Bedrijfsplannen
in het kader van de
omschakelingsregeling
Virus - Diarrhee
breidt zich weer uit
In het kader van de omschakelingsregeling van
het O. en S.-fonds wordt een premie gegeven voor
het niet in de handel brengen van melk- en zuivel-
produkten. In grote lijnen is deze regeling bekend.
Het betreft een premie van f724,per melkkoe
die ondernemers met meer dan 10 melkkoeien kun
nen ontvangen indien ze besluiten de komende vijf
jaar af te zien van het in de handel brengen van
melk- en zuivelprodukten.
Tevens moet hij een even groot of groter aaritai
grootvee-eenheden die 5 jaar houden als het aan
tal melkkoeien op de dag van de aanvrage.
De bedrijven die voor de premie in aanmerking
willen komen moeten dus omschakelen naar een
vorm van grasland of ander grondgebruik, waarbij
zij uitgedrukt in grootvee-eenheden evenveel vee
houden als het aantal melkkoeien in de oude
situatie.
Een melkkoe in de zin van de regeling is elk rund,
dat tenminste eenmaal heeft gekalfd en geschikt
is voor commerciële melkprodukten, alsmede een
vaars, die tenminste zes maanden drachtig is op
het moment van aanvragen.
Voor de berekening van het aantal grootvee-
eenheden worden kalveren tot vier maanden uitge
sloten. Runderen tot eer. leeftijd van 12 maanden
tellen voor 0,4 eenheic, andere voor één eenheid.
Bedrijfsplan
Bij het opstellen van het bedrijfsplan na de
omschakeling, dus nadat schriftelijke goedkeuring
is ontvangen van het O. en S. fonds op de aan
vraag die bij de districtsbureauhouder is inge
diend, mag men in een z.g. aanloopperiode van
6 maanden nog melk afleveren.
Een plan b.v., waarin gesteld wordt dat de aan
vrager in de zomer van 1970 zijn koeien geleide
lijk wil droogzetten om ze daarna vet te weiden,
kan worden goedgkeurd. Tevens zal echter een
bedrijfsplan voor de toekomst moeten worden
aangegeven.
Voorbeelden van bedrijfsplannen die kunneh wor
den geaccepteerd in het kader van de regeling.
Een bedrijfsplan uitsluitend gebaseerd op vet-
weiderij. Gedurende de gehele weideperiode
dient tenminste het vereiste aantal grootvee-
eenheden op het bedrijf aanwezig te zijn.
Een bedrijfsplan waarbij aangekochte kalve
ren worden opgefokt met de bedoeling ze zelf
later voor de weiderij te gebruiken.
Het aanhouden van een beperkte melkveesta
pel, met de bedoeling de daaruit verkregen
kalveren voor de vleesproductie te bestemmen
en de melk te gebruiken voor de kalveropfok.
Hierbij kunnen uiteraard in verband met de
melkoverschotten ook kalveren worden aan
gekocht.
Daar de normen voor (het aantal grootvee-een
heden t.o.v. een intensieve bedrijfsvoering vrij
laag zijn, is het denkbaar dat een deel van het
grasland gescheurd wordt of voor schapenhou
derij, paardenhouderij e.d. wordt bestemd.
Uiteraaard moet daarnaast wel het vereiste
aantal grootvee-eenheden worden gehouden.
Voorbeelden van bedrijfsplannen welke niet kun
nen worden geaccepteerd in het kader van de
regeling.
Het opfokken van vrouwelijk jongvee (kalve
ren, pinken en vaarzen) ten behoeve van der
den. Dit betekent dat centrale kalveroofok
t.b.v. melkveehouderijbedrijven is uitgesloten.
Bedrijfssystemen die geheel of ten dele geba
seerd zijn op de aflevering van boerenkaas,
dan wel levering van melk of zuivelproducten
direct aan consumenten.
Bedrijfssystemen waarbij men volledig over
schakelt op de katvermésterij zonder dat eëh
voldoende aantal grootvee-eenheden wordt
aangehouden.
Aanvragen:
Formulieren voor een aanvraag kunnen bi.i de
Districtsbureauhouder worden verkregen en tot
nader order bij hem worden ingediend. Over het
op te stellen bedrijfsplan kan men contact op
nemen met de voorlichtingsdienst. De aanvraag
wordt beoordeeld door de Hoofdingenieur-Direc
teur voor de Bedrijfsontwikkeling terwijl ook ad
vies wordt uitgebracht door de Provinciale Raad
voor de Bedrijfsontwikkeling.
Indien men een goedgekeurd bedrijfsplan, na
het tekenen van de overeenkomst door de onder
nemer en de H.I.D. voor de Bedrijfsontwikkeling,
wil wijzigen moet men hiervoor toestemming heb
ben van de H.I.D.
Wanneer er sprake is van een ingrijpende wij
ziging behoeft de wijziging ook het advies van de
Provinciale Raad.
Betaling van de premie.
Binnen drie maanden nadat de overeenkomst
is gesloten vindt betaling van 50 van de premie
plaats. De andere 50 wordt daarna in 4 jaar
lijkse termijnen uitbetaald en wel in de 15e, 27e,
39e en 51e maand na het sluiten van de overeen
komst.
Indien blijkt dat de aanvrager onjuiste of on
volledige gegevens verstrekt of niet voldoet aan
de bepalingen van de gesloten overeenkomst, ver
valt de premietoezegging en worden reeds be
taalde premies teruggevorderd.
Indien de aanvrager overlijdt voor de dag van
uitkering van het laatste gedeelte van de premie,
wordt de premie of Ihet resterende d'eel ervan, uit
gekeerd aan zijn rechtsopvolger onder algemene
titel, indien:
a. deze het bedrijf zonder onderbreking voortzet.
b. deze de bepalingen van de overeenkomst na
leeft.
Indien het bedrijf van de ondernemer binnen
vijf jaar na het sluiten van de overeenkomst ge
heel of gedeeltelijk wordt beëindigd, anders dan
door omstandigheden buiten de wil van de onder
nemer, is stichting van het O. en S. fonds be
voegd de premie terug te vorderen.
A.
„LAAT DE ZAAK NIET WAAIEN"
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN
NOORD-BRABANT
Een bekend Nederlands gezegde is: „Laat maar
waaien". Wij raden u aan dit niet op uw varkensfok
kerij toe te passen. Dit kan u duur te staan komen.
Het is beter dit geld te besteden aan het bouwen van
een goede stal of aan verbeteringen van bestaande
stallen. Wij denken hierbij vooral aan goede isolatie,
verwarming en ventilatie. In dit verband verdienen
o.m. aandacht:
De bescherming van uw bedrijf tegen ziekte-in
sleep vraagt om een ontsmettingsruimte, waar be
zoekers laarzen en stofjas van uw bedrijf kunnen
aantrekken.
Een goede hygiëne vereist:
gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten ma
terialen
kleine stal-afdelingen die als geheel zijn te
ontsmetten (formalinedamp)
een doucheruimte voor zeugen (vóór ze naar
de kraam-opfokstal gaan).
Een goede kontrole van de dieren, nodig om
ziekten en afwijkingen snel op te merken maakt
het noodzakelijk dat:
de hokken overzichtelijk zijn
de dieren gemakkelijk te bereiken zijn
de stallen goed verlicht zijn (TL).
Om de dieren een zo hoog mogelijke weerstand
te bezorgen en ze zo min mogelijk te laten be
ïnvloeden door het „buiten-klimaat", moeten er
bepaalde eisen aan het stalklimaat gesteld wor
den.
Dit betreft:
1. De temperatuur van de ligplaats. Deze dient te zijn
voor: biggen tot 1 week 30 C., biggen van 1 tot
4 weken 26 C., biggen van 4 tot 8 weken 22 0 C.,
opfokvarkens en zeugen 15 20 C., dekberen
10 15 0 C. (Dit laatste is belangrijk voor een
goede bevruchting).
2. De relatieve luchtvochtigheid. Deze dient te liggen
tussen 50 en 80 mede afhankelijk van de stal-
temperatuur. In het algemeen is een te hoge lucht
vochtigheid zeker bij een lage staltemperatuur,
schadelijk.
3. De luchtsnelheid. Deze mag ter hoogte van de die
ren maximaal 0,2 meter per sekonde zijn bij een
temperatuur van 18 C. Bij hogere temperaturen
mag de snelheid bij dieren, ouder dan 12 weken,
groter zijn. Bij lagere temperaturen moet ter hoog
te van de «tieren de luchtsnelheid nul zijn
4. De hichtsamenstelling. In de stallucht kunnen een
aantal schadelijke en gevaarlijke gassen voorko
men. Dit zijn: ammoniak, zwavelwaterstof, kool-
dioxyde en koolmonoxyde. Enkele hiervan zijn
zwaarder dan lucht en blijven dus ter hoogte van
de dieren (vooral van de biggen) hangen. Hierdoor
kan tevens een gedeelte van de lucht verdrongen
worden, waardoor ook zuurstofgebrek kan ont
staan. Een goede ventilatie is dus erg belangrijk.
Deze zal in het koude jaargetijde slechts mogelijk
zijn als de stal verwarmd wordt. Verwarming van
stallen moet men dus toepassen om in de te koude
jaargetijden, ventilatie mogelijk te maken.
Bij de huidige hoge varkensprijzen maken talrijke
varkensfokkers gelukkig van het extra inkomen ge
bruik om hun varkensstallen te verbeteren.
Dat is een verstandige bedrijfsvoering, want daar
door verhogen zij het rendement van hun bedrijf.
Minder goed stalklimaat geeft ziekten en ziektenkos-
tengeld.
Hebt u hier óók al eens over nagedacht en mogelijk
plannen gemaakt? Laat het dan niet bij plannen blij
ven
VIRUS-DIARRHEE BREIDT ZICH WEER UIT
De afgelopen maanden hebben we gewaarschuwd
voor het gevaar van virus-diarrhee. Een tijdlang is
het iets rustiger geweest, maar de laatste weken
grijpt deze ziekte weer flink om zich heen.
Intussen hebben wij van een wetenschappelijk on
derzoekingsinstituut te Gent (België), waarheen ma
teriaal is opgestuurd voor onderzoek, de bevestiging
gekregen, dat wij met dezelfde virusstam te maken
hebben, die ook in Amerika en diverse andere landen
voorkomt.
Deze ziekte is zeer besmettelijk, d.w.z. ze gaat snel
over van het ene op het andere bedrijf. Bovendien
kunnen de eerste verschijnselen al optreden 12 tot
24 uur, nadat de smetstof op het bedrijf is binnenge
komen.
Wij stellen daarom opnieuw met zeer veel nadruk,
dat het van zeer groot belang is uw bedrijf goed ge
sloten te houden.
Onder een gesloten bedrijf verstaan we, een bedrijf
waarvan de eigenaar kontrole heeft op alles wat er
binnen komt. Met dit alles wordt bedoeld: mensen,
dieren en overige zaken.
DIEREN
Varkensaankoop beperken tot het hoognodige. Kon
trole via quarantaine is goed mogelijk en kan, indien
varkens van het eigen bedrijf als kontroledieren er
bij geplaatst worden, voor deze ziekte beperkt blijven
tot enkele dagen.
Voor mesters die regelmatig moeten aankopen is
dit moeilijker. Honden, katten, ratten, muizen, vliegen
etc. dient men zoveel mogelijk te weren.
OVERIGE ZAKEN
Hieronder vallen het voer (liefst bulk of papierver
pakking), het kontakt met dekberen voor algemene
dekdienst (vermijden) en kontakt met buurbedrijven
via weiland of sloten (vermijden).
ZIEKTEVERSCHIJNSELEN
Waterdunne stinkende diarrhee bij praktisch alle
dieren; soms braken, snelle sterfte bij biggen tot op
een leeftijd van 14 dagen (80100 daarboven
veel minder sterfte; boven 3 4 weken praktisch geen
sterfte meer.
Zeugen met jonge biggen, kunnen mede tenge
volge van het weinig of niet zuigen van de biggen
uieren baarmoederontsteking krijgen en flink ziek
zijn met hoge koorts.
MAATREGELEN
Er is helaas geen specifiek geneesmiddel en geen
entstof beschikbaar. Indien de ziekte op het bedrijf
komt, kan men trachten de zeugen met biggen jonger
dan 14 dagen en de hoogdrachtige zeugen die de ko
mende 14 dagen moeten werpen, vrij te houden van
besmetting.
Dit is bijzonder moeilijk en heeft alleen kans van
slagen, indien men voor deze geïsoleerde varkens een
aparte verzorger heeft, die niet met de zieke varkens
in aanraking komt. Ditzelfde geldt ook voor kleding.
(Zie verder pag. 13>