KANTEKENINGEN OVER AARDAPPELEN
Aardappel
exportvergunningen in
discussie
Andermaal
aktualiteiten over de
graszaadteelt
20
IN de de vorige week gehouden openbare be-
stuursvergadering van het Produktschap voor
Aardappelen heeft de voorzitter, Dr. C. H. J. van
Beukering, een aantal aktuele zaken over de aard
appelsituatie aangesneden. Hij wees er o.m. op
dat door de grote aardappeloogsten in de laatste
jaren het noodzakelijk is dat daarvan rond één
derde uitgevoerd wordt. Daardoor zijn de binnen
landse prijsvorming en de financiële uitkomsten
voor het bedrijfsleven nog meer afhankelijk ge
worden van de waardering die ons produkt op de
buitenlandse markten ontmoet. Zowel de telers
als het afzetapparaat dienen zich goed te reali
seren dat de buitenlandse waardering in hoofd
zaak bepaald wordt door de kwaliteit, door de
wijze van bediening en door de verkoopaktiviteit
van de exporteurs. Deze faktoren zullen dan ook
de volle aandacht van het bedrijfsleven moeten
blijven opeisen, daar anders bij deze grotere pro-
duktie en exportnoodzaak het prijs- en afzetrisico
onevenredig groot zou worden. Voor een van na
ture speculatief produkt als aardappelen is dat
niet verantwoord en zeker niet voor de telers voor
wie de aardappel de basis van hun bestaan is. In
dien het bedrijfsleven zich op de juiste wijze blijft
inzetten kan er op worden vertrouwd dat onze
positie van deze laatste jaren op de markten bin
nen de E.E.G. en daarbuiten kan worden behou
den en wellicht verder kan worden versterkt. Wel
meen ik te moeten waarschuwen tegen het voor
nemen van meerdere telers het. areaal in 1970
noemenswaard uit te breiden, omdat de afzet van
een daaruit voortvloeiend groter exportsurplus
grote moeilijkheden kan opleveren.
TEVENS wees Dr, Van Beukering pp de nieu-
we bepalingen ter voorkoming van aardap
pelmoeheid die onder meer inhouden dat vanaf
1973 éénmaal in de vier jaar aardappelen op de
zelfde grond mogen worden verbouwd. De 1 op 3
teelt, zoals tot nog toe door veel consumptie-
aardappeltelers is toegepast, mag gehandhaafd
blijven indien om beurten resistente en vatbare
rassen worden verbouwd, dan wel vooraf grond-
ontsmetting wordt toegepast. Voldoet men niet
aan een van beide voorwaarden, dan mogen in
1973 geen aardappelen worden verbouwd op per
celen waarop voor het laatst in 1970 aardappelen
hebben gestaan. Thans bestaan er nog vrijwel geen
aan Bintje gelijkwaardige resistente consumptie
rassen en met de ontsmetting van kleigrond is nog
weinig ervaring opgedaan.
Het bedrijfsleven doet er daarom goed aan dit
probleem voor de uitpoot in het komende voorjaar
goed te overdenken, ook al realiseer ik me de
onzekerheden die nog bestaan om thans reeds een
zo verantwoord mogelijke keuze te maken. Doet
men dit niet dan kan de situatie ontstaan dat In
1973 de aardappelverbouw terugvalt of te veel
aardappelen van nieuwe resistente rassen op de
markt worden gebracht die nog niet bekend zijn
en wellicht minder gewaardeerd orden dan Bintje
en de kleinere ingevoerde rassen. De verdere ont
wikkeling yan de produktie en afzet zou hierdoor
verstoord worden wat ook onze concurrentiepositie
zou verzwakken. Vooral omdat in andere landen
dergelijke bepalingen niet bestaan en daar de ver
bouw van het overal gewilde ras Bintje nog steeds
in opmars is.
De vooruitzichten voor de teelt van zand con
sumptie- aardappe 1 en zijn beter geworden nu de
telers zich zijn gaan aanpassen aan de eisen die
door de veredelingsindustrie en voor export naar
West-Duitsland worden gesteld. Vooral door de
toenemende belangstelling van de industrie ver
wacht ik dat het areaal zandaardapelen, dat in 15
jaar tijd van 60.000 tot 20.000 ha is ingekrompen,
thans door het dieptepunt heen is en een geleide
lijke uitbreiding zal plaatsvinden. Onder invloed
van de dooreengenomen slechte uitkomsten in het
verleden is het begrijpelijk dat de zandtelers de
voorkeur geven aan kontraktteelt.
TEVENS besteedde Dr. Beukering aandacht
aan de aktuele marktsituatie. De prijzen die
rond de jaarwisseling hun hoogste peil bereikten
zijn de laatste weken flink gedaald. Van de weers
omstandigheden en de prijsontwikkeling in de
importerende landen zal afhangen in welke mate
deze daling verder zal doorzetten. De prijzen zijn
thans nog gunstig en de verdere vooruitzichten
lijken goed, ook al staat geenszins vast dat de
hoge prijzen van begin januari opnieuw kunnen
worden bereikt.
Intussen is het rumoer om de hoge aardappel
prijzen enigszins verstomd. Hij had er volledig be
grip voor dat het publiek de prijzen in vergelij
king tot vorige jaren hoog vindt en onze regering
by de bestaande loon- en prysspanningen liever
tegere aardappelprijzen zou hebben gezien. An
derzijds zei Dr. Beukering te verwachten dat men
zal inzien dat het niet aangaat de prijzen van dit
seizoen op zichzelf te beoordelen. Dit is ook niet
gedaan in voorjaar 1968 toen de aardappelprijzen
volkomen in de goot lagen. Gaan we er b.v. van
uit dat het bedrijfsleven over de laatste drie oog
sten een dooreengenomen redelijke beloning moet
ontvangen, dan zou, onder invloed van de slechte
en matige prijzen van de twee vorige oogsten, de
telersprijs voor klei-Bintje dit verdere voorjaar
in de buurt van de 40,per 100 kg moeten lig
gen. Zo beoordeeld is van een extreem prijspeil
dus tot nog toe nog geen sprake geweest en zal
dat waarschijnlijk ook niet worden bereikt. Niet
temin bestaat er onvoldoende zekerheid dat van
overheidswege om politieke redenen op een ge
geven moment niet op de export naar derde lan
den zal worden ingegrepen. Uitsluitend uit voor
zorg en met het doel onder die omstandigheden de
nadelen voor het bedrijfsleven tot een minimum
te beperken, is de export naar derde landen op
vergunning gebracht. Een beperking van de ex
port betekent dit niet en het bedrijfsleven heeft
in het algemeen begrip getoond.
Voor het standpunt dat door de overheid tot
nog toe is ingenomen, n.l. niets te ondernemen,
moeten wij erkentelijk zijn. De verwachting is
gerechtvaardigd dat deze behoefte ook niet zal
ontstaan. De aardappelen spelen een zo onderge
schikte rol in het huishoudbudgetten de uitwijk
mogelijkheden naar andere voedingsmiddelen zijn
zo groot, dat van overheidsingrijpen hoogstens een
zeer tijdelijk psychologisch effekt te verwachten
is. Denkbaar is zelfs dat bij een afremming van
de export naar derde landen de vraag, met name
in West-Duitsland, extra wordt gestimuleerd.
PRODUKTSCHAP VOOR AARDAPPELEN
IN de vergadering van het Produktschap voor
Aardappelen op 29 januari is de invloed ter
sprake gekomen die het instellen van exportver
gunningen voor uitvoer naar bepaalde landen heeft
gehad op de prijsvorming. Van landbouwzijde werd
daarover gezegd, dat men in telerskringen er niet
van overtuigd is, dat deze vergunningen geen in
vloed hebben gehad op de prijsdaling.
Het secretariaat van het Produktschap was van
mening dat het vergunningstelsel eerder een
zekere geruststelling had gegeven bij de telers en
dat daarom aan andere oorzaken moest - worden
toegeschreven en wel aan:
verminderde kooplust in het buitenland, vooral
in de derde landen, waar men ons prijspeil te
hoog vindt;
de reaktie op de grote consumentenaankopen
in december;
Het artikel over de graszaadteelt in onze Mede
delingen van december j.l., dat ook is opgenomen
In de landbouwbladen, heeft de firma D. J. van
der Have aanleiding gegeven tot een ingezonden
stuk in het Zeeuws Landbouwblad om enige aan
vulling te geven, met name inzake het Van der
Have .,AII-in" kontrakt
het bekend worden van de definitieve oogstra-
ming, die ongeveer 100.000 ton hoger uitviel;
het grotere aanbod en de bereidheid om tegen
lagere prijzen te verkopen;
de ingevallen dooi, waardoor de aanvoer van
eigen aardappelen weer beter mogelijk werd in
landen als West-Duitsland en België.
Voor dit standpunt van het secretariaat pleitte,
zoals in de vergadering werd opgemerkt, dat de
daling van de prijs al begonnen is voordat de maat
regel bekend was. Als men de Rotterdamse beurs
notering nagaat dan blijkt er inderdaad een da
ling te zijn ingetreden na het bekend worden van
de oogstramingscijfers. Daarnaast zal van invloed
geweest zijn, dat ons prijsniveau te hoog lag om
b.v. naar Engeland te kunnen exporteren en de
teruglopende export.
Dit neemt niet weg, dat toch ook zeker mag
worden aangenomen dat de aankondiging van het
vergunningsstelsel méde zal hebben bijgedragen.
ALLEEN kan men zich afvragen of er een al-
ternatief bestond. Volgens mededeling van de
voorzitter werd de maatregel genomen op sterke
aandrang van de Minister van Landbouw, die
deze aandrang wel zal hebben uitgeoefend onder
invloed van zijn ambtgenoten. Wij kunnen niet
geheel beoordelen of en welke andere middelen
de Overheid nog ten dienste staan, maar als er
iets gedaan wordt, dan geloven wij, dat een ver-
HET verheugt ons, dat nog een firma 't „all-in"-
kontrakt is gaan toepassen. Het feit, dat we
hiervan ten tijde van het schrijven van ons artikel
medio november niet zo op de hoogte waren is mi.
een gevolg van te weinig communicatie tussen de
graszaadfirma's en de N.K.T.V.
In het schrijven van 26 september 1969 van Land
bouwzijde aan de Vereniging voor de Handel in
Landbouwzaaizaden (V.H.Z.) was daarom medege
deeld, dat ons was gebleken, dat er onvoldoende
bekendheid is bij de betrokkenen met de nieuwe
procedure voor het vaststellen van de tarieven voor
drogen en schonen, en werd voorgesteld binnenkort
een gezamenlijke voorlichtingsbijeenkomst aan dit
onderwerp, dat ook het all-in kontrakt ten nauwste
raakt, te wijden. Op dit verzoek is in afwijzende
zin geantwoord.
HET was natuurlijk ook mogelijk geweest, dat
de firma Van der Have overleg had gepleegd
met de N.K.T.V of ons van haar voornemen het
all-in kontrakt tóe te passen, op de hoogte had ge-
gunnings^telsel nog het minste pijn doet. De voor
stellen, die door de Europese Commissie in decem
ber zijn gedaan voor een gemeenschappelijk uit
voerbeleid, gingen b.v. veel verder. Gelukkig
blijkt de export de laatste dagen weer wat opge
leefd te zijn. De definitieve cijfers over januari
komen eerst begin februari
Gehoopt wordt echter, aldus de Direkteur van
het Produktschap, dat Engeland nog wel aan de
markt komt. Wij hebben nog een zodanig surplus,
dat export daarheen wenselijk is.
Door de voorzitter werd er nog op gewezen, dat
de exportvergunningen vlot worden afgegeven.
Op de dag van aanvraag gaan zij nog de deur uit.
JAARVERSLAG 1968
Het Bestuur keurde het ontwerp-jaarverslag
over 1968 goed. Voor het eerst zijn daarin de ge
gevens opgenomen over een geheel oogstjaar.
Voorheen werden de cijfers opgenomen over een
kalenderjaar. Volgens ons is de nieuwe opzet een
belangrijke verbetering.
Zoals gebruikelijk bevat het verslag weer een
grote hoeveelheid interessante gegevens over de
ontwikkeling van het areaal aantal bedrijven en
verdeling naar oppervlakte aardappelen per be
drijf, opbrengsten, prijzen, handel enz. T.z.t. zal
het verslag in druk verschijnen en nemen wij aan,
evenals andere jaren, dat zij verkrijgbaar worden
gesteld voor belangstellenden.
O.
steld. Hopelijk kan in de toekomst de door beide
partijen gewenste betere communicatie wèl worden
gerealiseerd, hetgeen van groot belang is voor de
gehele teelt. Het is immers van groot belang, dat
het vertrouwen in de graszaadteelt wordt hersteld.
Daartoe kan ook de medewerking van de kwekersA
handelaren aan de totstandkoming van een E.E.G.-
beleid voor het graszaad in hoge mate bijdragen.
rhet begin van de zestiger jaren, toen de
„open" participatie-teelt op de bekende 80/20
verhouding met alle kosten voor rekening van de
teler nog hoogtij vierde, werd er van telerszijde
reeds een andere verdeelsleutel gelanceerd. Een
verdeelsleutel, waarbij de firma's meeparticipeer-
den in de kosten. Een proto-type van de all-in.
Toen dan ook in de zomer van 1967 een zaadfirma
op aandringen van een commissie van telers besloot
om op all-in basis te gaan kontrakteren en daaraan
later all-in garantieprijzen toevoegde, hebben wy
(Zie verder pag. 27)