E.E.G.-memorandum
inzake
groenten en fruit
KORTE WENKEN
7
LAN080UWSCHAP DRINGT AAN OP VERSTERKING NATIONAAL LANDBOUWBELEID
Het dagelijks bestuur van het Landbouwschap
heeft in zijn vergadering van 1 oktober geconsta
teerd, dat wederom één van de grote E.E.G.-landen
maatregelen in strijd met de E.E.G.-afspraken heeft
genomen.
De Westduitse regering heeft ter bescherming
van de eigen land- en tuinbouw tegen de gevolgen
van het vrijlaten van de Duitse mark-koers een hef
fing ingesteld op de invoer van de agrarische pro-
dukten. De Nederlandse land- en tuinbouw wordt
hiermee de dupe van het ontbreken van samenwer
king tussen de E.E.G.-landen op monetair gebied.
Het Landbouwschap is van mening dat de E.E.G.
spoedig maatregelen tot herstel van de vrije markt
moet nemen. Op de a.s. topconferentie van de E.E.
G.-landen zal de samenwerking op monetair en fi
nancieel gebied één van de hoofdpunten van de
bespreking moeten zijn.
Nu door de Duitse maatregelen de gemeenschap*
pelrjke landbouwmarkt verder is uiteengevallen, zal
dit volgens het Landbouwschap tot versterking van
het Nederlandse landbouwbeleid moeten voeren»
Als andere E.E.G.-landen ongestraft nationale
maatregelen ter bescherming van HUN landbouw
kunnen treffen, wordt Nederland gedwongen de
zelfde weg op te gaan. Bovendien zal bij eventuele
wijziging van de koers van de Nederlandse gulden
volledige compensatie aan de Nederlandse land
en tuinbouw moeten worden gegeven.
Tijdens de vergadering van de Raad van Minis
ters op 12 en 13 mei 1969 heeft de Europese Com
missie het lang verwachte %memorandum inzake
groenten en fruit overhandigd. Voor degenen, die
verwacht hadden dat dit memorandum voor groen
ten en fruit evenveel zou omvatten als het bekende
struktuurmemorandum voor de landbouw, zal het
een teleurstelling zijn. Het thans gepubliceerde rap
port is slechts een nadere uitwerking van de op
merkingen over groenten en fruit In het grote memo
randum. Het rapport heeft dan ook alleen betrek
king op maatregelen op het gebied van de markt
ordening. Vermeld wordt, dat ten aanzien van de
andere vraagstukken, zoals afvloeiing, bedrijfsver-
groting enz. voor zoveel nodig het landbouwmemo-
randum eveneens op de tuinbouw van toepassing
is.
Het rapport is vooral toegespitst op appel»,
peren en perziken, doch kan als basis dienen voor
andere fruitsoorten, alsmede voor bepaalde groen
ten (o.a. tomaten, bloemkool).
Hieronder volgt een beknopt (en daardoor onvol
ledig) overzicht van de voorgestelde maatregelen,
met aansluitend het standpunt hierover van d«
Hoofdafdeling Tuinbouw en de Afdeling Fruitteelt
van het Landbouwschap.
AFSCHAFFING PLANTSUBSIDIES
Voorgesteld wordt een onmiddellijke afschaffing
van nationale aanplantsubsidies, zowel in de vorm
van direkte als indirekte steun, b.v. kredietfacilitei
ten.
Standpunt Landbouwschap: In grote lijnen akkoord.
In hoeverre hieronder ook Nederlandse maatregelen
vallen (b.v. Borgstellingsfonds) is zonder nadere uit
werking nog moeilijk te zeggen.
EEG-ROOIPREMIE
In een ontwerp-verordening tot vaststelling van
maatregelen ter sanering van de fruitproduktie in de
EEG, wordt voorgesteld
nationale rooipremies te verlenen voor appel-,
pere- en perzikbomen;
de kosten hiervan voor 50 te laten dragen
door het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds
voor de Landbouw;
de aanvragen voor rooipremies moeten vóór 1
augustus 1970 zijn ingediend;
de bomen moeten vóór 1 januaff 1972 zijn ge
rooid;
HET IS IN HET VOORJAAR echt wel te merken
of de grond vroeg en droog werd geploegd of laat
en nat. Vroeg en droog geploegde grond is ook in
het voorjaar eerder droog en bewerkbaarDit geldt
in de eerste plaats voor de zware kleigrond maar
ook voor de middelzware en lichtere klei. Lichte
klei moet latei' worden geploegd.
de begunstigde moet zich verplichten in het ka
der van zijn bedrijf gedurende een nader vast te
stellen periode geen appel-, pere- of perzikbomen
aan te planten;
die verplichting blijft ook bij verandering in Je
bezïtsverhouding bestaan.
De Raad zal nadere besluiten moeten nemen over
de regels voor de toepassing van bovengenoemde be
palingen, b.v. inzake de (maximale) hoogte van de
rooipremie, de duur van het plantverbod etc.
Commentaar Landbouwschap: De voorgestelde sub
sidie bevat ook een verbod voor herinplant. Hierdoor
kan de rooipremie dus niet gebruikt worden voor ver
jonging en modernisering van bestaande boomgaar
den, terwijl dit voor de Nederlandse fruitteelt juist
van veel betekenis is. Daarom zijn er tegen dit punt
veel bezwaren. Als echter gekozen moet worden tus
sen een Europese rooipremie met verbod van her-
inplant of helemaal geen rooipremie, zal de keuze op
het eerste vallen. Een algemene rooiaktie in geheel
Europa is immers van groot belang.
Aansluitend moeten er maatregelen getroffen wor
den voor afvloeiing van degenen die in de fruitteelt
werken, en bij een eventuele bedrijfsverkleining of
-beëindiging betrokken zijn.
VERHANDELINGSVERBOD VOOR KLASSE III
De EEG-commissie stelt voor te komen tot verhan
delingsverbod voor verse consumptie van kwaliteiten
lager dan klasse II en betreffende anneR neren en
perziken.
Tevens wordt een wijziging voorgestel van de
minimumgrootte voor kleinvruchtige an"-'
namelijk door verhoging met 5 mm, waardoor de nor
men gelijk zouden worden met die van grootvruch-
tige rassen.
Deze maatregelen zouden permanent van toepas
sing moeten zijn. Alleen bij uitzonderlijk kleine oog
sten zou de mogelijkheid opengelaten moeten worden
voor „dispensatie".
Standpunt Landbouwschao: In dit t
weinig rekening gehouden met de volgende factoren:
In produktiegebieden die dicht bij de consumptie
centra liggen (o.a. Nederland) zijn de prijzen voor
lagere kwaliteiten en kleinere maten doorgaans
belangrijk hoger dan in de afgelegen teeltgebieden.
Dit in verband met o.a. de transport- en verhande-
lingskosten.
b. De kwaliteit der produktie is sterk afhankelijk
van weersinvloeden. In 1968/*69 was ruim een
derde van de Nederlandse appelen van een kwali
teit lager dan II. Het is ondenkbaar meer dan een
derde van de oogst uit de markt te houden.
c. Er dreigt groot gevaar dat juist de telersverenigin
gen van een dergelijke maatregel de dupe worden.
Men zal zijn mindere produkt buiten de veiling
om proberen te verkopen.
In 't algemeen wordt gesteld dat verhandelingsver
boden moeten zijn afgestemd op de relatieve markt
waarde der produkten en slechts van toepassing mo
gen zijn in perioden dat het aanbod belangrijk groter
is dan de vraag.
Wat de wijziging van de minimumgróotte betreft,
wordt opgemerkt dat het onderscheid tussen klein
en grootvruchtige rassen zinvol is en moet worden
gehandhaafd
MARKTINTF.RVENTIE
De EEG-commissie stelt voor
verplichte toepassing;
VAAK WORDT GEVRAAGD: Hoeveel groeien
de bieten nog in oktober?" Uit proefveldresultaten
en rooitijdenpro even blijkt dit per jaar te verschil
len doch gemiddeld bijna V/2 ton per ha per week
te zijn. In de eerste heltf van november neemt hei
wortelgewicht maar weinig meer toe, hoogstens
nog 1.500 kg /ha. Met de toename van het suiker
gehalte is het veel vreemder gesteld en er komen
al naar de groeiomstandigheden in het seizoen en
van jaar tot jaar grote schommelingen voor in het
het begrip „crisis" wordt afgeschaft, zodat inter-
ventiesteun gedurende het gehele seizoen ver
leend kan worden;
de interventiesteun bedraagt maximaal de aan
gepaste aankoopprijs voor klasse II, resp. klasse
III, verhoogd met 5 van de basisprijs;
de door de telersverenigingen uitgekeerde ver
goedingen worden volledig terugbetaald uit het
E.O.G.F.L.;
geen enkele interventiesteun wordt verleend in
dien de bodemprijs hoger is dan de eerder ge
noemde maxima.
Standpunt Landbouwschap: Met deze wijzigingen
kan worden ingestemd, behalve met het laatstge
noemde, omdat de consequentie hiervan zou zijn dat
het Centraal Bureau zijn bodemprijzen voor tomaten
en bloemkool zodanig moet wijzigen, dat het niet lan
ger zo goed mogelijk gericht is op marktsanering.
BESTEMMING ONVERKOCHTE PRODUKTEN
De EEG-commissie stelt voor:
1. de bestaande bestemmingsmogelijkheden aan te
vullen met: verwerking van de verse produkten
en gratis uitreiking van deze verwerkte produkten
aan bepaalde sociale groepen;
2. de uitgaven voor bovenbedoelde verwerking en
van de gratis uitreiking van het verse en verwerk
te produkt te laten financieren door het EOGFL;
3. indien verwacht wordt, dat de uit de markt te
nemen hoeveelheden groter zijn dan door de toe
gelaten bestemmingen kunnen worden opgenomen:
het verlenen van compenserende vergoedingen
aan producenten die het produkt niet oogsten
althans op hun bedrijf houden.
Het Landbouwschap erkent dat openbare vernieti
ging leidt tot scherpe reacties van het publiek. Daar
om is het van groot belang dat gezocht wordt naar
gezonde wegen om vernietiging zoveel mogelijk te
voorkomen. Verwerking brengt echter ook grote pro
blemen met zich mee: lang niet alles is geschikt voor
verwerking; de capaciteit der fabrieken is beperkt;
het gevaar is dat de fabrieken hun „normale" aan
kopen staken; de financiering zal grote bedragen ver
gen en de controle op kwaliteit en bestemming van
het verwerkte produkt zal moeilijk zijn.
Het is bijzonder belangrijk dat er op wordt toege
zien dat de normale afzet niet wordt geschaad. De
mogelijkheid om onverkochte produkten te vernieti
gen moet blijven bestaan.
Het voorstel om voor interventie van ongeoogst
fruit wordt niet aanvaardbaar geacht, omdat het een
grote bron van knoeierij kan worden.
DERDE LANDEN
Ten aanzien van de invoer dringt de EEG-commissie
aan op een zo spoedig mogelijke behandeling van de
Raad over de reeds ingediende voorstellel. Wat de
uitvoer betreft wordt o.a. voorgesteld, dat restituties
kunnen worden verleend voor alle soorten groenten
en fruit, waarvan een belangrijke uitvoer naar derde
landen bestaat.
Het Landbouwschap kan grotendeels instemmen
met de voorgestelde maatregelen bij invoer. Ten aan
zien van de exportrestituties wordt gesteld dat hier
tegen bezwaren zijn, omdat restituties in feite export
subsidies zijn. Daardoor is er gevaar voor tegenmaat
regelen van derde landen, waardoor het effect var»
de derde landen volledig of zelfs meer dan volledig
zal worden gecompenseerd.
gehalte. Tot half oktober neemt het gehalte nog
toe, maar in november daalt het bijna altijd.
Samenvattend is de conclusie dat de suikerop
brengst na 1 nov. slechts zeer weinig meer toe
neemt en later in de maand zelfs daalt. Het heeft
daarom weinig zin om uw bieten tot na die datum
te laten staan, waarbij u tevens nog in aanmerking
moet nemen dat de weersomstandigheden slechter
worden of vorstgevaar dreigt.