UIT DE PRAKTIJK Zoeken naar een bouw- en bemestingsplan 1970 Dat past in onze bedrijfsvoering Resultaten aardappel- najaarspool bevredigend Waarom geen financiële hulp voor beginnende agrariërs? Nadat we aanvankelijk in 't begin van januari met vorst, sneeuw en gladde wegen te kampen hebben gehad, en we de kans kregen om onze schaatsen uit het vet te halen, mag uw rubriek schrijver van THOLEN en ST. PH1LIPSLAND zich wel veroorloven dat hij de milde temperatuur van vorige week behoorlijk wat aangenamer vond. De werkzaamheden in deze maand op onze bedrijven, zoals het afleveren van producten en on derhoud van machines verlopen dan wat vlotter en gemakkelijker. Vooral de collega's van onze veebedrijven zullen het wel met mij eens zijn, dat het in een open winter altijd gemakkelijk werken is bij de veeverzorging. Hoewel onze collega's die nog uien af moeten leveren graag wat vorst hebben, want dan is het „juunweer" zo beweert men, dachten wij dat gezien de prijzen die betaald wor den op onze veilingen voor de uien, deze groep telers geen vorstperiode meer nodig hebben, om het volle pond te krijgen. In deze maand zullen we ons bouw- en bemes tingplan voor de oogst 1970 in elkaar moeten zet ten. Het bouwplan die een van de belangrijkste fundamenten kan zijn, om tot een zo hoogst mo gelijk rendement te komen op onze bedrijven, dient dan ook met zorg samengesteld te zijn. We zullen moeten kijken welke gewassen het best in onze bedrijfsvoering passen en ook welke gewassen we het goedkoopst t.o.v. ons werktuigenpark kun nen telen. Voor de kleinere akkerbouwbedrijven betekent dit, dat men steeds meer intensieve teel ten in zijn bouwplan dient op te nemen, om aan de steeds hogere bewerkingskosten per ha, ook een hogere bruto-ontvangst per ha tegenover te kunnen stellen. Wij dachten dat op Tholen de vollegrondtuin- bouwteelten een plaats zouden kunnen krijgen op deze bedrijven. In dit verband is het belangrijk dat het te stichten voorbeeldbedrijf vollegrond- tuinbouw in onze streek waarvoor de goedkeu ring is afgekomen, een waardevolle voorlichting zal kunnen geven welke gewassen op de naar ar beidskracht gemeten, steeds kleiner wordende akkerbouwbedrijven past. ITW rubriekschrijver heeft vernomen dat de U laadplaatsen voor onze suikerbieten in onze streek weer met opheffen bedreigd worden. Wij weten niet welke argumenten de suikerindustrie aanvoert om deze aanvoerplaatsen kritisch te be kijken. Wij dachten dat de laadplaatsen altijd goede diensten hebben vervuld ais buffervoor raad, en dat vele kleine partijen suikerbieten worden verzameld voor een goedkope afvoer naar de fabrieken. Gezien de vele kleine percelen sui kerbieten in onze streek is het toch wel een groot bezwaar, wanneer men deze laadplaatsen op zou heffen, en bijvoorbeeld de harde-weg-levering in gevoerd zou worden. We denken hierbij aan de vele leveranciers met een klein areaal suikerbie ten waarvoor het toch tot de onmogelijkheden behoort, om een verharde plaats bij hun perceel tjes aan te brengen. NU de dooi in het zuidelijk gedeelte van ons land na een langdurige kwakkelperiode heeft doorgezet, is het in WALCHEREN weer mogelijk ook buitenom de bedrijfsgebouwen de voorkomen de werkzaamheden te verrichten. Op vele bedrij ven is nog wel wat werk te verrichten waar men in de periode van zaaien tot oogsten niet aan toe komt. We hebben gelukkig nog niet overmatig veel neerslag gehad maar toch wel zoveel dat de drains nu volop funktioneren. Maar er zijn er ook die min der goed werken. Het is nu mogelijk kontrole hier op uit te oefenen en verbetering of zonodig reini ging uit te voeren. Steeds meer blijkt het belang van een goede perceelsontwatering om in het voor jaar een zo gelijkmatig mogelijk drogend perceel te krijgen. Op verschillende bedrijven wordt ijverig gewerkt aan verbetering van de bedrijfsgebouwen. Sommi gen treffen voorbereidingen voor verbetering en/of uitbreiding van stalruimte. Anderen richten de be staande bedrijfsruimte in voor doelmatiger gebruik, hetzij voor berging van werktuigen of opslag van aardappelen en uien. Wat het laatste betreft zal er op maandag 2 februari a.s. een voorlichtingsmid dag worden gehouden in de kantine van de coöp. „Eiland Walcheren" te Middelburg. Aanvang 13.30 uur. Degenen die aangesloten zijn bij de „aardappel- pool" kunnen nu, meestal nog maar gedeeltelijk, de resultaten van de aardappelteelt over oogstjaar 1969 bekijken. De resultaten van de najaarspool zijn bekend. Het blijkt dat men ruim 16 per 100 kg aardappelen veldsgewas netto krijgt uitbetaald. Naar onze mening een goede gemiddelde prijs. De vooruitzichten voor de voorjaarspool zijn ook gunstig. We hebben begrepen dat de commissie van de aardappelpool zich ook georiënteerd heeft op de mogelijkheid van de afzet van uien in pool verband. Er schijnen echter nogal wat haken en ogen te zijn. In dergelijke gevallen is het gevaarlijk overhaast tewerk te gaan. In dit geval geldt naar onze mening niet het spreekwoord „Beter een half ei dan een lege dop". We dachten dat het waterschap ook niet geluk kig zou zijn, wanneer het eventueel in die rich ting zou gaan. Dit zou wel eens kunnen beteke nen, dat bij de praktische uitvoering de bermen van onze mooie polderwegen en ook d- dammen bij een nat najaar wel eens behoorlijk stuk ge reden zou kunnen worden. Wij vertrouwen er op dat de suikerindustrie begrip heeft voor de moeilijkheden die opheffing van de laadplaatsen zal hebben. INGEZONDEN Geachte Redactie, IN het dagblad „de Tijd" werd er onlangs data 15/12 melding gemaakt van een abnormaal verloop ener bijeenkomst in de deelstaat Slees- wijk-Holstein waar Dr. Mansholt belet zou zijn om zijn geplande spreekbeurt te vervullen. Na afloopt schijnt de heer Mansholt, van deze bijeenkomst, bij een persconferentie te kermen hebben gegeven dat hij 23 jaren gevochten zou hebben voor de boeren. En als het dan na zoveel jaren een steeds heftiger gevecht wordt met de boeren dan schildert zich het resultaat van deze 23-jarige arbeid toch wel zeer ongunstig af. En dan behoeft men niet alleen naar bovengenoemde bijeenkomst om te zien, er zijn voldoende andere tekens aan de wand. Ik geloof dat dit dan ook eerder een gevecht is geweest voor lijfs- of sta- tusbehoud gekoppeld aan een dik belastingvrij inkomen. Steeds geldt nog „een gezonde boeren stand is een nationaal belang", en een gezonde boerenstand is afhankelijk van naarmate het aan tal economisch verantwoorde levensvatbare één- mansbedrijven. Ziet Dr. Mansholt het na die 23 jaren dan nog niet in dat door het samenvoegen van bedrijven: a. de zelfstandigheid, de ondernemingsgeest en eigen verantwoordelijkheid van de boeren wordt ondermijnd en dat deze factoren zo be langrijk zijn voor de welvaart van een volk; b. de kostprijs van het produkt door deze samen voeging van gezonde bedrijven niet lager kan worden vanwege het grote bedrag aan bedrijfs kapitaal welks nodig is per bedrijfseenheid. Alleen samenwerking kan voor deze bedrijven voordeel opleveren; c. de overschotten niet veel zullen minderen doch bij de hoge vaste kosten/lasten nog eerder zullen toenemen en de ondernemer dus niets zal mogen nalaten om de productie te verho gen wanneer hij weet dat hij jaarlijks gecon fronteerd wordt met veel op te moeten bren gen aan rente en aflossing. Als voorbeeld neem ik dat wij al fietsende tegen de wind in wij ons harder moeten inspannen om op tijd op de bedoelde plek te zijn dan wanneer men van de wind afgaat. Zo zal het ook met de boer zijn met een hoge vaste kostenpost die zich naarmate hij meer schuld heeft harder zal in spannen om op tijd bij de boerenleenbank te kunnen zijn. Dit is toch een heel natuurlijk gegeven. DOVENDIEN meen ik dat Dr. Mansholt geen evenwichtige lijn ziet in de belangrijkheid van de wetenschappelijke- met de agrarische sec tor. Ik meen dat beide groepen om de belangrijk heid ervan op elkaar niet veel toegeven en dus beide zeer noodzakelijk zijn. Zou het dan niet eens nuttig kunnen zijn, dat de hierbij in het ge ding zijnde personen of deskundigen, om de echt heid van deze noodzakelijke evenwichtigheid tus sen deze beide groepen, even na te gaan of te on derzoeken welk bedrag aan investering ieder voor zichzelf op 2630-jarige leeftijd Leeft opge bracht of moet opbrengen om zijn status te kun nen bereiken? Dikwijls is het zo dat de gemeen schap alles heeft opgebracht om de wetenschap pelijke groep een goede boterham te geven. In de waarde van de kennis zie ik eveneens relatief en wezenlijk weinig of geen verschil. Men zou om recht te doen, in de plaats van de rijksstudietoelagen voor minderdraagkrachtige stu denten, deze financiële tegemoetkoming in even wicht kunnen brengen met rentesubsidies voor de minder draagkrachtige goede beginnende agra riërs bij een bedrijfsovernameregeling. Op deze wijze handelt men niet alleen meer democratisch doch dit komt ook een gezonder landbouwbeleid en structuur ten goede. Een bedrijfsovername regeling op basis van de gebruikswaardetaxatie en een rentesubsidie van 5 over een aflossings termijn van 2530 jaar zou in vergelijking met bovenstaande en/of ruilverkavelingsfinanciering aardig op zijn plaats zijn. Taxatie dient afgestemd te zijn op nettopacht. DIT bedrag waarmede men de goede jonge agrariërs die minder draagkrachtig zijn zooi tegemoet komen zou zeker grote voordelen opleve ren omdat: a. de goede agrarische ondernemers als bedrijfs- opvolgers meer behouden zullen blijven; y b. de goede jonge bedrij fsopvolgers voor zich en zijn gezin een goede houdbare sociale toestand kunnen scheppen; c. de goede jonge ondernemers daarnaast in staat zullen zijn om de kostprijs der producten te verlagen; d. de goede ondernemers zich eerder zullen aan passen aan de noodzakelijke structurele veran deringen in de landbouw; e. naarmate het aantal levensvatbare eenmans bedrijven aanwezig is een gezonde mentaliteit in de samenleving zal worden bevorderd. IK heb de indruk dat Dr. Mansholt ondanks zijn goede bedoelingen de waarde van deze nood zakelijke evenwichtigheid te weinig toetst aan de natuurlijke/fysiologische omstandigheden waar door de belangen zeer onderschat worden en de ge meenschap een grote dienst zou bewijzen met zijn aftreden. Wat heeft het voor zin om tot elke prijs zijn status proberen te behouden wanneer men van alle kanten fel wordt aangevallen op het gevoer de beleid. Ik heb daarbij toch echter - rel een sterk vermoeden dat Dr. Mansholt op het strik'toneel wordt gestuurd en de andere ondeskundigen zich achter de schermen opstellen. Als dit niet zou zijn dan hadden de deskundigen hem allang zijn baan opgezegd en beëindigd want 't is toch niet zo dat Dr. Mansholt de alleenheerser is in de E.E.G. Ik voor mij kan alleen maar respect hebben voor zijn uithoudingsvermogen doch waardering pas als de andermans mening wordt getoetst aan de eigen mening en dan het beste wordt nage streefd. Ik geloof ervan overtuigd te kunnen zijn dat Dr. Mansholt reeds voldoende stof voor toet sing met zijn eigen mening heeft ontvangen. Met de meeste hoogachting, J. A. VAN DEUTEKOM, Berghem.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 5