De E.E.G.-regeling slachtpremie melkkoeien
Melkveehouders krijgen f5 miljoen
terug uit Zuivelfonds
8
Het Produktschap voor Vee en Vlees geeft voor
de Bestuursvergadering op 15 oktober in een nota
een aantal nadere bijzonderheden over de „af-
slachtregeling" zoals deze door de Raad van de
Europese Gemeenschappen medio september werd
vastgesteld. De Raadsvergadering geeft alleen de
hoofdlijnen weer en de nadere uitwerking van een
en ander zal door middel van verordeningen door
de Europese Commissie moeten geschieden. Deze
zullen naar verwachting medio oktober in het Be
heerscomité Rundvlees in stemming worden ge
bracht. Enkele hoofdlijnen ontleend aan de notitie
over de Raadsverordening zijn de volgende:
Voorzien is in de eerste plaats een regeling om
het melkkoeienbestand te verminderen door
afslachting. Voorts is er een regeling waarbij de
veehouder op het wat grotere bedrijf rundvee
blijft houden, maar zodanig omschakelt dat geen
melk of zuivelprodukten meer in de handel wor
den gebracht. Beide programma's zijn in principe
voor één seizoen vastgesteld en aan de hand van
de ongedane ervaringen zal worden besloten of
de regeling al dan niet zal worden voortgezet.
Tevens is de afspraak gemaakt dat voor ieder der
programma's niet verder wordt gegaan dan 250.000
melkkoeien.
In de afslachtregeling wordt een premie gegeven
als de slachting van van te voren aangemelde
koeien is aangetoond. In de tweede regeling wordt
er een premie gegeven op het aantal melkkoeien
dat op de dag van de aanvrage op het bedrijf
wordt gehouden. Van belang is hoe het begrip
melkkoe omschreven wordt. Dit om melkge
vende koeien van vleesrassen uit te sluiten en
ook afgemolken vee dat toch voor de slacht be
stemd is.
De gedachten gaan uit naar de volgende om
schrijving: „Een melkkoe is een rund dat op het
moment van slachting minstens éénmaal gekalfd
heeft en nog geschikt is voor commerciële melk-
produktie." Een subjectieve norm, waarbij het
kennelijk om gezonde dieren gaat!
TIJDSCHEMA
De verordening t.a.v. het verlenen van de pre
mie schrijft voor dat de koeien vóór 1 mei 1970
moeten zijn geslacht. Daar de op nationaal vlak
te nemen voorbereidingsmaatregelen de nodige
tijd zullen vragen is de beschikbare tijd bijzonder
kort. Een moeilijkheid daarbij is de beperking van
het aantal melkkoeien dat voor afslachten in aan
merking komt.
Men zal snel een overzicht moeten hebben van
het aantal aanmeldingen. Aan deze aanmeldingen
zal geen recht op premie kunnen worden ont
leend. Indien de limiet wordt overschreden zal
ofwel een aantal aanvragers moeten afvallen, of
de Raad zal de limiet moeten uitbreiden, eventu
eel met verlegging van de uiterste slachtdatum
en wellicht met herziening van de financiële ver
antwoordelijkheid. Het opstellen van een slacht-
kalender zal dan zeker noodzakelijk zijn om de
druk op de prijzen zoveel mogelijk te verminde
ren. Tenslotte zal deze situatie een onderdeel
van het rundvleesbeleid, namelijk de mate van
soepelheid t.a.v. de invoer van bevroren rund
vlees bestemd voor verwerking, zeker beïnvloe
den.
Indien de limiet wordt overschreden en er een
toewijzing zal moeten volgen is de vraag hoe men
daarbij te werk zal gaan. Gedacht wordt voorrang
te verlenen aan de kleinste bedrijven zodat bij
de opgave rekening gehouden moet worden met
bedrijfsgroottesplitsing.
Daar de animo voor de afslachting wel eens
tamelijk groot kan zijn voelt men in het algemeen
voor een korte aanmeldingstermijn. Bijvoorbeeld
zouden veehouders tussen 1 en 15 december aan
vragen in kunnen dienen. Tot 15 januari wordt
bekeken of ze aan de voorwaarden voldoen en
worden de aanvragen op één punt verzameld.
Op 15 januari stelt de nationale overheid Brus
sel in kennis van het resultaat. Zo nodig kan de
Raad eind januari een beslissing^ nemen.
In februari geschiedt de controle en de slach
ting in maart en april. Het is overigens de vraag,
of de markt extra slachtingen van =t 250.000
dieren in twee maanden tijds zal kunnen ver
dragen zonder aanzienlijke prijsdaling voor be
paalde categorieën dieren.
DE CONTROLE
Zodra de aanvragen administratief zijn beke
ken en de Commissie of de Raad geven het start
sein, zal ieder bedrijf door een controleur wor
den bezocht, die de koeien van een oogmerk
voorziet. In ons land zal het nummer van het
oogmerk op de schets van de Provinciale Gezond
heidsdienst voor Dieren worden vermeld.
De keuringsveearts werkzaam op het openbare
of particuliere slachthuis zal ervoor zorg dragen,
dat deze stukken aan de boer worden terugge
zonden, terwijl het duplicaat van het slachtbewijs
tevens zal worden opgestuurd aan de uitvoeren
de instantie (bij ons het „Ontwikkelings- en Sa
neringsfonds voor de Landbouw" en de „Stich
ting Uitvoering Landbouwmaatregelen").
liet bestuur van het PZ heeft er een halszaak
van gemaakt. In de openbare vergadering
op 8 oktober werd alle onduidelijkheid uitgeban
nen: de bestuursleden kregen een microfoontje
met koordje om de hals. Mits zij op een knopje
drukten om de apparatuur in werking te stellen
waren zij zeer duidelijk te verstaan. Daarmee wer
den echter de problemen die het schap bezig
hielden er niet opgelost. Het bepalen van
de prijs welke de melk heeft opgebracht die tot
industriemelk is verwerkt is een zeer ingewik
kelde materie. Dit punt kwam aan de orde maar
zal nog door de produktiecommissies van het
produktschap worden bestudeerd.
Duidelijker zijn de gevolgen voor de Neder
landse veehouder van de liquidatie van het laat
ste Zuivelfonds. Nadat ten laste van het Zuivel
fonds een bedrag van 7 miljoen voor de aankoop
van melk- en zuivelprodukten t.b.v. ontwikke
lingshulp is gelegd en ƒ250.000,— is uitgetrokken
als bijdrage voor een onderzoek om zuivelproduk
ten geschikt te maken voor het dagelijks menu
in ontwikkelingsgebieden, blijft een bedrag van
ruim 5 miljoen over. Dat zal aan de Nederland
se veehouder worden terug betaald. Dat betekent
een terugbetaling van 7 cent per 100 kg. aan de
fabriek geleverde melk in de periode 31-3-'68
tot en met 29-3-'69.
Over de reeds zoëven genoemde 7 miljoen
voor voedselhulp heeft het bestuur ook nog
even gesproken. Men wil graag enige invloed uit
oefenen op de uiteindelijke bestemming van het
geld. Met de Minister van Landbouw, die het be
drag van het PZ heeft verdubbeld, zal contact op
genomen worden voor het instellen van een bege
leidingscommissie.
Een halszaak voor de Nederlandse zuivelindu
strie lijkt te worden het gegoochel met de Duitse
mark. Tijdens de PZ-vergadering was in Brus
sel de Europese Commissie bezig met de uitwer-
UITKERING VAN DE PREMIE
De premie bedraagt 720,— per geslachte melk
koe met een maximum van 7200,— per bedrijf.
Voor veehouders met méér dan vijf koeien wordt
de premie in twee gedeelten uitgekeerd; de laat
ste helft na drie jaar. In het algemeen is men van
oordeel, dat bij slachting afgekeurde dieren of
op het bedrijf gestorven dieren voor de premie
in aanmerking komen.
Wellicht zal een termijn worden genoemd, waar
binnen de premie na de slachting aan de melk
veehouder moet worden betaald.
PREMIE OP NIET AFLEVEREN VAN MELK
Deze regeling is op verzoek van de Franse re
gering opgenomen en had oorspronkelijk tot doel
om melkveehouders in staat te stellen over te
schakelen op vleesproduktie, door het overgaan
op zoogkalveren, waarbij dan gebruik gemaakt
wordt van vleesrassen. Dit bedrijfstype is alleen
mogelijk op grotere bedrijven. Vandaar dat de
regeling uitsluitend geldt voor diegenen, die meer
dan 10 melkkoeien houden.
De premie bedraagt ƒ720,— per melkkoe, ge
houden op de dag van de aanvrage. Hier wor
den echter wel bepaalde minimum-eisen aan de
omvang van de afgeleverde hoeveelheden melk
en/of zuivelprodukten gesteld, doch er is geen
maximum premie per bedrijf.
De premie wordt in meerdere termijnen uitbe
taald; 360,— per koe enige tijd na het aangaan
van de overeenkomst en de rest in vier gelijke
jaarlijkse delen, indien is aangetoond, dat de
veehouder „een even groot of groter aantal een
heden volwassen runderen houdt dan het aantal
op de dag van indiening van het verzoek gehou
den melkkoeien."
De Europese Commissie zal voorstellen moeten
uitwerken, wat onder deze „eenheden volwassen
runderen" moet worden verstaan. Juridisch zal
het moeilijk zijn om bepaalde categorieën uit te
sluiten, zodat men ook kan overgaan tot het mes
ten van stieren en ossen, terwijl men zijn melk
koeien verkoopt.
De premie is dan in totaal altijd groter, dan
wanneer men ze op grond van de afslachtpremie
vallende regeling laat slachten. Het is zelfs denk
baar dat men aan de voorwaarden voldoet, indien
men vrouwelijk jongvee voor anderen opfokt.
Waarschijnlijk zal de toekenning van een pre
mie afhankelijk worden gesteld van goedkeuring
van het bedrijfsplan, opgesteld door de veehouder.
Doordat niet alleen omschakeling d.m.v. zuig-
kalveren doch ook vetweiden, het houden van.
ossen en stieren recht geeft op de premie kan
ook in ons land door enkele grotere melkveehou
derijbedrijven van de regeling gebruik worden
gemaakt, vooral indien de bedrijfshoofden wat
ouder zijn en er geen opvolger aanwezig is.
Van groot belang is artikel 10 van de Algemene
Bepalingen waarin de lidstaten de vrijheid wordt
verleend om aanvullende voorwaarden te stellen
voor het toekennen van premies.
Naast hetgeen nog door de Europese Commissie
aan voorstellen zal worden ingediend moet ook nog
afgewacht worden welke voorwaarden de Neder
landse overheid dienaangaande zal gaan stellen.
Voorlopig is het dus nog afwachten!
BI.
king van de door de Ministerraad op 6 oktober
in Luxemburg genomen besluiten. PZ-seoretaris
Maas deelde mee dat de Europese Commissie
werkte aan de beschikking om Duitsland te mach
tigen tot het toepassen van heffingen op de in
voer van landbouwprodukten uit zowel de lid
staten als uit de derde landen. De heffingen
zouden alleen op produkten gelegd worden waar
voor in Duitsland inleverings- of aankoopprijzen
zijn vastgesteld, alsmede produkten waarvan de
prijs van die dezer interventieprodukten afhan
kelijk is. Produkten als boter en mager melk
poeder zouden dus zeker onder de heffingen
vallen, maar of dat ook met kaas het geval zou
zijn, was nog onzeker.
De discussie in het bestuur over de herwaar
deringen van munteenheden in de E.E.G. spitste
zich toe op de vraag wat er gedaan moet worden
om in voorkomende gevallen de belangen van
onze zuivel zo goed mogelijk te behartigen. In
de commissie internationale samenwerking, zo is
afgesproken, zal hier aan de hand van een nota
van het secretariaat over worden gepraat. Daar
bij zal men ook de consequenties onder ogen zien
van een revaluatie van de gulden. (De waarde
van de gulden wordt opnieuw vastgesteld wan
neer de Duitse mark meer dan 6,5% revalueert.)
Maar bij alle moeilijkheden in de E.E.G. is het
weer in ons land „zomers" gebleven. De invloed
daarvan op de melkproduktie blijkt duidelijk uit
de door het CBS verstrekte produktiegegevens. In
de laatste volle week van september lag de melk-
aanvoer 8% hoger dan in de overeenkomende
week vorig jaar. Ondertussen is de hoeveelheid
boter bij het VIB met 32% gestegen vergeleken
bij vorig jaar.