De voeding en verzorging
van schapen
Wenken voor goede
kalverenopfok
14
CLK jaar sterven er heel wat kalveren bij de
geboorte of spoedig na de geboorte. Het is
daarom goed aandacht aan dit probleem te schen
ken. Hierbij enkele wenken voor een goede opfok:
1. Voeding drachtige koe.
a. Zorgen voor een goede voeding van de drach
tige dieren. Deze krijgen nogal eens te wei
nig mineralen en vitaminen. Het gebruik
van mineralenkoek/brok en wel 1 kg per koe
per dag kan aanbevolen worden.
b. Geef de dieren voldoende droogstand.
2. Hygiëne - voor, tijdens en na de geboorte.
a. achterstel van de koe ontsmetten (halamid-
oplossing)
b. kalf schoon opvangen (schoon stro)
c. schoon materiaal gebruiken (touwtjes)
d. werk met schone handen
e. desinfecteren van de navel (jodiumtinctuur)
droogwrijven van kalf
2. Verzorging van de koe.
a. Geef de koe na het kalven een dek.
b. Melk de koe dirékt na het kalven.
4. Huisvesting kalveren.
a. Droog en tochtvrij (strobed)
b. Minstens één week van andere kalveren ge
ïsoleerd houden.
c. Splits een koppel van 10 kalveren in twee
gedeelten, dus oudere en jonge kalveren
apart.
5. Voeding kalveren.
a. Geef het kalf zo spoedig mogelijk na de ge
boorte biest V2 liter).
b. De eerste dagen bij voorkeur 3 maal of meer
keren per dag voeren.
6. Opfokschema's. Leeftijd.
Ie dag 14 liter biest en 2e t/m 4e dag 26 liter
biest. Biest laten drinken, zoveel als de kalveren
„graag" willen opnemen. 5e t/m 7e dag 46 liter
volle-mek.
12 3 4
0
1
c
O r*
0
+-* J
a>^«s
U O
0) c
UM
<V M
x
J2.5
0
G ea
OM
r-H rH
Oc
wei
|1
2e
week
5
5
-
5
-
5
3e
week
5
4
1
5
-
5
100
4e
week
6
4
2
6
5
250
5e
week
6
4
2
5
2
5
400
6e
week
5
3
3
5
2
5
600
7e
week
5
2
5
4
4
5
800
8e
week
4
2
5
4
4
1200
9e
week
4
2
6
2
6
1600
10e
week
2
1
7
1
8
2000
11e
week
2
6
8
2000
12e
week
1
6
8
2000
13e
week
4
8
2000
4e
mnd
4
8
2000
5e
mnd
2
6
1500
6e
mnd
-
4
1000
naast onder- of karnemelk eiwitarm krachtvoe
der en naast volle melk en/of wei eiwitrijk
krachtvoer verstrekken. De hoeveelheid kracht
voer hangt af van de leeftijd van de kalveren
en in de weideperiode van de kwaliteit van het
grasland.
P. v. NES
Consulentschap voor de Akkerbouw
en Rundveehouderij te Barendrecht
In de winterperiode vraagt het schaap wat betreft de voeding meer aan
dacht dan in andere jaargetijden. Het is voldoende bekend dat de leverbot-
en maagdarmwormbestrijding bij schapen altijd van belang is. Een juiste
bestrijding door middel van geneesmiddelen en beweiding zijn punten die
elke schapenhouder moet weten. Het is bekend dat in de herfst van 1968 en
het voorjaar van 1969 grote aantallen schapen stierven.
DE VOEDING
Vaak blijkt dat na strenge winters de levenskrachtigste lammeren worden
geboren. Hieruit blijkt toch dat de voeding niet onbelangrijk is. In Noord-
Holland kwam bij een onderzoek op een achttal bedrijven naar voren dat
het percentage doodgeboren en gestorven lammeren 9 bedraagt, met
een variatie van 3 tot 12 procent. Voor de rentabiliteit zijn deze cijfers van
groot belang. Bij een onderzoek in Zeeland door de Prov. Gezondheidsdienst
te Zeeland, kwamen de volgende meest voorkomende voedingsfouten te
voorschijn.
te kort aan zetmeelwaarden;
te weinig fosfor;
te weinig natrium;
te kort aan Vitamine D.
Normen (drachtige ooien)
Door het Instituut voor Veevoedingsonderzoek „Hoorn" worden de vol
gende normen aanbevolen.
Gewicht v/h dier kg droge stof gram zetmeelwaarde gram vre
60—70 kg 1.8 650 dfc 100
70—80 kg 1,8 800 100
Een schaap neemt, naarmate de draagtijd vordert, in gewicht toe. Dit is
begrijpelijk doordat de vruchten groeien. Daar tegenover staat dat de dieren
in conditie achteruit gaan.
Bij proeven is gebleken dat het voederniveau tijdens de dracht invloed
heeft op de melkproduktie in de zoogperiode. Dit wil niet zeggen dat we de
dieren vet moeten voeren, dit heeft ook weer zijn nadelen.
Om aan de zetmeelwaardenorm te kufanen voldoen, moeten we de die
ren in ieder geval geen voer van slechte kwaliteit geven.
VOED ERM1 DDEIvEN
Hooi Dit kan zowel weide- als luzernehooi zijn. Ook erwtenstro kan goed
voldoen.
Kuilgras Een goed geslaagde kuil met een behoorlijk ds gehalte van
30 of meer kan gevoerd worden. Goed geslaagd wil zeggen dat de am-
moniak-fractie liever niet boven de 15 moet zijn.
Gedroogd gras of luzerne Voor de caroteen aanvulling (vit. A) een ge
schikt voer.
Ingekuilde bostel Dit kan aan schapen gevoerd worden, wanneer met
de nauwe zetmeelwaarde/vre verhouding rekening wordt gehouden. B.v.
wat gedroogde pulp er naast verstrekken.
Krachtvoeders. Haver eu schapenmengvoeder zijn goede krachtvoeders.
Rundveevoeders geven by gebruik van enige maanden kans op kopervergif
tiging.
Ia de winterperiode vraagt de voeding meer de aandacht dan in de andere
jaargetijden.
RANTSOENEN
1 kg hooi 1 kg hooi
3 kg voordroogkuil 2 kg ingek. bostel
100200 gram krachtvoer 200 gram gedr. pulp
100200 gram krachtvoer.
1 kg hooi
Vz kg gedr. grasbrok
1 kg erwtenstro
100200 gram krachtvoer.
Naast ruw- en krachtvoeders is water voor schapen een onmisbaar voed
sel. Drachtige ooien, in de laatste maand van de dracht kunnen vaak heel
wat vocht naar binnen werken, 10 1. per dag per dier is geen uitzondering.
Zoals bij al onze huisdieren blijkt, dat we ook schapen naar conditie
moeten voeren. Dit vereist dat we de dieren eens moeten betasten, omdat
de wol de conditie op zicht enigszins beperkt. Bij een open winter kunnen
de dieren volstaan met enig ruwvoeder en in de laatste 2 maanden van de
dracht 2 a 3 ons krachtvoer als aanvulling.
- Volle melk kan vervangen worden door „kunst
melk en onder- of karnemelk door magere
melkpoeder.
De speendatum bij methode 4, hangt af van de
opgenomen hoeveelheid krachtvoer. By een op
name van 8001000 gram krachtvoer per dag,
kunnen de melkprodukten vervallen.
Deze methode vraagt wat extra aandacht. On
derling loopt de krachtvoer-opname nogal uit
een. Hier dient op gelet te worden.
Algemene omstandigheden zoals: schoon en fris
drinkwater, goed hooi, schone drink- en voer
bakken en een juiste staltemperatuur (niet te
warm en tochtvrij) zijn van groot belang voor
het „slagen" van de kalveren.