Zomertarwe
Zomergerst
Haver
10
Opbrengsten rassenproeven zomertarwe
zaadopbrengsten in kg/are 1969
Gem. Opbrengst in
Proefveld Z 2928 Z 2928 W.B. ZWZII 1969 verb, getallen
Reg. nr. Ie zaai 2e zaai 3004- 1361 1960 t/m 1969
Rassen
Orca 55.3 44.4 49.8 44.9 46.1 100
Gaby 57.5 45.8 50.4 33.1 44.6 100
Jufy I 53
Opal 52.5 95
Ondanks de natte herfst van 1968 is er nog veel wintertarwe gezaaid, vooral
tijdens de droge periode in november. De slechte weersomstandigheden heb
ben mogelijk toch invloed gehad op het areaal zomertarwe. De totale opper
vlakte in het Zuidwesten bedroeg 13.500 ha in 1968 en 16.600 ha in het jaar
Opbrengsten rassenproeven zomergerst
zaadopbrengsten in kg/are 1969 Gemiddeld Opbrengsten
over in verhoudings-
Proefveld ZWZH Z Z Z.VL. W.B. 1969 getallen
Reg. nr. 1362 2929 2930 1225 3005 Gemiddelde over
Rassen 1950 t/m 1989
Cambrinus
51.5
55
52.3
54.5
51
52.7
100
Zephyr
52
55.6
53.4
51.3
48
52.2
100
Delisa
54.7
63.2
56.7
55
47
55.4
102
Julia
55.8
62.1
50.5
56
102
Sultan
55.8
47.3
54.3
101
Union
53.9
Berac
55.8
63.2
58.9
53.4
51.9
56.5
103
Mazurka
51
60.3
55
50.3
49.5
53.2
100
Proefveld
gem.
53.1
59.1
55
52.9
49
brouwgerst
Het areaal zomergerst is teruggelopen in het Zuid-Westen van 20.300 ha in
1968 naar 17.900 ha in 1969. Er heeft een verschuiving plaats gevonden van de
oppervlakte naar meer haver en tarwe. De financiële resultaten van zomer
gerst zijn de laatste jaren meer in het vlak gekomen vdn haver. De kg-op-
brengsten van zomergerst zijn in 1969 meegevallen in vergelijking tot de
andere granen. De afrijping viel beter samen met de periode van extreem
hoge temperaturen. In tegenstelling tot de wintertarwe is er in de zomergerst
weinig meeldauwaantasting geweest. In 1970 worden in de rassenlijst ge
plaatst de nieuwe rassen C.I.V. 490-4 onder de naam Berac en M.G.H. 62-663
als Mazurka.
OMSCHRIJVING VAN DE BROVWGERSTRASSEN
Delisa. Geeft gemiddeld een iets hogere opbrengst dan Zephyr en Cambri-
nus. Voldoet het best op goede grond met een goede struktuur. Het stro is kort
en vrij stevig, doch niet veerkrachtig. Gevoelig voor doorwas en matig vatbaar
voor meeldauw.
Zephyr. Geeft goede opbrengsten. De stro-stevigheid is matig, doch iets beter
dan van Cambrinus. Groeit vrij gemakkelijk, is evenwel wat gevoeliger voor
slechte struktuur dan Cambrinus.
Vrij weinig gevoelig voor doorwas. Matig vatbaar voor meeldauw. Goede
brouwkwaliteit.
1969. De opbrengsten zijn wat tegengevallen, hetgeen bij de wintertarwe ook
het geval was. Als oorzaak kan genoemd worden het warme weer en daardoor
het noodrijp worden, mogelijk bespoedigd door meeldauw en bruine roest.
Algemeen uitgezaaid is het ras Orca, daarnaast was enige teelt van Gaby en
Opal. Door gevoeligheid voor schot en gele roest zijn deze beide rassen te
weinig oogstzeker
De proef in Zeeland werd weer op twee tijdstippen gezaaid. Duidelijk
blijkt uit de opbrengsten het voordeel van vroeg zaaien. Na half februari, begin
maart moet men geen enkele mogelijkheid tot zaaien onbenut laten.
Bij het onderzoek naar nieuwe rassen wordt gezocht in de richting van vroeg
rijpende tarwerassen. Iets vroeger dan Orca is M.G.H. 62.64 (Toro), dit ras
is ook wat produktiever en steviger van stro.
Nog duidelijk vroeger zijn M.G.H. 653 en vooral 659, beide rassen maar
vooral 659 gaven hogere opbrengsten dan Orca.
In 1969 werden voor het eerst Cebeco 6751 en Streng 6/55 beproefd. Deze
rassen rijpen slechts weinig later dan verschillende wintertarwerassen, ze heb
ben ook wat opbrengst en strostevigheid betreft een zeer goede indruk ge
maakt. Van deze beschreven rassen is er nog geen in de rassenlijst geplaatst.
Orca is aanvankelijk wat traag in ontwikkeling. Het stro is vrij kort' en
behoorlijk stevig. Weinig vatbaar voor gele roest en afrijpingsziekten Weinig
gevoelig voor korreluitval en iets gevoelig voor schot.
Cambrinus. Komt in opbrengst overeen met Zephyr. Bladrijk gewas met stro
van gemiddelde lengte, matige stevigheid. Moet daarom niet te zwaar met
stikstof worden bemest. Sterk vatbaar voor meeldauw. Vrij weinig gevoelig
voor doorwas. Goede brouwkwaliteit.
Berac. Brouwgerstras, dat op vruchtbare zeëkleigronden in het zuidwesten
van het land zeer goede opbrengsten heeft gegeven. Heeft kort en stevig stro.
Matig vatbaar voor meeldauw.
OMSCHRIJVING VAN DE VOERGERSTRASSEN
Julia. Geeft gemiddeld iets hogere opbrengsten dan Zephyr en Cambrinus en
heeft stevig stro. Iets gevoelig voor doorwas. Tamelijk vatbaar voor gele roes»
en matig vatbaar voor meeldauw. De opbrengst lijdt in het algemeen in de
praktijk niet door deze ziekten. Kan daardoor tot de oogstzekere rassen worden
gerekend. Rijpt vrij laat.
Sultan. Komt in opbrengst niet of weinig boven de brouwgerstrassen uit en
heeft een trage beginontwikkeling. Stoelt goed uit. Het stro is vrij kort en
stevig. Weinig vatbaar voor meeldauw. Rijpt vrij laat.
Mazurka. Meeldauw resistent ras, heeft goede opbrengsten gegeven. Vrij
lang, middelmatig stevig maar goed veerkrachtig stro.
Voor verdere bijzonderheden over de rassen zij naar de Rassenlijst 1970
verwezen.
Een paar jaar geleden was het areaal haver in het Zuid-westen van geen
betekenis. Nu is het gestegen van 2.300 ha in 1968 naar 4.800 ha in 1969. De
oogstzekerheid van haver is belangrijk verbeterd maar blijft toch minder dan
die van de andere zomergranen.
Er zijn nog meer oorzaken, een gunstiger vruchtwisseling i.v.m voetziekten
enz., aan te wijzen die de uitbreiding kunnen verklaren, het is echter te hopen
dat verdere toename in oppervlakte geleidelijk zal gaan.
Op gronden waar ook maar in de geringste mate wilde haver voorkomt, kan
beslist geen haver worden verbouwd. Dit onkruid is in haver niet te bestrijden
en wordt ook moeilijk opgemerkt.
Voor 1970 wordt het nieuwe ras Weibull 16412 onder de naam Selma in de
rassenlijst geplaatst.
Onderstaande beschreven rassen zijn aan te bevelen voor verbouw.
OMSCHRIJVING VAN ENKELE RASSEN
Astor. Een zeer stevige, produktieve haver voor goede kleigronden. Astor
kan vanwege zijn geringe bladrijkheid en stevigheid een flinke stikstofgift ver
dragen. Het is een goede dekvrucht. Moet vroeg worden gezaaid. De korrel is
groot en goed gevuld.
Opbrengsten rassenproeven haver
Proef
veld
Reg. nr
Rassen
zaadopbrengsten in kg/are 1969
5.W.Z.H. Z 2931 Z 2931 W.B.
1363 le zaai 2e zaai 3006
Gem.
1969
Opbrengst in
verhoudings
getallen.
Gemiddelde
over de jaren
1960—1969
Astor
Condor
Bento
Tarpan
Selma
45
62.2
51.8
48.9
51.3
105
47.4
50.8
102
49.5
67
54.9
52.1
55.8
107
50
53.6
99
55
71.9
54.7
52.6
58.6
110
Bento. Een korte zeer stevige haver, die hoge opbrengsten heeft gegeven.
Stelt wat minder hoge eisen aan de grond dan Astor. Goede dekvrucht. Ver
draagt een flinke stikstof bemesting. Rijpt vrij laat. De korrel is iets mooier
dan die van Astor.
Selma. Op alle grondsoorten een zeer produktief ras. Het stro is vrij lang
maar bezit een goede stevigheid. De korrel is wit, middengroot, kort en goed
gevuld.