Dagelijks
Bestuur
vergaderde
zlm
SNELLERE PROCEDURE OVERBRUGGINGSREGELING GEWENST
OOK REGERINGSMAATREGELEN NOODZAKELIJK IN SITUATIE VAN AARDApPELOVERSCHOT-
TEN EN/OF LAGE PRIJZEN
GAAT E.E.G.-LANDBOUWBELEID ZICH ALLEEN RICHTEN OP PRODUKTIEBELEID
ELEKTRICITEITSVOORZIENING, ZAAIBIETEN, SUIKERPROBLEMATIEK ENZ. BESPROKEN
Het Dagelijks Bestuur van de ZLM was maan
dag 2 februari j.l. in vergadering bijeen. Bij deze
eerste vergadering in het jaar 1970 stond de voor
zitter, ir. J. Prins, een ogenblik stil bij het afgelo
pen jaar. Hij constateerde dat het jaar 1969 een
boerenjaar is geweest met zeer uiteenlopende re
sultaten voor ie diverse bedrijfstakken.
De akkerbouwer kan over het algemeen terug
zien op een niet onbevredigend jaar, terwijl ook
de situatie in de veehouderij niet onredelijk was.
De voorzitter legde er de nadruk op, dat deze rede
lijk goede resultaten te danken zijn aan toevallige
omstandigheden en tot stand gekomen zijn, on
danks de in Nederland en de E.È.G. gevolgde land
bouwpolitiek. In dit verband wees hij op de vele
wensen, die er neergelegd zijn in het urgentiepro
gramma 1970 van het Landbouwschap, waar de ver
gadering zich volledig achter stelde.
Heel duidelijk heeft deze onvolkomenheid van
het landbouwbeleid zich het afgelopen jaar afge
spiegeld in de catastrofale ontwikkeling in de fruit
teelt. In dit verband memoreerde de voorzitter de
vergadering te Goes van 8 januari, georganiseerd
door de Standsorganisaties en de N.F.O., waar
duidelijk de gehele problematiek aan het licht is
gesteld en waar ook duidelijk is gebleken hoe moei
lijk bepaalde zaken politiek liggen.
Het bestuur was van oordeel dat zonder aflaten
steeds opnieuw bij de nationale regering aange
drongen dient te worden op een vervolmaking en
een uitbreiding van de maatregelen, die momen
teel getroffen zijn. Het bestuur kon zich volledig
verenigen met de wensen van de fruittelers, zoals
die in het telegram aan de minister zijn neergelegd.
Voorts sprak de vergadering de wenselijkheid
uit, dat op zeer korte termijn gekomen wordt tot
één Centrale Provinciale Beoordelingscommissie
voor de aanvragen van fruittelers, die van de over
bruggingsregeling voor de fruitteelt gebruik ma
ken. Hierdoor kan de procedure aanzienlijk ver
sneld worden. Indien het op korte termijn niet mo
gelijk blijkt om te komen tot een provinciale com
missie, dan pleit het bestuur voor een proefneming
met een regionale commissie voor Zuid-Beveland
en West-Brabant, waar het grootste aantal aanvra
gers woont.
De vergadering stond voorts stil bij de situatie
op de consumptieardappelmarkt en besprak de re
gelingen, zoals deze zijn uitgewerkt door het Pro
duktschap voor Aardappelen. Nu de regering zich
in principe bereid heeft verklaard om bij een situa
tie van schaarste en hoge prijzen via het door het
Produktschap opgestelde stelsel van exportver
gunningen in te grijpen is het naar het oordeel van
het bestuur evenzeer noodzakelijk, dat de rege
ring zich ook voorbereidt en de maatregelen klaar
heeft om in te grijpen in een situatie van over
schotten en lage prijzen.
Het bestuur zal verzoeken om een nationale be
studering van deze zaak, waarbij de mogelijkheden
om te komen tot een systeem als gevolgd wordt
door het Engelse patatoe-board zeer zeker onder
zocht dienen te worden.
Een eenzijdig ingrijpen alleen aan de top
is een voor iedere ondernemer onaanvaardbare
zaak.
Voorts nam de vergadering met belangstelling
kennis van de vorming van een commissie, welke
de problematiek van de individuele contingentering
van de suikerbietenteelt zal bezien. Het bestuur zal
de bevindingen van de commissie nauwgezet vol
gen. Hét Dagelijks bestuur was van oordeel dat,
indien vanuit Brussel onverhoopt nog voor dit sei
zoen op een ander systeem voor de suikerbieten
zou worden overgegaan, dan ook Nederland van
systeem zal moeten wijzigen. Overigens is het be
stuur van oordeel, dat een wijziging voor dit sei
zoen bijzonder ongewenst is omdat primo, dit vol
ledig in zou druisen tegen de gemaakte afspraken,
waarop het nationale suikerbeleid is afgestemd en
secundo door de individuele telers het bouwplan
voor het komende jaar reeds is gemaakt en het
bietenzaad reeds is besteld.
In dit verband kwam eveneens aan de orde de
vraag of het voor het Zuidwesten aantrekkelijk is
om te komen tot het op grotere schaal telen van
zaaibieten. Zoals bekend is er momenteel een ver
bod in Zeeland voor deze teelt.
De vergadering besloot om de commissie van
de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap te
verzoeken de mogelijkheden te onderzoeken om te
komen tot een wat uitgebreidere proefneming in
het Zuidwesten. De vergadering zal de commissie
adviseren zich terdege te laten voorlichten door
deskundigen.
Naar aanleiding van een uiteenzetting door de
heer Mr. J. F. G. Schlingemann vroeg de vergade
ring zich af of het huidige E.E.G.-landbouwbeleid
zich niet meer gaat richten op het produktiebeleid
en of het structuurbeleid nog wel de aandacht krijgt,
die het verdient. Het is de vraag, zo stelt het be
stuur, of deze ontwikkeling in het beleid op den
langen duur gunstig is övor de Nederlandse agrari
sche producent in zijn totaliteit.
Uitvoerig ook stond de vergadering stil bij de
lopende loononderhandelingen tussen de agrari
sche werkgevers en werknemer. De voorstellen van
werknemerszijde werden nauwgezet afgewogen.
Het bestuur toonde zich in dit verband wederom
ernstig verontrust over. de sterke kostenstijging in
haar produktietak, waar nog steeds geen enkele
compensatie aan de inkomstenzijde tegenover
staat.
De vergadering nam kennis van de vergevorder
de plannen tot fusie van de N.A.K.'s in het Zuid
westen en in het Zuidoosten.
Het bestuur kon zich in grote lijnen verenigen
met de gedachte tot concentratie en de voorlig
gende voorstellen hebben dan ook zijn instemming.
Het heeft dit aan de N.A.K.-besturen laten weten
eh tevens zijn wensen ten aanzien van bepaalde
onderdelen kenbaar gemaakt.
Voorts benoemde de vergadering een tweetal
leden in een 3 C.L.O.-commissie voor West-Bra
bant, welke tot taak zal krijgen een onderzoek in te
stellen naar de gang van zaken in de afgelopen
periode bij de N.A.K. West-Brabant.
Het bestuur werd in deze vergadering opnieuw
geconfronteerd met een geval, waarbij een uitbrei
ding van een boerenbedrijf aanzienlijke moeilijk
heden ondervond, omdat de elektrische installaties
verre van toereikend blijken voor normaal agrarisch
gebruik. Het probleem van de energievoorziening
voor de agrarische producent is reeds een punt van
gesprek tussen de Gewestelijke Raad voor Zee
land van het Landbouwschap en het Provinciaal be
stuur. De vergadering drong er op aan, dat op kor
te termijn tot concrete voorstellen van landbouw-
zijde gekomen zal worden en zal de Gewestelijke
Raad verzoeken een zo groot mogelijke spoed in
dezen te betrachten.
Tenslotte achtte de vergadering het wenselijk dat
aan de nieuw gevormde commissie, die tot taak zal
hebben te adviseren in het opstellen van de voor
waarden krachtens de Hinderwet, waaronder aan
Pechiney vergunning zal worden verleend tot ves
tiging in het Sloegebied, een vertegenwoordiger
van de zijde van de landbouw wordt toegevoegd.
AKKERBOUW
De heer J. B. Becu ging allereerst in op de situ
atie rond de aardappelmarkt. In december is hier
over in de Raad van Ministers te Brussel gespro
ken. In januari j.l. is het Produktschap voor aard
appelen gekomen met een regeling, waarin bepaald
wordt dat de handel binnen de E.E.G. vrij toegela
ten is en eveneens geen belemmeringen in de weg
zal leggen aan regelmatige kleinere afnemers als
bijvoorbeeld Ceyfon. Wel werd bepaald <fat con
tracten met incidentele afnemers als Engeland,
Zweden en Spanje, aangemeld dienen te worden.
De verkopen achter het IJzeren Gordijn dienen
geregistreerd en goedgekeurd te worden. Deze
goedkeuring wordt momenteel steeds gegeven, in
dien binnen een termijn van 14 dagen wordt afgezet.
De vergadering sprak de wenselijkheid uit om te
komen tot een verlenging van deze termijn.
De prijzen op de termijnmarkt zijn scherp ge
daald, mogelijk als reaktie op de restrictie ten aan
zien van de handel met de Oosteuropese landen.
Het prijspeil is nog steeds redelijk. Gezien de voor-
raadpositie is het echter nodig regelmatig door te
gaan met ruimen.
De heer Becu gaat vervolgens in op de overig»
landbouwprodukten. De oogst van suikerbieten was
weer groot, zodat er een aanzienlijke hoeveelheid
magere suiker is. Er is sprake van een verlaging
van het contingent voor het komende seizoen, ter
wijl het er naar uitziet dat de uitzaai ongeveer even
groot zal zijn.
Bij de granen wordt gesproken over verlaging
van de tarweprijs en tevens over invoering van een
nieuw interventiesysteem, hetgeen voor de Neder
landse boer neer zou komen op een verlaging van
1,68 per 100 kg. De afzet van de graanoogst 1969
verloopt na een moeizaam begin vlot; de prijs ligt
thans ongeveer gelijk met de richtprijs. Wat het
vlas betreft verwijst de heer Becu naar het artikel
van de heer Friderichs in het blad van onze maat
schappij.
Het is zeer de vraag of de E.E.G.-vlasregeling
voor dit seizoen nog rond zal komen; als dit niet
gelukt, zal hier een taak liggen voor onze nationale
Minister.
De nieuwe verwerkingsmethode (vittnol) wordt
nog steeds beproefd; het is de vraag of dit zal kun
nen verhinderen dat de verwerking tenslotte geheel
naar het buitenland zal gaan verdwijnen.
VEEHOUDERIJ
De heer Van Heijst deelde ten aanzien van de
ontwikkelingen in de veehouderijsektor mede dat
in het kader van de E.E.G.-slachtregeling in totaal
266.000 koeien zijn opgegeven, verdeeld over de
volgende landen: West-Duitsland 170.000 stuks,
Frankrijk 50.000 stuks, België 20.000 stuks, Neder
land 15.000 stuks, Luxemburg 1000 stuks en Italië
10.000 stuks. De E.E.G.-ministerraad zal moeten be
slissen of dit kwantum geheel wordt toegewezen
omdat het oorspronkelijk het plan was om maar tot
250.000 dieren te gaan. Het cijfer van ruim 15.000
koeien voor ons land betekent dat er circa 2400
veehouders zullen stoppen en dat het aantal die
ren voor 30 april geslacht zal moeten worden. Men
moet verwachten dat hierdoor een druk op het prijs
peil zal uitgeoefend worden. De slachtveeprijzen,
aldus de heer Van Heijst, zijn op dit moment toch
reeds niet zo goed en wij zitten in Nederland be
langrijk onder de gemiddelde E.E.G.-prijs. In de
week van 19-23 januari was de prijs in ons land
234,09 per 100 kg levend gewicht, terwijl de ge
middelde E.E.G.-prijs 248,36 was, een verschil dus
van 14,27 per 100 kg. De heffing voor derde lan
den is dan ook 39,68 gebleven. De slachtveeprij
zen in Duitsland liggen echter ook lager dan het
E.E.G.-gemiddelde, voornamelijk als gevolg van de
ruime invoer uit Denemarken. De prijzen op de ge-
bruiksveemarkten voor goede kalf- en melkkoeien
schommelen tussen de ƒ1600,en ƒ1.750,
De handel in jongvee is nog traag te noemen,
maar gezien de tijd van het jaar zal hierin wel ver
betering komen.
De vette kalverenmarkt staat ook iets onder druk
de laatste twee weken; de prijzen zijn met onge
veer 15 cent per kilo gedaald, maar staan echter
nog boven de E.E.G.-prijs. Ten aanzien van de var-
kensmarkt merkt de heer Van Heijst op, dat hier
de lang verwachte kentering schijnt te zijn geko
men; de export wordt wat moeilijker ook naar
Frankrijk en ook de afzet van hammen, schouders
en karbonades schijnt wat terug te lopen. De prij
zen zijn dan in de laatste week ook ongeveer met
20 cent per kilo gedaald. De biggenmarkt is leven
dig met goede prijzen-, niettegenstaande er nogal
wat invoer is van biggen uit Duitsland. De melk-
aanvoer neemt nog steeds toe. De vraag van de
zijde van de consumptiebedrijven is door verlaging
van de noteringen in de afgelopen weken wat toe
genomen. De vraag van de zijde van de condens-
en kaasindustrie blijft stabiel, doch is echter niet
groot genoeg om de aangeboden hoeveelheid ge
heel op te nemen; de rest moet dan ook tot melk
poeder worden verwerkt.
De magere melkpoeder bij de producenten blijkt
geheel geruimd te zijn, maar bij de handelaren
schijnen er voldoende voorraden te zijn om de ver
werkende industrieën van grondstoffen te voorzien.
Wat de boter betreft wordt opgemerkt dat er nog
steeds meer verse boter wordt geproduceerd dan
In de vergelijkbare periode van 1969. De afzet van
koelhuisboter bedraagt naar schatting 400 ton per
week. In E.E.G.-verband is de botervoorraad in ver
gelijking met januari 1969 met ongeveer 8.000 ton
geslonken.