Erfrecht
Veiligheid vraagt aandacht
van Land- en
Tuinbouw
II
J. C. SNEEP
In ons vorig nummer namen
wij het eerste deel op van het
overzicht over „Erfrecht". Ook
deze keer nog ,,basis"-infor-
matie hierover. In de volgen
de bijdragen wordt meer op
de praktijk ingegaan.
PERSONEN ONBEVOEGD OM TE ERVEN:
1. Zij die de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt
hebben kunnen niet testamentair beschikken
ten voordele van hun gouverneurs, gouvernan-
ten en leermeesters die met hen in een gebouw
wonen. Ook kunnen minderjarigen niet ten
voordele van hun leraren en leraressen, onder
wijzers of onderwijzeressen, bij wie die minder
jarigen in de kost besteed zijn, beschikken.
2. Een voogd kan geen voordeel trekken uit het
testament van zijn pupil. Uitzondering: dit geldt
weer niet voor de ouder-voogd.
3. De notaris die het testament heeft opgemaakt,
m.a.w. die een testament bij openbare akte heeft
verleden en de daarbij aanwezige getuigen, kun
nen niets van de nalatenschap ontvangen.
4. Alle personen die iets met geneeskunde op
grond van hun beroep te maken hebben en de
zieke behandeld hebben gedurende de ziekte
waaraan hij is overleden, alsmede de bedienaars
van de godsdienst, die hem gedurende die ziekte
bijstand verleend hebben, mogen en kunnen
geen voordeel trekken uit testamentaire be
schikkingen welke gedurende die ziekte zijn ge
maakt.
ONWAARDIGHEID OM TE ERVEN
Er zijn ook bepaalde personen die onwaafdig zijn
om te erven, zowel krachtens testament als krach
tens wettelijke erfopvolging. Deze zijn:
1. hij, die de uiterste wil van een overledene ver
duisterd, vernietigd of vervalst heeft;
2. hij, die veroordeeld is terzake dat hij de "over
ledene omgebracht heeft;
3. hij, die door geweld de overledene belet heeft
zijn testament te maken of te herroepen.
Niet krachtens testament, maar wèl krachtens de
wettelijke erfopvolging is onwaardig:
1. de persoon die geprobeerd heeft de overledene
te vermoorden;
2. hij, die veroordeeld is omdat hij tegen de erf
later lasterlijk een beschuldiging heeft inge
bracht van een misdrijf, waartegen een vrij
heidsstraf met een maximum van 4 jaar is be
dreigd.
Als in deze laatste twee gevallen de dader toch
in het testament wordt bedacht, dan moet daaruit
geconcludeerd worden, dat de erflater de dader
vergiffenis heeft geschonken!
HET WETTELIJK ERFDEEL
OF DE LEGITIEME PORTIE
l EPAALDE erfgenamen bij versterf, hebben
Leen volstrekt onaantastbaar recht op een
zeker gedeelte van de erfenis. Zij kunnen van dat
gedeelte niet onterfd worden!
Wat verstaat men nu eigenlijk onder het wette
lijk erfdeel of de legitieme portie, kortweg de legi
tieme genaamd?
Wel, het is dat gedeelte van de goederen, dat aan
de bij de wet geroepen erfgenamen in de rechte lijn
door de wet wordt toegekend, en waarover de erf
later, noch bij gifte onder de levenden, noch bij tes
tament, heeft mogen beschikken. Hij die daar recht
op heeft, heet „legitimaris".
De legitimarissen zijn:
1. de rechte neerdalende lijn, de z.g. descendenten:
kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen
enz.;
2. de rechte opgaande lijn, de z.g. ascendenten:
ouders, grootouders, overgrootouders enz.;
3. de vrouw heeft in het nieuwe Burgelijk Wet
boek wel een legitieme portie, in het oude B/W.
niet.
Geen recht op de legitieme portie hebben de zij
lijnen, zoals zusters en broers, ooms en tantes, neven
en nichten enz. Deze hebben dus geen recht op een
legitieme portie.
HOE GROOT IS NU DEZE
LEGITIEME PORTIE
IN de rechte opgaande lijn (2) bedraagt de legi-
tieme altijd de helft van hetgeen volgens de
wet, dus bij versterf, aan elke bloedverwant in die
lijn toekomt.
In de rechte neerdalende lijn (1):
a. Als de erflater één wettig kind nalaat, dan is de
legitieme de "helft van wat het kind bij versterf
(geen testament) geërfd zou hebben.
b. Laat de erflater twee wettige kinderen na, dan
bedraagt de legitieme tweederde van wat ieder
kind bij versterf zou hebben geërfd. De legitie
me is dus voor ieder kind tweederde van de
helft, is eenderde van wat het zonder testament
zou hebben geërfd.
c. En als de erflater drie of meer kinderen nalaat,
bedraagt de legitieme drievierde van wat ieder
kind bij versterf geërfd zou hebben. Zijn er vier
kinderen, dan heeft ieder kind recht op eenv:°v-
de van de erfenis. De legitieme is dus voor ieder
kind drievierde van eenvierde is drie zestienue.
(De volgende week enkele voorbeelden.)
.|TR zijn wel mensen, die denken dat aandacht
voor veiligheidsmaatregelen eigenlijk alleen
nodig is op een bedrijf met veel werknemers. Maar
juist de boer op een éénmansbedrijf zou de hoogste
voorrang moeten geven aan het treffen van veilig
heidsmaatregelen. Door zijn bedrijfsvoering is hij in
hoge mate kwetsbaar, want hij kan niet worden ge
mist". Deze woorden zijn van de heer ir. E. W. Boo
gaard, die o.m. secretaris is van de Landbouwschaps
commissie Landbouwveiligheid.
Deze commissie valt zowel onder de hoofdafdeling
Sociale Zaken (waarmee zij de voorzitter, mr. A. van
Vuure, gemeen heeft) als onder de Algemene Tech
nische Commissie van het Landbouwschap, omdat er
zowel technische als sociale aspecten aan het veilig
heidsvraagstuk verbonden zijn.
In het nabije verleden heeft de commissie zich bezig
gehouden met een zeer technisch probleem als de
goedkeuring van spanningsgevers van schrikdraad
installaties. Thans zijn enkele wijzigingen aan de
orde van de artikelen in het Landbouwveiligheids-
besluit die voor aanhangwagens en getrokken werk
tuigen van belang zijn. Het Landbouwveiligheids-
besluit spreekt nu alleen nog maar van paardewagens
en men is dan geneigd te vragen of dat besluit mis
schien dertig jaar geleden is vastgesteld. Het blijkt
echter van 25 maart te zijn en men kan er over filo
soferen of het toen al een tikje verouderd was of
dat de veranderingen in. de landbouw sinds 1950 zo
razendsnel zijn gegaan.
Tot de recente aktiviteiten van de commissie be
hoort ook het overleg met de Arbeidsinspectie over
veiligheidsvoorschriften voor cirkelmaaiers, waarover
ten slotte een publikatieblad is verschenen. De com
missie heeft geadviseerd over de technische uitvoe
ring van de beveiligingen die een zodanige vorm
moesten krijgen dat aan de praktische toepassing van
het werktuig geen geweld werd aangedaan. Het is im
mers denkbaar dat er zulke grondige veiligheidsvoor
zieningen worden aangebracht dat er niet meer mee
te werken valt. „Een veiligheidsmaatregel is altijd
een compromis tussen zo groot mogelijke veiligheid
en de toepassingsmogelijkheid", aldus ir. Boogaard.
Er is onlangs een enquête geweest naar de toepas
sing en de uitvoering van veiligheidsframes en veilig
heidscabines in een aantal Europese landen. In En
geland en in de Scandinavische landen is het voor
schrift dat een trekker met een veiligheidsframe is
uitgerust. Dat frame voorkomt doorrollen bij kan
telen of achteroverslaan van de trekker, en maakt
dus de kansen van de trekkerbestuurder op het be
reiken van zijn A.O.W. groter.
In Duitsland gaat deze verplichting per 1 januari
1970 in, maar in ons land met zijn zeer gevarieerde'
trekkermarkt is de zaak nog in onderzoek. In Wage-
ningen is bij het Instituut voor Landbouwtechniek
en Rationalisatie een beproevingsinstallatie voor trek
kerframes gemaakt.
Het is ook hoognodig dat aan de verbetering van
de veiligheid voor de trekkerbestuurder iets wordt
gedaan, want bij de meeste van de omstreeks twin
tig dodelijke ongevallen die de landbouw jaarlijks te
betreuren heeft, is er een trekker in het spel. De be
stuurder blijkt soms onkundig van het gevaar dat
aan bepaalde handelingen en manoeuvres is verbon
den. Nu kan men wel zeggen dat twintig doden bij
het gebruik van ongeveer 150.000 motorrijtuigen in
de landbouw geen overdreven aantal is, elke dode is
er toch „een teveel. Overigens loopt het aantal onge
vallen waarbij arbeidsverlet en soms invaliditeit op
treedt alleen al in de landbouw jaarlijks in de dui
zenden. Éénderde van de ongevallen in de agrarische
sector gebeurt in het verkeer, het van en naar het
werk gaan inbegrepen.
Het blijkt dus geen overbodige moeite te zijn om
steeds maar weer te hameren op het aanbeeld van
de veiligheid. Eén van de „hamers" die de commis
sie Landbouwveiligheid daarbij gebruikt, is de veilig
heidswedstrijd in samenhang met de tweejaarlijkse
tentoonstelling van landbouwwerktuigen in de Am
sterdamse RAI. Begin volgend jaar worden tentoon
stelling en wedstrijd weer gehouden en wat de wed
strijd betreft zal er sprake zijn van een apart karak
ter. Voorheen werd er gewerkt met een vragenlijstje
waarvoor de deelnemers de goede antwoorden moes
ten vinden. Thans zal de wedstrijd een andere vorm
krijgen, maar daarover wordt nog enige geheim
houding betracht.
Ter bevordering van de verkeersveiligheid voor de
agrarische en andere weggebruikers heeft het Land
bouwschap een herziene uitgave van de brochure
„Verkeersvoorschriften voor de landbouw" uitge
geven.
Op die manier wordt getracht veel menselijk leed
en economisch verlies te helpen voorkomen. Maar
in de eerste plaats geldt natuurlijk dat boeren en tuin
ders en him medewerkers zelf bedacht zijn op hun
veiligheid
P.S. De „Verkeersvoorschriften voor de Landbouw"-
brochure is verkrijgbaar door storting of overschrij
ving van 2,op postrekening 645299 van het Land
bouwschap, Raamweg 2528, 's-Gravenhage en wordt
U dan thuisgestuurd.
A. VAN DIJK,
Afd. Voorlichting Landbouwschap.
4