BRABANTS OVERZICHT Nieuwe tarieven voor inkomsten- en loonbelasting 18 m-5 m-8 m-9 Onder deze titel willen we proberen vanuit Ze venbergen maandelijks nieuws uit onze provincie onder Uw aandacht te brengen, soms voorzien van commentaar. Het gaat hierbij om zaken die zich In ons gebied voordoen, nieuws uit afdelingen en kringen etc. We willen dan ook graag op de hoogte worden gebracht als er zaken zijn waarvan U meent dat ze van belang voor boer en tuinder zijn en in deze rubriek thuis horen. Een telefoontje of brief kaartje naar het kantoor in Zevenbergen en U werkt mee aan het overbruggen van afstanden en com municatie en stoornissen. Kortom we moeten zor gen dat ook in onze nieuwe organisatie de band tussen de leden door middel van goede informatie blijft bestaan. KRINGEN EN AFDELINGEN De afdelingen en kringen zijn bezig met hun winterprogramma en hoewel het vaak moeilijk is om aan goede onderwerpen voor afdelingsverga deringen te komen, blijkt toch steeds weer dat er mogelijkheden zijn. De kring Oost- en Midden Bra bant nam op 12 januari j.l. afscheid van kringvoor zitter de heer De Zeeuw. Het Kringbestuur kwam bijeen om een nieuwe voorzitter aan te wijzen. De kring West-Brabant belegde een zeer geslaagde bijeenkomst in Willemstad over de ontwikkelin gen in de Westhoek. Elders in dit blad kunt U hier meer van lezen. Op 5 februari vergaderde de kring Altena-Biesbosch terwijl de kring „Langstraat" op 26 februari een ledenvergadering hoopt te hou den. In verband met de vergadering van het Dage lijks bestuur op 2 februari kwamen de kringbe- sturen bij elkaar om de agenda te bespreken. Ook verschillende afdelingen hielden bijeenkomsten. De afdelingen Someren-Asten Deurne en Nuenen de den dat gezamenlijk in Someren-dorp. De afdeling Hilvarenbeek kwam op 27 januari bijeen in „Het Open Huis" terwijl de afdeling Woudrichem zich voorbereidt op een feestelijke avond samen met de Bond van Plattelandsvrouwen. Ook de afdeling Sprang-Capelle zal daar goed vertegenwoordigd zijn. REGELINGEN O.- EN S.-FONDS EN HET OVERBRUGGINGSKREDIET IN DE FRUITTEELT In Brabant hebben 800 personen een aanvrage ingediend om in aanmerking te komen voor pre mie bij de slachtregeling van het melkvee. Het betreft hier ruim 7500 stuks melkvee. Verschillen de mensen hebben zich na de sluitingsdatum nog aangemeld zodat het aantal nog groter had kun nen zijn. De slachting zal indien de aanvrage is goedgekeurd tussen 9 februari en 30 april kunnen plaatsvinden. Overbrugginskrdeiet-aanvragen voor de fruitteelt waren er eind januari 34 in Noord- Brabant, hiervan hebben zich er 5 teruggetrokken zodat er 29 aanvragen te behandelen over bleven. Het aantal aanvragen is dus niet zo hoog verge leken met andere provincies. Misschien dat speciale omstandigheden, moge lijkheden van verkoop aan huis, hier een rol spe len. Van de gemeenten komen nu ook de goed keuringen voor de rentesubsidie binnen zodat de aanvragen helemaal afgehandeld kunnen worden en de kredieten verstrekt kunnen worden. Indien de behandeling lang op zich laat wachten of er speciale redenen zijn dat snel bekend moet wor den of het krediet verstrekt wordt raden wij U aan kontakt op te nemen met het secretariaat. Voor de rooipremie zijn 1200 aanvragen ingediend, het betreft hier ongeveer 1200 ha. Veel belangstelling was er in Brabant voor de gesubsidieerde ligboxenstallen. 200 aanvragen wer den ingediend waarbij bijna 80 aanvragen voor een stal van meer dan 50 stuks melkvee, waarvan 7 voor de bouw van een stal voor meer dan 100 melkkoeien. Het probleem van de mëstafvoer zal in de toekomst Om een oplossing vragen. De instel ling van een z.g. mestbank in Noord-Brabant is een eerste stap. Vraag en aanbod worden hier met elkaar in kontakt gebracht, verder moet men de zaak onderling regelen. Opmerkelijk is dat momen teel de vraag nog groter is dan het aanbod. WATERSCHAPPEN Van veel belang was de maand januari voor de waterschappen in Noord-Brabant. Hoewel de land bouw zelf ook als verontreiniger van het water op treedt zijn de problemen van de industriële ver ontreiniging veel groter. In hoeverre de landbouw in West-Brabant in de toekomst nog meepraat over de oplossing van de z.g. milieu-hygiëne is deze maand, voor wat betreft het water, in de staten slechts voorlopig beslist. U werd in het vorige num mer hierover uitvoerig geïnformeerd. RUILVERKAVELING Dat de uitvoering van de ruilverkaveling een moeilijke periode doormaakt door de vele aanspra ken die er van niet-agrarische zijde worden gedaan is ook in Brabant merkbaar. Is het in de landbouw moeilijk om de veranderingen bij te houden en bij de verkaveling rekening te houden met bedryfs- grootte en bedrijfsvoering in de toekomst, ook by de planning van de industriële ontwikkeling en recreatieve voorzieningen (welzijn) heeft men hiermee te kamoen. De planning die gemeenten en rijk in dit kader bedrijven kan vaak niet bin nen de termijn van de ruilverkaveling worden ge realiseerd. Het wordt steeds meer van belang dat de plaatselijke commissieleden van deze proble men op de hoogte zijn. In dit verband komen we terug op het afstemmen van de ruilverkaveling Rijsbergen. WAT GING ER FOUT IN RIJSBERGEN Nog net voor het nieuwe jaar, n.l. op 30 decem ber 1969 kwam de ruilverkaveling Rijsbergen in stemming. Voor het eerst in de geschiedenis van Noord-Brabant werd tegen de uitvoering van de ruilverkaveling gestemd. Zonder al te uitvoerig op de achtergronden in te willen gaan, is het toch zo dat de aanleiding van dit feit voor- en tegen stander bezig houdt. Gebleken is dat een oppositie die actief is resul taten kan bereiken hetgeen de democratische be ginselen van de ruilverkavelingswet naar voren brengt. Dat is natuurlijk mooi en men kan ook stellen dat de niet-agrarische belangen van wegen aanleg en recreatie een schot voor de boeg hebben gekregen om hun eisen niet te hoog te stellen, het feit blijft dan toch dat een algemeen landbouwbe lang is afgewezen. Voor de organisaties, die door hun vertegenwoordiging in plaatselijke commis sies en de centrale cultuur-technische commissie nauw met de uitvoering van de ruilverkaveling verbonden zijn, toch ook zeker een feit om met hun vertegenwoordigers ruggespraak te houden. DIRECTE CONSEQUENTIES Directe consequenties zijn er in de eerste plaats voor het gebied zelf. Voor 'die genen die met een slechte verkaveling zitten en die ook in de toe komst nog bor of tuinder willen blijven. De wegen aanleg gaat door. Rijksweg 16 (BredaAntwer pen) doorsnijdt het gebied evenals rijksweg 58 de toekomstige Oost-West verbinding TilburgZee land die ten zuiden van Breda komt te lopen. Rijks waterstaat had zich tegen alle eventualiteiten inge dekt en ook een onteigeningsprocedure voor de be nodigde gronden aanhangig gemaakt. De aanleg en verbetering van de secundaire wegen zal wel vertraging oplopen terwijl de aan te leggen en verbeteren waterlopen ook in uitvoering wel ach ter zullen blijven. Dit zijn consequenties die direct op het gebied terug slaan. Voor de hele provincie kan het feit dat men de ruilverkaveling heeft af gestemd echter van invloed zijn. De rijksgelden die voor de ruilverkaveling beschikbaar waren, bijna 15 miljoen gulden, hoeven niet meer in Bra bant terecht te komen. Er bestaat voor de ruilver kavelingen een landelijke planning en het is niet te zeggen waar men nu eerder aan de beurt komt. Al met al dus voldoende redenen om de oorzaken van deze onverwachte uitslag na te gaan. Ook een reden om in de toekomst te blijven zorgen voor een nauw samenspel tussen voorbereidingscommis- sie en organisatie. Een samenspel waar de voorlich ting van de organisatie in betrokken moet zijn. Verder een bezinning ook regionaal, op de uitvoe ring van de ruilverkaveling in de toekomst. De commissie grondgebruik van de ZLM heeft hier misschien een taak, die in nauw overleg met ver tegenwoordigers in de plaatselijke commissies ver vuld kan gaan worden. De tarieven van de inkomsten- en loonbelasting worden dit jaar met rond 11 verlaagd. De mini mum- en maximumbedragen van de aftrek voor de werkende gehuwde vrouw worden met 11 ver hoogd tot resp. ƒ555,en 2220,Voorts gaat de ouderdoms- en invaliditeitsaftrek gelijkelijk om hoog van 936,tot 1040, De verlaging van het eigenlijke tarief gaat in 1970 nog slechts voor tweederde in, dus voor ruim 7 Dit is een gemiddelde, want de verlaging der klei nere belastingbedragen is veel meer dan 7 ter wijl bij de hogere inkomens het dalingspercentage veel kleiner is. VERLAGING VAN 7 Een indruk kan worden verkregen uit de cijfers van de oude en nieuwe tarieven van de inkomsten belasting. Deze zijn eenvoudiger te vergelijken dan die van de loonbelasting, doch er is geen wezenlijk verschil in dit verband, daar de loonbelastingtarie ven direct op de tarieven van de inkomstenbelas ting zijn gebaseerd. Ten overvloede kan nog wor den vermeld, dat de tariefgroepen in grote lijn de volgende categorieën en de daarmede gelijkgestel- den betreffen: groep I de ongehuwden tot 40 jaar; Ia de oudere ongehuwden; II de gehuwden zonder kinderen; HI-1, III-2 enz. gehuwden met 1» 2 enz. kinderen. De belastingverlaging bedraagt dan in de verschillende groepen ongeveer 7 bij de volgen de belastbare inkomens: in groep I bij rond 7.500; tal groep Ia bij rond 9.000; in groep II bij rond 10.500; in groep III-l bij rond 15.000; in groep in-2 by rond 19.000; in groep III-5 bij rond 000. ACCENT OP LAGERE INKOMENS Bij lagere inkomens is de belastingverlaging meer dan 7 bij hogere inkomens minder. In de eerste plaats blijkt uit het overzicht dat de belas tingverlaging voor de ongehuwden relatief het het minst te betekenen heeft; alleen bij de echt lage inkomens bedraagt zij meer dan het gemid delde. Het accent ligt kennelijk in de eerste plaats op de kinderen en in de tweede plaats op de lagere inkomens. Hetzelfde blijkt bij een doorsnede door de tariefgroepen op één niveau b.v. bij een in komen van /15.000,gelijk aan de, niet gewijzig de, z.g. aanslaggrens. Dit geeft het volgende beeld: Belastinggroep was wordt verlaging I 3325 3175 4.51 Ia 2847 2704 5.02 II 2369 2232 5.78 III-l 2093 1949 6.88 rn-2 1823 1672 8.28 III-3 1561 1405 9.99 III-4 1303 1147 12.31 m-5 1062 897 15.54 DE BELASTINGVRIJE VOET De belastingvrije voet moet logischerwijze onge veer de kosten van het minimaal vereist levens onderhoud aangeven. Pas bij meer inkomen dan dat heeft men immers draagkracht, vermogen om bij te dragen in de algemene kosten. Te verwachten is dus dat deze voet in alle tariefgroepen met onge veer een gelijk percentage is verhoogd, en dat klopt ook nagenoeg, zoals blijkt uit onderstaand over zicht van de inkomens, waarbij in de diverse tarief groepen voor het eerst belasting is verschuldigd. ver- Vrije voet: was wordt laging percentaj groep I 3300 3540. 240 7.27 h Ia 3840 4110 270 7.03 *9 n 4500 4800 300 6.67 m-1 5400 5790 390 7.22% - m-2 6390 6810 420 6.57 IÏI-3 7410 7920 510 6.75 h ra-4 8490 9090 600 7.07% 9600 10290 690 7.19 III-6 10770 11520 750 6.96 HI-7 11970 12840 870 7.27 13200 14160 960 7.27 14400 15480 1080 7.50 III-10 15600 16800 1200 7.69 DRAAGKRACHT Afgezien van kleine oneffenheden in het verloop, welke aan afrondingen moeten worden toegeschre ven, zien we dat de verhoging van de belasting vrije voet .percentsgewijze wel in alle groepen na genoeg gelijk is, zij het dat in de eerste groepen de laagste inkomens en in de laatste groepen de zwaarte van het kindertal beginnen door te slaan. Overigens is het maar de vraag of iedereen het er mede eens zal zijn, dat een ongehuwde die per week 68,50 verdient, of dat een man met een vrouw en vijf kinderen, die 200,—- per week aan belastbaar inkomen geniet (beide cijfers berekend naar het tarief 1970) daarmede nu wel zoveel te verteren heeft boven de kosten van zijn minimaal levensonderhoud, dat hij werkelijk „draagkracht" heeft. Voor 1969 waren deze bedragen resp. 63,54 en 185,per week. HET STEILE TARIEF Met het laatste voorbeeld stoten we nog op een ander punt, n.l. dat de verschuldigde belasting bedragen voor degenen die een klein inkomen ge nieten dat net niet meer vrij is, direct boven de 60,liggen. Dat is gekomen doordat met ingang van 1968 alle belastingbedragen van 60,en min der niet meer zijn geheven en in feite uit het tarief zijn geschrapt. Dit is ook in de voor 1969 en 1970 geldende tarieven gebeurd, zodat thans de toestand is ontstaan dat b.v. een echtpaar zonder kinderen over een inkomen van 4799,nog niets, doch over een inkomen van 4800,direct 63,—- belasting moet betalen. Het is o.a. in verband hiermede, dat de regering met een wetsontwerp wil komen tot jaarlijkse aan passing van de belastingtarieven aan de voort durende achteruitgang van de koopkracht van ons geld. Dit is echter weer een geschiedenis op zich zelf, waarop wij een andere keer hopen terug te komen, H.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 20