Oud en nieuw Verzekeringszaken 9 Onze voorlichting wordt uitgebreid. Regelmatig plegen wij publikaties over diverse verzekerings-onderwerper, in ons Land- en Tuin bouwblad af te drukken. Het is nodig, dat er veel over verzekeringen wordt geschreven en monde ling voorgelicht. Immers, indien u als zelfsta Jige behoorlijk ver zekerd wilt zijn gaat daar een groot bedrag in zitten. Vooral als we daar bijtellen de premies, die u al zo wie zo kwijt bent aan de Volksverzekeringen, t.w. A.O.W., A.W.W. en A.K.W. Een behoorlijke voorziening op allerlei terrein kost duizenden guldens per gezin. Een van de be langrijkste en ook kostbaarste voorzieningen is die op het leven. WETTELIJKE VOORZIENINGEN ris nu wel een Algemene Ouderdomswet (A.O.W.) en een Algemene Weduwen- en Wezenwet (A.W.W.waarvoor bij een maximum inkomengrens van 17.450,al rond 2.400, premie op tafel gelegd moet worden. Klaar bent u daar niet mee. U moet deze volks verzekering als bodemvoorziening zien. Komt u als ondernemer te overlijden dan krijgt uw vrouw, mits ze 40 jaar is, ingevolge de A.W.W. een uit kering van ƒ5.262,per jaar, indien ze althans kinderen heeft. Voor de weduwen zonder kinde ren is de uitkering 3.708,per jaar. Dit is geen bedrag, waarvan het achterblijvende gezin van kan leven; laat staan nog kinderen laat studeren! Met de A.O.W. op 65-jarige leeftijd van ƒ5.262, zijn evenmin bokkessprongen te maken. Als bo demvoorziening zijn deze uitkeringen waardevast d.w.z. dat bij de stijging van de kosten van levens onderhoud deze uitkeringen gelijkertijd worden opgetrokken. AANVULLENDE DEKKING ALS gevolg van deze A.O.W. en A.W.W. en mede ten gevolge van de snelle geldontwaar ding maar ook vanwege de hoge rentestand heb ben we de laatste jaren als het ware een vlucht gezien uit de voorzieningen voor de oude dag naar de zgn. risikosector. Het blijft uiteraard altijd wat koffiedik kijken als men in de toekomst wil blikken. Na enkele jaren kan de prognose al fout blijken te zijn. Niet temin is het vry logisch, dat momenteel geen ideaalverzekering als aanvullende dekking op de wettelijke Weduwen- en Wezenuitkeringen wordt geoffreerd. Stel, dat men bij overlijden van de man een aanvullende uitkering voor de weduwen- en weze wilt hebben van 6.000,per jaar. Men ka» dan sluiten een ideaalverzekering van 20.000,— met 30 rente. Premiekosten voor een man van 30 jaar oud f 700,— per jaar met een looptijd van 35 jaar. Als hij echter een risiko-verzekering sluit van .v. ƒ90.000,bij overlijden dan kost hem dat 600.— per jaar. Deze 90.000,— komen bij over lijden op tafel voor de weduwe, met welk bedrag zij, zeker momenteel, meer rente kan maken dan ƒ6.000,per jaar. Konklusie met een lagere pre mie is een hogere uitkering te bereiken. En zo zyn er talloze voorbeelden te noemen. Het is zelfs zeer goed mogelijk, dat u jaarlijks een forse ver zekeringspremie betaalt, terwijl de dekking nog niet eens zo prima is. Lang niet onmogelijk is, dat u met enkele omzettingen een veel betere dek king kunt verkrijgen tegen een lagere premie. Het klinkt misschien ongeloofwaardig maar de prak tijk heeft dit al honderden malen bewezen! Juist de snel veranderde tijdsomstandigheden vragen aanpassing op allerlei gebied en dus ook op verzekeringsgebied, met name de levensver zekering. De ZLM biedt u een verzekeringspak ket, dat lang niet op alle punten rond zit, maar wel de belangrijkste. INTEGRATIE IN het kader van de integratie van de Zeeuwse Landbouw Mij. en de Noord-Brabantse Mij. van Landbouw is ook op 't terrein van de levens verzekering wijziging gekomen. De oude ZLM nl. had sinds 1952 een vorm van samenwerking met de O.L.V.E.H. van 1879 en de vroegere Nrd.- Brabantse Mij. van Landbouw met de Onderlinge Levensverzekering (O.B.F.). In de nieuwe ZLM gaan we nu samenwerken met zowel de O.L.V.E.H. als het O.B.F. We zijn zeer verheugd, dat in nieuw verband een over eenkomst met het O.B.F. tot stand is gekomen. Het is een levensverzekeraar, die zeer wel past in onze eigen organisatiepatroon en bovendien (over het algemeen) aantrekkelijke premie-voor waarden en vooral winsuitkeringen te bieden heeft. Velen onzer lezers zullen het mogelijk een wat eigenaardige figuur vinden, dat wij met twee levensverzekeraars gaan werken. In feite konkur- renten van elkaar. Hoe moet dat in de praktijk? EIGEN DESKUNDIGE-VOORLICHTER WIJ dachten, dat deze zaak niet zo moeilijk ligt. Om te beginnen hebben wij per 1 januari 1970 als onze eigen buitendienst-deskun- JS. CEVAAL, onze nieuwe verzekerings-buile»- dienstdeskundige, in Zeeland beslist geen onbe kende, voor onze leden in Brabant nog nieuw dige aangesteld de heer J. Cevaal te Serooskerke (W.). De heer Cevaal zal met name op het terrein van de levensverzekering werkzaam zijn. Hij heeft op dit terrein al 17 jaar ervaring en kan als zodanig zeer zeker als deskundige worden aan gemerkt. Voor de meeste Zeeuwse leden geen on bekende; voor de Brabantse leden nog wel, maar hopenlijk slechts tijdelijk Dat wij ons op dit terrein thans aktief gaan opstellen heeft drieërlei oorzaken nl. omdat: a. op het terrein vdn de levensverzekering uit sluitend maatwerk geleverd kan worden; b. met levensverzekeringen over het algemeen grote bedragen gemoeid zijn en daarom een objectieve voorlichting primair is; c. wij thans met 2 onderlingen, het O.B.F. en de O.L.V.E.H. gaan samenwerken. Dit laatste punt kan naar onze mening juist een nuttig effect sorteren, indien wij zelf een deskundige in dienst hebben, die noch afhanke lijk is van het O.B.F., noch van de O.L.V.E.H. van 1879 Wij zien het zelfs als een groot winstpunt voor de objectiviteit om niet gebonden te zijn aan één maatschappij. Onze deskundige beschikt dan over vergelijkingsmateriaal waarmede de leden him voordeel kunnen doen. LAAT UW POLISSEN DOORLICHTEN JVE leden en begunstigers van de ZLM kunnen vanaf heden een beroep te meer doen op hun organisatie. Wij staan ter uwer beschikking. Nie mand kan U objectiever voorlichten op het ter rein van de levensverzekering en andere zaken dan uw eigen organisatie. Immers, we zijn niet gebonden aan een bepaalde maatschappij. Dit is wel het geval met praktisch iedere inspecteur, die u roept. Zoals gesteld gaan wij ons fhans aktief in de levensverzekering sector begeven. Mogelijk hebt u via de melkfabriek een levensverzekering lo pende bij het O.B.F. Het zou kunnen rijn, dat u niet precies weet wat voor soort verzekering het is. Via het melkgeld wordt wel premie ingehou den. Dat gaat als het ware geruisloos. Toch moet u weten hoeveel u betaalt enwaarvoor. U doet (Zie verder pag. 16) IE. C. S. KNOTTNERUS Een terugblik over 1969 kan heel verschillend uitvallen al naar het onderwerp dat men het meest belangrijk vindt. Denken wij aan de vorderingen van de Europese Economische Gemeenschap dan valt het bijzonder pessimistisch uit. Dat was niet veel zaaks. Zelfs met de topconferentie van 1 en 2 december inbegrepen kan men eigenlijk alleen con stateren dat de zaak nog net niet uiteen is geval len. Een nieuwe frisse aanpak met een stel nieuwe leden zat er niet In. Kijken we nu eens naar het weer, dan valt 1969 heel anders uit, dan was er een prachtige zomer met toch nog weer voldoende regen, zelfs zoveel, dat zij in het noorden des lands geweldige schade aanrichtte. Hier zal dus wel enig verschil van mening onder de agrariërs bestaan. De een zal '69 nooit vergeten, omdat hij zo prach tig was en de ander zal een bijzonder slechte her innering aan dit jaar overhouden. PRIJZEN Dit laatste geldt ook wanneer wij kijken naar de prijzen van de produkten. Waren die van de tuin bouw dooreen genomen goed, die van het fruit waren zo mogelijk nog slechter dan de vorige jaren. Even gevarieerd was 1969 op het terrein van de organisatie. Er waren enkele gunstige momenten. Met name op het terrein van de zuivelindustrie zagen wij in '69 enkele belangrijke fusies tot stand komen, terwijl het patroon waarin men zich in deze beweegt, ook steeds duidelijker werd. Wij hoeven ons niet meer af te vragen: waar willen wij naar toe of waar gaan wij naar toe, maar meer: hoe lang moet dat nu nog duren. Op vele andere terreinen kunnen wij bepaald nog niet jui chen. Het lijkt wel of men eerst allemaal dik in de misère moet zitten voordat men tot de conclusie komt dat de enige uitweg samenwerking is en soms komt men pas te laat tot deze conclusie. AFZET Op het terrein van de afzet van hard fruit lijkt het beslist nog niet te willen boteren. Wij moeten hier zelfs constateren, dat men niet tot een op lossing is kunnen komen waaraan allen meewer ken. Er wordt nu op twee verschillende manieren geprobeerd er nog iets van te maken, maar het kan niet uitblijven dat als het goed gaat, deze twee in een positie worden gemanoeuvreerd dat zij elkaar moeten beconcurreren. Overigens heb ik de indrsck, dat door al het gekrakeel op dit terrein, wij aardig bezig zijn de situatie van vóór de veilingklok weer in leven te roepen. Ook toen liepen de groente boeren en de agenten van grotere firma's de fruit- tuinen af om te kopen en ik meen, dat het wel alge meen bekend is, dat toen de verkoper een heel zwakke positie had. Wie dat nog niet wil geloven moet maar eens in het buitenland gaan kijken waar het systeem nog werkt. Misschien kan hij het binnenkort ook in Nederland zien als wij er niet in slagen hier spoe dig tot een sluitend afzetsysteem te komen. Voor de afzet van aardappelen was 1969 natuurlijk ook niet een best jaar als wij het bekijken uit een oog punt van afzetorganisatie. Natuurlijk de prijzen zijn uitstekend. Daar is vraag genoeg. Men krijgt genoeg geld op het handje en hoeft zich dus over de toekomst niet zoveel zorgen te maken. Maar- waar zullen de poters blijven die nu praktisch niet meer te koop zijn? Ik heb het vermoeden, dat zij weer allemaal in de grond gaan en dan zit de misère er voor het vol gende jaar wel weer in. BLIK VOORUIT Ik wou het er maar bij laten wat de terugblik betreft en nog even vooruit kijken. Dat is bepaald nuttig. Waarschijnlijk begrijpt u wel dat de eerste opmerking dan voor 1970 ook zal zijn dat ik hoop, dat het weer ons geen al te grote parten zal spelen. Zelfs de glastuinder die het klimaat in zijn kas vrij wel in de hand heeft zal toch nog wel eens even aan de weersomstandigheden denken als hij vooruit ziet, maar voor alle overigen is de weersfactor nog altijd van doorslaggevende betekenis. En als het door prijsbederf niet helemaal de eind uitkomst volledig beïnvloedt, is het toch zo, dat het voor het plezier in het werk de meest belangrijke factor zal blijven. SAMENWERKING Verder hoop ik, dat het landbouwprijsbeleid bin nen de E.E.G. echt weer het karakter van land bouwbeleid krijgt, waardoor ook boeren en tuin ders daarin weer enig vertrouwen kunnen krij gen. Dat daarbij het structuur-beleid d.w.z. rege lingen ter vermindering van de productie van som mige producten een rol zal moeten spelen, staat vast. Maar ik hoop ook en dat zal u niet verwon deren na dit stuk tot hier toe te hebben gelezen, dat het ons als producenten zal gelukken tot grotere samenwerking bij de afzet van onze produkten te geraken. Als ons dat met gezamenlijke inspanning in 1970 mag lukken, dan zal 1970 een voorspoedig jaar zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1970 | | pagina 9