dan ook een nuttige func tie kan vervullen. (Zie verder pag. 10) JTiE vraag of de tegenwoordige wijze van hef- fing van Inkomstenbelasting nog voldoet aan de eisen van de tijd, is volop in discussie. Met het elan van de jeugdige student, werpen vele in het belastingrecht vergrijsden zich met ware harts tocht in de strijd en laten oude, gevestigde fiscale begrippen op hun grondvesten wankelen. Voor de gewone burger gaan de meeste theore tische begrippen te hoog. Hem interesseren voorna melijk de vragen: „Moet ik al dan niet inkomsten belasting betalen?" En zo ja, „Wat kan ik dan van mijn inkomen aftrekken?" Waarbij in het gehele scala van mogelijkheden slechts enkelen de juiste weg weten te vinden. Vele anderen, de niet-weten- den, blijven, zelfs bij de meest eenvoudig gehou den handleiding, in het duister rondtasten en gaan ten onder aan onze geperfectioneerde wetgeving, waarbij veelal het gevoel behoudend, dat ze op de een of andere manier toch te veel belasting beta len. - f)E roep om vereenvoudiging is dan ook te- ■LJ recht. Echter, niet alleen de behoefte van de burger doet deze noodzaak naar voren komen. Er is nog een andere dringende reden om de be lastingheffing te vereenvoudigen en dat is de nood bij de belastingdienst zelf! Het wassend aantal belastingplichtigen voor de Inkomstenbelasting overspoelt langzamerhand het arbeidsvermogen van het aantal tot vaststellen be voegde ambtenaren zodanig, dat de in de Wet vast gelegde perfectie steeds minder tot haar recht komt. De vraag moet dan ook gesteld worden: „Hoe verlenen we aan de in de wet neergelegde perfec tie weer zin, nu de uitvoering van deze perfectie niet navenant kan zijn?" Er zijn ogenschijnlijk maar twee mogelijkheden: meer ambtenaren of minder perfectie. Kiest men de eerste, dan houdt dit in, dat op korte termijn enige duizenden hooggeschoolde belastingambtena ren extra nodig zullen zijn. Waar haalt men ze van daan? De tweede mogelijkheid geeft pas soelaas als het meest waardevolle element van de perfectie: de rechtvaardigheid, vrijwel volledig wordt geëlimi neerd. Bovendien ligt het voor de hand, dat voor ingewikkelde zaken nooit simpele wetten kunnen worden gemaakt ALDUS schrijft een commentator in het week- blad voor fiscaal recht, terwijl een ander schrijft in het weekblad Fed: Maar ook van andere zijden is kritiek geuit. Rich ten de bezwaren in d volksmond zich voorname lijk tegen de ingewikkeldheid en de hoge tarieven bezwaren welke ik deel ook bij de verschil lende politieke partijen is twijfel gerezen aan de werking van de huidige inkomstenbelasting. Een niet onbelangrijk gedeelte van de kritiek komt overeen met die in wetenschappelijke kring. Hoe zit het met het afwentelingsvraagstuk? Drijven de hoge tarieven de inkomens en mede daardoor de prijzen op? Is de inkomstenbelasting wel het juiste middel om te komen tot een meer rechtvaardige inkomens- en vermogensverdeling; is niet het tegendeel het geval en werkt deze belasting niet eerder een groter worden van de inkomensver schillen in de hand? Een aantal vragen die zowel in het wetenschap pelijke als het politieke kamp op dit ogenblik wor den gesteld. Deze opmerkingen over de Inkomstenbelasting zijn aan te vullen met soortgelijke opmerkingen over de omzetbelasting. Reeds na een éénjarige werking blijkt dat de uitvoering van de B.T.W. wet op onoverkomelijke bezwaren stuit. Hoe langer hoe meer klinkt de roep om vereen voudiging en herziening. Maar vooral om verlaging. De grenzen schijnen te zijn bereikt. Wij zullen er dan eveneens bij moeten bedenken dat minder in komsten minder uitgaven zullen moeten betekenen. En hoe dat te realiseren, is een zeer moeilijk te beantwoorden vraag. PAAUWE. a

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 3