Centra voor Vak opleiding De schijnwerper op de: Belangstellenden voor een vakopleiding of een bij-, her- of omscholing kunnen terecht bij de Gewestelijke Arbeidsbureaus. Daar vindt allereerst een geschiktheidsonderzoek plaats. De kandidaat wordt onderzocht op aanleg, technisch inzicht, handvaardigheid enz. en wordt tevens medisch gekeurd. Aan de hand van testen wordt, in overleg met de kandidaat, nagegaan welke vak opleiding het beste bij zijn persoonlijkheid past en welke naar verwachting hem het beste zal liggen en hem de grootste ontplooiingsmogelijkheden zal geven. 12 tiet Centrum Vakopleiding Volwassenen te Middelburg. Modern van opzet en inrichting. Li ET Bestuur van Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw heeft in gaande 1 januari 1970 een bijdrageregeling omscho ling van ondernemers goedgekeurd, die hun bedrijf beëindigen in 't kader van de bedrijfsbeëindigings regelingen van het O. en S.-Fonds. Bijzonderheden over de voorwaarden waaraan voldaan moet wor den en de bijdragen die het Fonds verstrekt aan de ondernemers die van deze bijdrageregeling gebruik willen maken, zijn elders op deze pagina's opge nomen. Deze nieuwe regeling en andere faciliteiten die de overheid in het kader van scholing dan wel her scholing geeft, zijn voor ons aanleiding geweest In een gesprek met de direkteur van het Centrum voor Vakopleiding Volwassenen te Middelburg en Terneuzen, de heer F. J. Marinus, nader naar deze vakopleidingsmogelijkheden te informeren. De Landbouwinspekteur van het Distriktsbureau Ar beidsvoorziening te Middelburg, de heer C. M. van Luijck, was zo bereidwillig een en ander voor ons te regelen. WEINIG BEKEND F meer hadden wij belangstelling voor de ver schillende mogelijkheden van her-, bij- en omscholing omdat ons bleek dat van deze moge lijkheden, waarschijnlijk door de te geringe be kendheid, door de praktijk betrekkelijk weinig ge bruikt wordt. Daarbij als achtergrond uitspraken en verwachtingen als: tussen nu en over twintig jaar zullen vijftig procent van de agrarische bedrijven verdwijnen; tot voor kort werkten meer zoons in de land en tuinbouw dan er bedrijven voor opvolging beschikbaar komen; de beroepskeuze verloopt in het agrarisch mi lieu lang niet altijd bevredigend. Een aantal boerenzoons komen in de land- of tuinbouw te recht, zonder zich voldoende te realiseren welke toekomstmogelijkheden het beroep van boer of tuinder heeft; de moeilijkheden in de fruitteelt noodzaken een aantal fruittelers hun bedrijf te beëindigen. In Nederland zijn 25 centra voor vakopleiding van volwassenen. Doel van deze centra zijn arbeids krachten die werkloos zijn geraakt, werkloos drei gen te worden en/of op een ander beroep willen overschakelen, in de gelegenheid te stellen zich te scholen, dan wel her- of bij te scholen. Sedert 1945 zijn door deze centra, door het gehele land ver spreid liggend, reeds zo'n 70:000 arbeidskrachten opgeleid. Voor Zeeland is er een centrum in Mid delburg en Terneuzen gevestigd en in Brabant o.m. te Bergen op Zoom, Breda, Den Bosch en Eind hoven. Betrokkenen die in aanmerking komen om een vakopleiding op een Centrum te volgen, ontvangen een loondervingsvergoeding en andere financiële tegemoetkomingen, zodat de opleidingsperiode ook financieel overbrugbaar is. EERST NAAR ARBEIDSBUREAU Maar is met een bepaalde opleiding begonnen en blijkt dat een andere richting uiteindelijk toch beter zou zijn, dan kan alsnog omgeschakeld wor den. In de opleidingen zijn bepaalde selektiepun- ten, waarop beoordeeld wordt hoe de cursist ervoor staat, en wat zijn mogelijkheden zijn. Vallen deze tegen, dan kan in overleg met de direkteur een andere richting worden gekozen. OPLEIDINGSMOGELIJKHEDEN DE opleidingsmogelijkheden zijn onder te bren gen in twee hoofdgroepen, n.l. de bouw en de metaal. Bij de bouw bijv. opleiding tot metselaar, timmerman, betontimmerman, steenzetter en straatmaker. Bij de metaal opleidingen als: con structiebankwerker, machinebankwerker, precisie» bankwerker, autogeenlasser en elektrisch lasser» De opleidingsmogelijkheden zijn niet op elk Cen- trum gelijk. Mocht een kandidaat een uitgesproken voorkeur en aanleg hebben voor een opleiding di© niet op een voor hem nabij gelegen centrum wordt gegeven, dan kan hij in een ander vakopleidings- centrum deze opleiding volgen. In dat geval draagt de overheid bij in de pensionkosten. De duur van de opleiding is zeer verschillend en mede afhanke* lijk van de cursist zelf. Om voorbeelden te noemeras de opleiding voor autogeenlasser bedraagt gemid deld een 17 werkweken, voor een precisiebankwer* ker gemiddeld 92 weken! INDIVIDUELE SNELLE OPLEIDING E opleid punten: 0E opleiding kenmerkt zich door drie hoofd® Individuele opleiding. Elke cursist werkt zelf standig aan zijn opdrachten onder leiding van een instrukteur. Zowel voor de praktijk- als theorieopdrachten worden kwaliteits-, tempo als prestatiecijfers gegeven, waaruit de vorde ringen van de cursist blijken. Versnelde opleiding. Het tempo ligt vrij hoog. Alle overbodige ballast bij het normale onder wijs, veel tijd vragend, is overboord gezet. Dat wat niet direkt noodzakelijk is, wordt buiten beschouwing gelaten, ook bij de theorie. Aan het bedrijfsleven aangepaste opleiding. In vergelijking met het schoolonderwijs een lange werkweek van 43 uur, ongeveer gelijk als in het bedrijfsleven wordt gewerkt. De sfeer en in richting van de werkplaats benadert ook het bedrijfsleven. Er is orde en regelmaat, werk® briefjes, prikklokken, koffie-automaat enz. OPLEIDINGSVERGOEDING TIJDENS de opleiding ontvangt de cursist een vergoeding in de vorm van „loon". De hoogte van deze loondervingsvergoeding is ongeveer gelijk aan het richtloon voor ongeschoolde arbeidskrach ten en afhankelijk van leeftijd en gezinssamenstel ling. Om enkele voorbeelden te noemen: Een 18-jarige ongehuwde cursist ontvangt bruto

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 12