Onderhoud weeuwenplanten in de winter DINGEN VAN DE WEEK 6 Laat U niet verrassen L. M. v. d. BOSCH, Consulentschap voor de Tuinbouw, 1 's-Hertogenbosch. Op de intensieve opengrondsbedrjjven hebben de weeuwenplanten nog altijd een vaste plaats in het teeltplan. Daarom is het vereist dat we deze teelt tot een goed einde brengen. Het resultaat van deze teelt hgt bij de opkweek van de planten. We moe ten een goed, stevig, afgeharde plant kweken die zo weinig mogelijk groeistoornissen heeft onder gaan. Om aan deze plant te komen vraagt een weeuwenplant tijdens zijn opkweek voortdurend uw aandacht en zorg. Deze kunnen we bij de weeu wenplanten verdelen in drie perioden, n.l.: a. Voor de winter Dit is de tijd van het zaaien totdat er een vorst periode op komst is. Het is de belangrijkste tijd omdat in deze periode de plant moet groeien en nadien alleen maar bewaard moet worden. De cultuurmaatregelen zijn dan heel eenvoudig. Luchten is in deze periode de belangrijkste cultuur- zorg waarvan dan ook de kwaliteit van de plant voor het grootste gedeelte afhangt. Alleen bij het verspenen hebben we de ramen een paar dagen dicht gehouden tot de planten aange slagen waren. Wanneer we dan van begin af aan ruim gelucht hebben, krijgen we in het algemeen een plant die goed stevig en afgehard de winter in kan gaan. Onder ruim luchten verstaan we dat er dag en nacht gelucht en dat elk raam van een dub bele bak 15 a 20 cm omhoog staat. Om het platglas dan te beschermen tegen storm moeten we aan beide zijden van de dubbele bak een draad over de ramen spannen die dan het opwaaien voorkomt. b. Tijdens de winter Tijdens de winter, liever gezegd tijdens een vorstperiode, is vaak de weeuwenplant ons zorgen kind. In deze tijd moeten we alles doen om de plan ten niet te laten bevriezen maar om ze zo goed mogelijk door de winter te loodsen. Dit is weer voor een groot gedeelte afhankelijk van de verzor ging voor de winter. Wanneer we vanaf het begin ruim gelucht hebben zijn ze zelfs zo afgehard dat ze 3 a 4° C vorst kunnen verdragen. Pas wanneer we meer vorst kunnen verwachten gaan de ramen Goede zorgen, goed vroegtijdig m de namiddag dicht. Bij ongeveer 8° C gaan we dekmateriaal aanbrengen. Dit kan gebeuren door er een rietmat over de bak aan tè brengen of dubbel glas op de planten te leggen. Eventueel kan men ook gebruik maken van door zichtig plastic over het gewas en/of over de bak aan te brengen. Aan dubbel glas moet echter de voorkeur worden gegeven, vanwege een betere be lichting. Wanneer men de bakken nauwelijks of niet voorzien heeft van wallen is het raadzaam om deze dan rondom goed af te stoppen met ruigte. Vorst kan ook via tochtgaten en kieren veel schade veroorzaken. Het verdient daarom aanbeveling om resultaat deze voor de winter te voorzien zodat deze u niet kunnen verrassen. a. Na de winter Dus de tijd van na een vorstperiode tot het uit- planten. In de praktijk zien we vaak dat in deze periode de weeuwenplanten te weinig aandacht krijgen. Na een vorstperiode blijven de planterijen te lang afgedekt met hun wintermantel. (Zie verder pag. 19) Van de zijde der handelaren in fruit hebben we de laatste weken veel klachten gehoord over het feit dat het aanbod van goed fruit te klein was. Nu zijn deze klachten op zichzelf niet nieuw. Ze komen elk jaar voor omstreeks de jaarwisseling. Toch moe ten ze ons te denken geven. Het is toch eigenlijk een gekke situatie dat de koelhuizen vol zitten met appels en peren en dat we aan de handel nee moe ten verkopen. Het prijspeil houdt daarmede ver band. Dat is aangetrokken, maar beslist nog niet zodanig dat het aanlokkelijk is om te verkopen. Of dat nog zal komen weten we niet. ledereen hoopt er op en wanneer men niet is toegetreden tot de afzet- pool, wacht men maar het liefst zo lang mogelijk met de verkoop. „Wanneer ik hangen moet, dan maar aan de laatste boom", is een bekend gezegde. Hopelijk zullen de klachten over dat te kleine aanbod in de komende weken kunnen verstommen, want we zullen met ons allen als fruittelers moeten zorgen voor een geregeld en voldoende aanbod. Er wordt veel fruit gegeten in het binnenland. Er is ook een groot aanbod. Sinaasappelen en manderijnen zijn in deze tijd van het jaar zware concurrenten maar die moeten zeer duur worden betaald. De consument wil een goed produkt en blijkt daar ook wel een redelijke prijs voor over te hebben. Aan de telers de taak om daarin te voorzien! Op de televisie zagen we de beelden van het in gebruiknemen van de nieuwe veiling Westland- Noord bij Monster. Vier veilingen gingen in dit ge bied samen en bouwden een nieuwe veiling die een van de grootste en modernste van Europa is. Wan neer we deze beelden zien en we bedenken dan hoe de provinciale veilingpositie in Zeeland is, dan is dat iets om jaloers op te worden. Laten we deze week echter maar niet verder ingaan op dit onder werp. Het zal zonder twijfel ook in 1970 nog wel meerdere keren de aandacht vragen en krijgen. Wanneer we rond ons heen kijken en zien wat er gaat verdwijnen in de fruitteelt, dan kan dat niet anders of dat moet gevolgen hebben voor de afzet- struktuur van de tuinbouw. We kunnen in 1970 in geen geval meer doen alsof we alleen op de wereld zijn en enkel met onze eigen lokale belangen te maken hebben. We zullen ook als tuinders groter en meer regionaal moeten denken. Dat is moeilijk. We geven het graag toe. Van nature zijn we chau vinistisch en praten we het liefst voor ons eigen standje. Maar we zullen verder moeten zien en zon der twijfel zal de toekomst andere eisen stellen dan die waaraan we nu kunnen voldoen. Ter gelegenheid van de jaarwisseling hebben vele bekende en onbekende figuren hun zienswijze gegeven op het economisch gebeuren van land en provincie. Het viel ons op dat vrijwel iedereen er van uit gaat dat de kostenstijgingen zullen door gaan en dat de werktijden steeds korter zullen wor den. We ervaren al jaren dat dit gebeurt. Het is een proces dat op gang gekomen is en dat zich zal voortzetten. Hiermede hebben we als tuinders reke ning te houden. Landelijk gezien zijn d. omzetten van de tuin bouwveilingen in 1969 gestegen. Gingen ze mee met de kostenstijgingen. Volgens de voorlopige ra mingen van het Centraal Bureau van de Tuinbouw veilingen hebben de aangesloten veilingen in 1969 een 8 hogere omzet gehad dan in 1968. In totaal wordt gedacht aan een omzet van 1185 mlijoen gul den. Het resultaat van 1969 steekt zeer gunstig af bij dat van de voorgaande jaren. Tomaten, komkom mers en sla waren de produkten die een grote om zetstijging te zien gaven, maar het sterkst was dat toch het geval in de sektor vollegrondsgroenten, terwijl ook de champignons opnieuw belangrijk meer opbrachten. In vier jaar tijds is de omzet van dit produkt verdubbeld. Het kleinfruit in haar geheel deed het ook niet slecht in 1969, al waren er produkten die het er wat bij lieten zitten, zoals de rode bessen. Er was eigenlijk maar één sektor waarin het slecht zat en dat waren de pit- en steenvruchten. Juist de sektor waarmee de Zeeuwse fruittelers zoveel te maken hebben. Ten opzichte van het vorig jaar brachten de appelen en peren in 1969 weer 20 mil joen gulden minder op. Met 114 miljoen gulden in totaal werd voor appelen en peren een nieuw diep tepunt bereikt. In vergelijking met vier jaar geleden brachten ap pelen en peren in 1969 bijna 50 miljoen gulden min der op en dat in een tijd waarin de kosten steeds hoger worden. Het is wel een zeer droevige situatie en ze staat in schrille tegenstelling tot vele andere sektoren van de tuinbouw. Gelukkig dat ook daar heel wat tuinders hebben geprofiteerd van de betere stemming in de glas tuinbouw. Dat het er meer zouden kunnen zijn heb ben we in deze rubriek al meer geschreven. Ook dat is echter een zaak die zich niet laat dwingen. Hoog stens kan men trachten de voorwaarden voor ves tiging zo gunstig mogelijk te doen zijn. Plaatselijk werkt men in deze richting.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 6