De grupstal voor melkvee Specialist boerderijbouw, J. H. VAN NIEUWENHUIZEN. CONSULENTSCHAP AKKERBOUW EN RUND VEEHOUDERIJ GOES Bij de bouw van een nieuwe stal dient aan de verschillen de onderdelen voldoende aan dacht te worden besteed. Hieraan wordt in onderstaand artikel aandacht besteed. Fouten zullen zoveel moge lijk voorkomen kunnen wor den door vooraf met de aan nemer alles goed door te pra ten en samen een aantal stal len te bezoeken. In veel ge vallen wordt er niets of veel te weinig op papier omschre ven hoe de stal moet worden gebouwd. In vrijwel alle ge vallen ontstaan dan bij de af rekening meningsverschillen over de prijs. Gegevens en tekeningen zijn te verkrijgen bij het Konsulentschap voor de Akkerbouw en de Rund veehouderij te Goes of via de bedrijfsvoorlichter. In een volgend artikel zullen de onderdelen ventilatie, vast- «etsysteem, mestafvoer en melklokaal uitvoeriger wor den toegelicht. Bij een flinke uitbreiding van de veestapel zal jn vrijwel alle gevallen een nieuwe stal moeten worden gebouwd. In de bestaande gebouwen is de benodigde ruimte meestal niet aanwezig of niet ge schikt. Allereerst zal bij de bouw van een nieuwe stal moeten worden beslist welke stal zal worden gebouwd. Vervolgens zal aan de verschillende on derdelen, zoals inrichting, isolatie en ventilatie, mestafvoer, melklokaal, etc. de nodige aandacht moeten worden besteed. WELKE STAL I Gezien de omvang van de veestapel was er tot een aantal jaren geleden alleen belangstelling voor de grupstal. Deze stal wordt nog steeds gebouwd, omdat op het gebied van melken, mestafvoer en voeren thans voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om arbeidsbesparend en arbeidsverlichtend te kunnen werken. Nieuwe grupstal met brede voergang, melkleiding en drijfmestsysteem. Deze bouw is echter duurder, terwijl opgelet moet worden dat de hoogte onder het platte dak vol doende blijft voor de doorgang van een trekker met wagen. Óm bouwtechnische redenen wordt een prefab-stal meestal vrij van bestaande gebouwen geplaatst. BREEDTE VAN DE GRUPSTAL Het verdient de voorkeur bij een nieuwe grup stal uit te gaan van een dubbelrijige Hollandse stal met centrale voergang. De breedte hiervan be draagt minimaal» 10 meter. Een breedte van mini maal 12 meter is echter beter, zodat de mestgan- gen en de voergang breder kunnen worden. Be langrijker is echter dat bij deze breedte de stal eventueel is om te bouwen tot een voerligboxen- stal. In deze stal liggen de dieren los in boxen en gaan bij het melken over de mestgangen naar de doorloopmelkstal. De dieren kunnen vanuit de boxen eten, wat bij de gewone ligboxenstal niet mogelijk is. Deze winter is op Walcheren een voer- ligboxenstal in gebruik voor 46 melkkoeien. Er wordt gemolken in een 8-stands visgraat-doorloop- melkstal met laagliggende melkleiding. DE BOUWMATERIALEN De buitenwanden zijn circa 2 meter hoog en kun nen worden gebouwd met bakstenen, gasbeton- stenen, beton-elementen, hout of diverse plaat materialen. Een goede isolatie van de wanden is gewenst. De goedkoopste dakbedekking is de toe passing van asbest-cement golfplaten. De isolatie 6 ïis. ifc A Aangebouwde grupstal (systeem I.L.B.). De laatste jaren zijn echter veel proeven ge nomen met het huisvesten van vee in loopstallen met ligboxen. De gunstige resultaten met dit stal- type hebben geleid tot een zeer grote belangstel ling voor de bouw van ligboxenstallen. Voor bedrij ven met 25 of meer melkkoeien is het bij nieuw- of verbouw van belang ook de mogelijkheden van de ligboxenstal na te gaan. Deze winter zijn in Zee land 6 ligboxenstallen in gebruik. PLAATS VAN DE NIEUWE STAL Een goede oplossing is de stal zodanig tegen een bestaand gebouw te plaatsen, dat de voergang van de stal in het verlengde van een dorsvloer komt te liggen. Hierdoor is het mogelijk om stro en voé- dermiddelen zo gemakkelijk mogelijk vanuit het bestaande gebouw in de nieuwe stal te brengen. Daarnaast blijft een verdere uitbouw van de stal en/of de schuur mogelijk. Eventueel kunnen de kalverstal en het melklokaal in de schuur worden ondergebracht. In veel gevallen is aanbouw van de stal tegen de bestaande schuur niet mogelijk of wordt door de gemeente om allerlei redenen niet toegestaan. De bouwvergunning wordt in dergelijke gevallen alleen verstrekt, mits de stal via een tussenlid met plat dak aan het bestaande gebouw wordt gebouwd. van het dak of plafond wordt zo hoog mogelijk aan gebracht. De isolatie dient vochtafstotend, brand werend, goed te reinigen en geen nestelplaats voor ongedierte te zijn. Bij voorkeur worden houten of stalen spanten toegepast met een vrije overspan ning, zodat boven de voergang de maximale hoogte kan worden bereikt. VENTILATIE Door de toepassing van vochtafstotende ma terialen zijn in de nieuwe stallen ventilatoren on misbaar. Bij gebruik van ventilatoren met een vol automatische toerenregelaar kan de staltempera- tuur naar behoefte worden geregeld. De ventila toren worden bij voorkeur in de nok geplaatst. De luchtaanvoer vindt plaats via regelbare onderdor pels of kleppen onder de muurplaat. Een goede stal- temperatuur is 12° C. STANDMATEN Grup met giergoot Standbreedte Standlengte Melkkoeien 90- 110 150 - 160 Jongvee 2 jaar lVz- 80- 90 135 - 150 Jongvee lVz jaar tot 70- 80 120 - 135 Drijfmest met verhoogde stand Standbreedte 90 - 110 80 - 90 70 - 8® Standlengte 140- 150 125- 140 110- 125 Hoe korter de standlengten zijn, hoe beter de dieren schoon blijven, hoe groter de kans op speen betrappen. Bij de indeling van een nieuwe stal moet er verder op worden gelet, dat er over een aantal jaren eer der méér dan minder melkkoeien zullen staan. De voergang bijft overal even breed, terwijl het ver loop in de standlengte bij de mestgang(en) komt. STANDVLOER Deze wordt in vrijwel alle stallen gemaakt van beton, hoewel een vlijlaag van klinkers beter is. De helling bedraagt 1 cm per strekkende meter. Bij het drijfmestsysteem wordt de stand bedekt met rubbermatten. De matten moeten circa 1 cm van elkaar worden gelegd. MESTAFVOER Mechanische mestafvoer is mogelijk via een mestbak, het schuifstangsysteem of de rondgaande ketting. De grup moet 50-60 cm breed zijn en de diepte aan de standzijde 35-40 cm. Een ondiepe grup bevordert het grupsiaan. Voor een vlotte af voer van de gier is een giergoot gewenst. De gier goot wordt in de bodem van de grup op 5 cm af stand van de mestgang gemaakt, zodat mechanisch uitmesten mogelijk is. De giergoot wordt afgedekt met betonplanken met tapse gaten of spleten op 20 cm van elkaar. De helling van de giergoot be draagt 1 cm per strekkende meter. Bij het drijf mestsysteem moet de grup 76 cm breed zijn. De diepte is afhankelijk van de afstand naar de mest- berging. De bodem ligt horizontaal. De grufj wordt afgedekt met gelaste of gietijzeren roosters. VOERBAK De netto-breedte is voor melkkoeien 40-45 cm. Het peil van de standvloer en de bodem van de voerbak is gelijk, terwijl de voergang minimaal 5 cm hoger ligt; Voor de voerbak zijn gladde beton elementen in de handel. BEVESTIGING VAN DE DIEREN In de meeste gevallen worden hangkettingen of hangnylonriemen gebruikt. Beide zijn goed, waar bij de nylonriemen geen lawaai in de stal geven. Bij een ketting van 2 m lengte blijven de dieren beter schoon, dan bij hoog bevestigde kettingen. Bij voorkeur worden regelbare onder- en boven- bevestigers gebruikt. De onderbevestiger wordt 10-15 cm achter de knieboom in de vloer bevestigd. Andere mogelijkheden van vastzetten zijn via ket tingen aan stalblokjes of repels. Hierbij kunnen de dieren beter gaan staan maar zijn in de regel min der schoon te houden. Verder kunnen, in plaats van kettingen, ook de keerbeugels worden toegepast. Voor bedrijven, waar in de zomer ook op stal wordt gemolken, zijn speciale vastzetbeugels in de handel. Niettemin zyn met kettingen goede resultaten mogelijk, mits deze van boven zover mogelijk naar de mestgang wordt bevestigd en de ketting vooral niet te strak wordt gezet. AFSCHEIDINGEN Om de 2 dieren komt bij voorkeur een stalbokje te staan, waarvan de poten van onderen zijn voor zien van kunststofhulzen om doorroesten te voor komen. Op 2 meter hoogte ligt op de bokjes een houten balk (nekhout), waaraan de kettingen wor den bevestigd, evenals de leidingen voor het mel ken. Tegen de eindgevel wordt ter lengte van d* standplaats een houten wand aangebracht ter hoog te van 1 meter. (Zie verder pag. VTf

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 27