l
Contractteelt graszaad
oogst 1970
HET laatste half jaar is er overleg geweest tussen
de Vereniging voor de Handel in Landbouwzaai-
zaden (V H.Z.) en de Zadencommissie van N.K.T.V.
en Landbouwschap over een voorstel van de V.H.Z.
om de schoningstarieven van graszaden sterk te ver
hogen. Nadat de Zadencommissie de eerste voorstel
len als onaanvaardbaar van de hand gewezen had,
liet V.H.Z. omstreeks eind november weten, dat
haars inziens een verder gesprek met het Landbouw
schap zinloos was. Zij handhaafde haar eerder geda
ne tariefsvoorstellen, met dien verstande, dat zij be
reid bleek hierop in 1970 een korting van 14 en
in 1971 een korting van 7 te verlenen, waarna deze
In 1972 in volle omvang van toepassing zullen zijn.
Zij voegde hieraan nog toe, dat in geval het Land
bouwschap dit reële voorstel onverhoopt niet zou
accepteren, de nieuwe schoningstarieven als V.H.Z.-
tarieven zullen worden toegepast.
DE TIENDE ZEEUWS-VLAAMSE STUDIEDAG
NAAR NIEUWE AFZETWEGEN I
ROULETTESPEL
„Slechts vernieuwing kan behouden: achter
raakt diegene die stil blijft staan."
(POTGIETER)
Een probleemstelling op het gebied van afzet en
verwerking van landbouwprodukten, ook in 1969,
is een zaak met vele kanten. Ik ben me er dan ook
van bewust dat dit zowel eenzijdig als onvolledig
zal zijn. Aldus de heer A. de Feyter in zijn openings
woord op de 10e Zeeuws Vlaamse Studiedag die 14
januari j.l. in Terneuzen werd gehouden. De heer
De Feyter stond stil bij de oude afzetvormen en
Ham als voorbeeld het brood.
In de oude cyclus de boer als teler-de molenaar
handelaar en de huisvrouw die zelf bakt. Bezien
wij ditzelfde vandaag, dan krijgt u de boer-de han
delaar-de meelfabrikant-de grossier-de centrale
bakkerij-de bezorger en dan pas de huisvrouw die
niet meer zelf bakt, terwijl de vervoerder via schip
of auto in dit geheel hier en daar ook zijn graantje
meepikt. Steeds weer opnieuw hebben zich schakels
gevormd op het pad van de afzet van landbouw
produkten, totdat de keten voor veel produkten op
dit moment dermate lang en kostbaar is, dat of het
eindprodukt te duur of de grondstof te goedkoop
geworden is.
Daarnaast moeten wij bedenken dat de handel
zich reeds internationaal heeft ontwikkeld, waar
door via een wereldmarkt goedkope en konkurre-
rende grondstoffen worden ingevoerd. Doordat zich
dit voor een groot gedeelte afspeelt buiten de in
vloedssfeer van de boer als producent, is het even
wicht tussen produktie en konsumptie voor het
overgrote deel verloren gegaan, hetgeen aanlei
ding en oorzaak is geweest van 'n aardappeldrama,
een boterberg, appel- en perencrises, om over de
suikersituatie maar te zwijgen. Ook andere fakto-
ren zijn hier mede debet aan.
HET zou mij echter te ver voeren om deze hier
allemaal naar voren te brengen. Mogelijker
wijs zou ik dan in dit geheel ook een visie op het
zeer aktuele plan Mansholt moeten geven, wat niet
in mijn bedoeling ligt. Wel wil ik stellen, dat ik
hierin een toekomstvisie, juist op het terrein van de
afzet mis en dat is in zulke ingrijpende strukturele
hervormingen een groot gebrek. Zo zelfs, dat de
kiem der mislukking wederom in de afzet kan lig
gen. Verder wil ik nog wel stellen dat ondanks vele
kreten het plan Mansholt in Nederland voor 100
uitgevoerd zal worden. Dit door het ontbreken van
een alternatief! Het zal over u komen! En mocht u
al eens met de gedachte gespeeld hebben dat wij er
al waren, kom dan nu snel tot de ontdekking dat
het pas begint!
De landbouw in Zeeuws-Vlaanderen kan mede
dank zij het werk van een 25-jarig Rijkslandbouw-
konsulentschap bogen op een ontwikkeling in ons
bedrijf, waarvoor wii ons niet behoeven te scha
men. Het woord van de Transvaalse boer Potgieter:
„slechts vernieuwing kan behouden; achter raakt
diegene die stil blijft staan", is door de Zeeuwsvla
mingen goed begrepen.
En toch is het hard om 25 jaar na de tweede
wereldoorlog opnieuw op de puinhopen te moeten
beginnen, het is hard om een ontwikkeling, waar
voor je met idealisme gewerkt hebt, waarvoor je
geproduceerd hebt tegen de klippen op, om dat te
zien mislukken.
HET is echter zinloos om hierbij stil te blijven
staan. Wel dacht ik dat een krachtig protest
van de Zeeuwsvlaamse boer tegen de opheffing van
ons konsulentschap op zijn plaats was. Nu juist op
dit moment, aan de vooravond van veranderingen
waarvan de resultaten nog niet te peilen zijn, ge
tuigt het van onverantwoordelijkheid der beleids-
figuren, om zo te willen reorganiseren, dat Zeeuws-
Vlaanderen het zonder een werkelijk slagvaardige
voorlichting móet gaan stellen. Juist op 'n moment
dat de voorlichtingsdienst een groot vertrouwen
geniet bij de boer, waar vanuit dat vertrouwen de
wisselwerking het grootste éffekt kan hebben, juist
temidden van een crisis die zijn dieptepunt nog niet
heeft bereikt, een dergelijke onverantwoorde re
organisatie.
Voor ons blijft alleen over een bundeling van
eigen krachten. In deze geest zult u ook deze dag
moeten zien en uit de les van het verleden uw
voordeel halen, ook in de afzet. Konkreet gesteld
dacht ik dat de boer geen vrede meer mocht hebben
met de nu nog geldende afzetvormen, die voor de
boer zelf meer de vorm heeft van het roulettespel
in de speelzaal, dan van een wezenlijk raderwerk
waarvan hij deel uitmaakt.
Ik mag toch wel stellen dat de boer als grond-
stofieverancier zeker zijn inbreng moet hebben ia
afzet, verwerking en distributie van het voedsel
pakket. Zolang dit niet bereikt is kan ook geen
doelmatige planning van produktie plaatsvinden en
blijven wij zitten met een keiharde konkurrentie,
van boer tegen boer, waar zelfs dc konsument geen
voordeel van heeft, laat staan de boer die er aan
ten onder gaat.
Voorwaar geen opgewekt beeld over de boer en
zijn afzet, gezien in het licht van de toekomst. Wij
zullen dan ook gezamenlijk moeten komen tot
andere grondgedachten. Uit de les van het verleden
kunnen wij het volgende leren:
-k le dat onderlinge konkurrentie via de prijs de
boer aan de afgrond van zijn bestaan brengt,
Ar 2e dat de zo hoog gewaardeerde Nederlandse
kwaliteitseisen zeer kostbaar zijn en in E.E.G.-
verband zeer ten onze nadele werken; wij liggen
op dat gebied veel te ver voor,
Ar 3e dat door het ontbreken van een goede wis
selwerking tussen boer, handel en industrie o.a.
de aanpassing aan koopgewoonten van de konsu
ment en de reklame voor onze produkten, een
nog braak liggend terrein is.
Meerdere punten zijn hieraan toe te voegen voor
de volledigheid; ik denk echter niet dat u dat van
mij verwacht.
BELANGRIJKER is de vraagstelling: EN wat
NU?! Mogelijkerwijs zullen de heren inlei
ders, elk op hun terrein, ons via aanbevelingen of
kritieken een richting aangeven. Het zal echter al
leen een „richting" kunnen zijn. Want uzelf zult
de nieuwe afzetvormen gestalte moeten geven. Het
zal mede van u afhangen of wij door gezamenlijke
krachtsinspanning de aan- en verkoopkoöperaties
in ons gebied eens kunnen bundelen of fuseren,
waardoor wij door gezamenlijke afzet tot stabielere
prijzen kunnen komen. Mogelijk zullen wij geza
menlijk een deel van de produktie moeten vernie
tigen, omdat zelfs kleine overschotten een funeste
invloed op de prijs hebben. Om dit geheel te berei
ken zijn er wel degelijk nieuwe vormen nodig, wij
zullen dan ook bereid moeten zijn de oude vormen
af te breken.
In dit verband dacht ik dat organisaties per pro-
dukt de z.g.n. producentengroeperingen alle aan
dacht waard zijn.
U verliest weliswaar een stuk romantiek, omdat
niet meer elk voor zich over produkt en prijs gaat
onderhandelen. U zult echter wel uw positie als
zelfstandige ondernemer versterken, wat in het
kader van het plan landbouw 1980 een harde nood
zaak zal zijn.
Het landbouwprobleem is een gekompliceerd ge
heel, evenzo de afzet als onderdeel hiervan. John
F. Kennedy heeft gezegd „Al onze problemen zijn
menselijk, zij kunnen daarom door de mens zelf
opgelost worden."
Ook onze problemen, hoe ingewikkeld ook, zijn
menselijk. Zij kunnen opgelost worden, door men
sen. Door uw gemeenschappelijke inspanning!
SCHONINGSTARIEVEN
Om een indruk te geven van de grootte van de
opgelegde tariefsverhogingen, onderstaand een lijst
van de bestaande tarieven (1968) met daarnaast die
voor 1970. 1971 en 1972 geldend voor gemiddeld af-
valpercentage en per 100 kg ongeschoond zaad.
afval 1968 1970 1971 1972
Engels
raaigras 20—30 5,65 10,15 10,97 11,80
Roodzwenk-
gras 30—40 12,15 17,93 19,39 20,85
Veldbeemd-
gras 20—30 11,90 12,90 13,95 15,—
Deze verhogingen liegen er niet omIn Denemar
ken luiden de huidige schoningstarieven voor deze
soorten bij een zelfde afvalpercentage: Engels raai
gras 7,70; Roodzwenkgras 10,26; Veldbeemdgras
12,57.
Mede gelet op de vorm waarin het „compromis
voorstel" van de V.H.Z. gegoten was, zouden de
Zadencommissie van de N.K.T.V. en de Hoofdafdeling
Akkerbouw van het Landbouwschap hierop niet wil
len ingaan. Indien de V.H.Z. deze scherpe verhoging
van de tarieven toch wil doorvoeren is dat voor haar
verantwoordelijkheid.
N.K.T.V. is van mening deze feitelijke gege
vens ter kennis te moeten brengen, omdat u bij
eventuele afsluiting van graszaadicontracten hiervan
op de hoogte dient te ziin. Het lag, dunkt hen, voor
de hand, dat er van de zijde van de V.H Z. of van de
daarbij aangesloten contractfirma's van de door hen
eenzijdig vastgestelde tarieven mededeling gediaan
zou worden aan de belanghebbende telers. Het tegen
deel blijkt echter het geval te zijn. Men heeft sterk
de indruk, dat de verhoging van de schoningstarieven
in vele contractgesprekken tussen vertegenwoordi
gers en boeren niet ter sprake komt. En wanneer dit
wel het geval is, worden geen concrete cijfers ge
noemd, terwiil de mate van verhoging wordt gebaga
telliseerd. Duidelijkheid is hier meer dan ooit gebo
den. De kostenfactor is vandaag aan de daq heel erg
belangrijk en het spijt ons ook nu weer te moeten
constateren, dat van telerszijde hieraan nog al te
vaak te weinig aandacht wordt besteed, waarvan
anderen profijt trekken.
DE CONTRACTEN VOOR 1970
|NMIDDELS is de variatie in het aanbod op de
contractenmarkt van graszaad voor oogst 1970
groot. Iedere firma blijkt haar eigen prijzen en con
tractvoorwaarden ten aanzien van vermenging, ras
zuiverheid, kiemkracht en gebruikswaardecijfers te
voeren. Van enige uniformiteit is dan ook geen
sprake. Wat de prijzen betreft is dat begrijpelijk. De
aangeboden rassen zijn dermate verschillend in groei
en opbrengst, dat het prijsverschil verklaarbaar is.
Ook hiermede dient de teler rekening te houdien. De
hoogste prijs zal beslist niet altijd het hoogste rende
ment per hectare brengen. De noodzaak van de grote
verscheidenheid in voorwaarden is ons echter niet
duidelijk. Het sticht wel veel verwarring. Let dus
vooral op de kwaliteitseisen, die aan bepaalde prijzen
verbonden worden. Als deze zo hoog gesteld zijn. dat
hieraan in de praktijk niet is te voldoen, dan heeft
de prijs geen waarde. U komt dan met uw produkt
weer in de participatie-sector terecht en bent al uw
rechten op de contractprijs kwijt. Wij vrezen dat dit
met meerdere van de thans afgesloten contracten
voor 1970 het geval zal zijn. Sluit derhalve niet af op
afwijkende voorwaarden alvorens advies te hebben
ingewonnen. Het adres is: N. K. T. V., Raamweg 26
te 's-Gravenhage. Uw verzoek zal per kerende post
worden behandeld.
Bij al deze verschillende contractvormen is thans
weer een variant gekomen in de vorm van het zoge
naamd All-ïn contract. Een van de contractfirma's
biedt nu een groot deel van haar "raszaadsoorten
aan tegen priizen, waarin de zaaizaadkosten, vracht
en schoningskosten reeds zijn inbegrepen. Alleen de
droogkosten blijven voor rekening van de teler. Wij
achten dit een aanwinst. Het bevordert de overzichte-
liikheid en de teler krijgt een beter inzicht in de prijs,
d;e hij uiteindeliik netto in handen krijgt. We vinden
dit van alle contracten wel de meest aanlokkelijke
vorm. Jammer, dat deze firma dit systeem niet geheel
consequent'doorvoert en enkele soorten op de oude
vorm contracteert.
Het pad van de graszaadteler heeft vele voetangels
en klemmen! Probeer ze zoveel mogelijk te ontlopen
door lid van de Ned. Kontrakttelers Vereniging te
worden I