Steun aan fruitteelt via Rijksgroepregeling Zelfstandigen
DINGEN VAN DE WEEK
Vrijstelling registratierecht bij overdracht boerderij aan vooraf pachtend kind
besturen van de Gelderse Maatschappij en
de ZLM hebben zich tot de leden van de
vaste commissie van Landbouw en Visserij der
Tweede Kamer van de Staten Generaal gewend
met een brief, die als inhoud de volgende strek
king had:
De fruitteelt in ons land was de laatste jaren
verliesgevend. Daardoor bevinden de meeste be
drijven zich in grote financiële moeilijkheden. Dit
als gevolg van een te grote fruitproduktie die tot
stand is gekomen door teeltstimulerende maatrege
len in sommige E. E. G.-landen. De concurrentie
kracht is en wordt daar sterk opgevoerd door sub
sidies.
De Nederlandse fruitteler verkeert door dit alles
in een zeer nadelige positie. Enerzijds heeft hij
te maken met slechte prijzen, die een gevolg zijn
van een onverantwoord grote uitbreiding in andere
E. E. G.-lidstaten. Anderzijds met hogere bedrijfs
kosten, omdat hij de subsidies mist die in andere
landen worden verstrekt.
AM een duidelijk inzicht te verkrijgen betref-
M fende deze stimuleringssubsidies is door het
Nederlandse bedrijfsleven een commissie ingesteld
met vertegenwoordigers van de drie Centrale Land
bouworganisaties, de N. F. O. en het Centraal Bu
reau van de Tuinbouwveilingen. Deze commissie,
later aangevuld met overheidsvertegenwoordigers
heeft als opdracht een onderzoek in te stellen naar
de concurrentiekracht van de Nederlandse fruit
teelt ten opzichte van de fruitteelt in andere lan
den, alsmede de oorzaken daarvan.
Vooruitlopend op dit te verwachten rapport
wordt door de besturen van heidemaatschappijen
met nadruk gewezen op. de noodzaak van over
heidsmaatregelen ter bevordering en verbetering
van de bedrijfsstructuur. Daarbij is de aandacht
gevestigd op het succes van de rooipremie, die
tot gevolg heeft, dat 10 van de oppervlakte fruit
in ons land wordt gerooid. Verzocht wordt te be
vorderen dat deze maatregel ook in andere E. E. G.-
landen wordt weggepraat.
DOOR de slechte resultaten is het eigen ver
mogen irn de fruitteelt afgenomen en het
vreemd vermogen toegenomen, met de daaraan
verbonden rente- en aflossingsverplichtingen. Deze
verplichtingen gaan ten koste van het toch al veel
te lage inkomen, zodat de financiële problemen
zich opstapelen. Een herfinanciering, waarbij de
lage rente zou worden toegepast en de aflossing
gelijkelijk over de aflossingsperiode zou worden
verdeeld, zou zeker verlichting kunnen brengen.
Hiertoe is evenwel nog steeds in ons land geen
mogelijkheid.
EEN belangrijke bijdrage tot verlichting van de
huidige problematiek zou de rijksgroeprege
ling zelfstandigen (Algemene Bijstandswet) kun
nen zijn. Om hiervoor in aanmerking te komen
varmt-echter-een bepaalde-voorwaarde meestal de
grote hindernis, namelijk het eigen vermogen en
daarmee de mogelijkheid om kredieten te verkrij
gen.
Is dit laatste namelijk het geval, dan komt men
niet in aanmerking voor hulp van de rijksgroep-
régeling zelfstandigen (art. 9e). Verhoging van
vreemd vermogen ic echter onmogelijk vanwege
de invloed van de rente- en aflossingsverplichtin
gen op het inkomen. Om deze reden wordt verzocht
om te bevorderen, dat met name dit artikel soepel
wordt toegepast voor fruittelers, die verder voor
de rijksgroepregeling zelfstandigen in aanmerking
komen.
Verder wordt verzocht om te bevorderen, dat
de regeling als zodanig ook een meer soepele toe
passing vindt. Hierbij wordt gedacht aan de moge
lijkheid van naast de periodieke uitkering voor
levensonderhoud een bedrag aan bedrijfskapi
taal van dezelfde grootte als genoemde periodieke
uitkering en een renteloos krediet, teneinde de
oogst 1969 te kunnen financieren. Een bijzondere
toepassing dus voor een bepaalde groep der fruit
telers op dezelfde wijze als bijvoorbeeld in 1965
en 1966 voor de getroffenen van de waterschade
in Gelderland is geschied.
Wij willen de verwachting uitspreken dat de
leden van de Vaste Commissie van Landbouw en
Visserij voldoende argumenten aan dit schrijven
kunnen ontlenen om bij de minister aan te drin
gen tot het nemen van geëigende maatregelen
FRUITPRIJZEN LIEPEN TERUG
Er was in de afgelopen periode op de Zeeuwse
veilingen sprake van een zwakke stemming voor
de meeste produkten die werden aangevoerd. Het
prijspeil kwam overwegend op een lager niveau.
Met name was dat het geval voor de Conference,
een pereras waarvan het aanbod groot was en de
vraag klein. De prijzen kwamen op een dieptepunt
voor dit seizoen tot dusver.
De klasse I grote- en middelmaat die twee we
ken geleden in Goes waren gestegen tot iets boven
40 cent per kg daalde in het begin van de vorige
week in Goes tot 35 a 39 cent en in het eind van
de week was de prijs teruggelopen tot rond 26 cent
per kg. De kleine maat die was gestegen tot dicht
tegen 30 cent per kg daalde begin vorige week tot
rond 25 cent en in 't eind van de week werd rond 15
cent per kg betaald.
Met de Doyenné du Cornice wou het al niet veel
beter vlotten. De allerbeste partijen kwamen nog
aan 50 cent per kg maar er werd veel klasse II
kwaliteit aangeboden, waarvoor dan tussen 25 en 40
ct. per kg werd betaald. De III grof kwaliteit van dit
ras die enkele maanden pel eden werd verkocht voor
4050 cent per kg daalde tot 15 a 20 cent. Saint
Remy uit de koelhuizen deed voor de grote maat
tussen 25 en 30 cent oer kg en voor de kleine maat
werd tussen 20 en 24 cent betaald. Aangenomen
mag worden dat bij 'n dergelijke ontwikkeling op
de peremarkt. er weer spoedig sprake zal zijn van 'n
crisissituatie. De crisis- en vergoedingsprijzen lig
gen echter ook bijzonder laag.
Met de appels wou het ook al niet vlotten. Ver
schillende rassen werden ongeveer 10 cent per kg
goedkoper dan in de voorgaande weken. In de eer
ste plaats was dat het geval met Goudreinette en
Cox's Orange Pippin. Er waren maar weinig par
tijen Cox's meer die vorige week nog boven 1,
per kg kwamen en de beste partijen Goudreinette
kwamen niet verder dan 75 cent per kg terwijl
een groot deel van het aanbod van dit ras werd
verkocht voor 6575 cent per kg.
Ook de Golden Delicious werd goedkoper. Een
bijzonder mooie partij kwam in de meest gevraag
de maten aan 5560 cent per kg maar gewone
klasse I kwaliteit uit de gascellen kwam voor de
meest gevraagde maten nog maar nauwelijks bo
ven 50 cent per kg en de meest gevraagde maten
der klasse II kwaliteit deden tussen 40 en 50 cent.
-Winston van goede kwaliteit kon beter mee komen.
Hiervoor werd tot tegen 90 cent per kg betaald,
maar het aanbod hiervan was zeer gering. Jona
than klasse I goed gekleurd kwam aan 50 cent per
kg maar de klass.e II kwaliteit van dit ras, die het
meest werd aangevoerd, kwam niet verder dan
25 tot 40 cent voor de meest gevraagde maten.
Péchiney komt definitief naar Zeeland; het tra-
cée voor de Oosterscheldedam is nu vastgesteld;
de fusie van waterleidingmaatschappijen in Zee
land is een feit. Het zijn enkele krantekoppen van
de afgelopen week. Het zijn dingen waarmede Zee
land de landelijke pers bereikte. Onze provincie
stond weer in het centrum van veler belangstel
ling. We nemen aan dat ze dat nog dikwijls zal
doen want de gouden delta heeft vele mogelijk
heden en deze zullen tot ontplooiing komen. Dat
staat zonder meer vast. We leven in een tijd waar
in de ontwikkelingen enorm snel gaan. Steeds op
nieuw worden we daaraan herinnerd. Wat we tot
voor kort voor onmogelijk hadden gehouden, is de
gewoonste zaak van de wereld geworden. De we
reld is steeds in beweging geweest, steeds heb
ben zich veranderingen voltrokken, alleen gebeurt
het in de wereld van vandaag in een ontzettend
snel tempo. Zodanig zelfs dat we dikwijls moeite
hebben om het tempo bij te houden.
Ook die veranderingen in de wereld en over de
plaats van de tuinder als ondernemer in die ver
anderende wereld, hoorden we vorige week enkele
zeer interessante lezingen op de voorlichtingsdag
van de Nederlandse Tuinbouwraad. We achten het
nuttig enkele opmerkingen weer te geven die wer
den gemaakt door ir. W. van Soest, de direkteur
van de Tuinbouw, over ,,De tuinder als onderne
mer". Ir. Van Soest begon met eerst een inzicht
te geven in de grote veranderingen die zich op
alle terreinen voltrekken en in de economische groei
die we beleven in West-Europa.
Deze economische groei gaat gepaard met be
langrijke structuurveranderingen in het sociaal-
economisch patroon. Genoemd werd de schaalver
groting. stijging van het loonpeil, werktijdverkorting
enz.
De aanpassingen aan dit veranderende patroon
zijn er de oorzaak van dat er veel van de onder
nemers wordt gevraagd en dat een deel van hen
het tempo niet bij kan houden. Om in de toekomst
ondernemer te kunnen blijven, moeten er vaak in
grijpende beslissingen worden genomen. Dat geldt
ook voor de tuinbouw. Enkele jaren geleden kon
men als zelfstandige tuinder nog een behoorlijk in
komen verkrijgen met een bedrijf van enkele dui
zenden vierkante meter glas. Nu moeten we den
ken aan 60008000 m2 glas. Dat betekent niet al
leen dat er veel meer geïnvesteerd moet worden,
maar ook dat men leiding moet kunnen geven aan
meer arbeidskrachten. Om het ondernemersinko
men in de toekomst te laten meegroeien met de
andere inkomens in de maatschappij, zal men een
bredere winstmarge of een grotere bedrijfscapaci-
teit moeten hebben. Ir. Van Soest zei van mqning
te zijn dat men wel een heel knappe ondernemer
zal moeten zijn om de inkomensvergroting in de
winstmarge te vinden en daarom zal het meer ge
vonden moeten worden in grotere bedrijven met
meer werknemers, maar dat zal ook grotere eisen
stellen aan het ondernemer zijn.
Na gesproken te hebben over het typisch karak
ter van de Nederlandse tuinbouwbedrijven, behan
delde ir. Van Soest de eisen waaraan een pro
ducent van tuinbouwprodukten als ondernemer moet
voldoen.
Hij noemde het hebben van de juiste karakter
eigenschappen zoals ondernemend, vooruitziend,
doorzettingsvermogen, incasseringsvermogen, een
optimistische natuur en aanpassingsvermogen.
Verder het gebruik maken van de aanwezige
deskundigheid. Het bezitten van voldoende vak
manschap; bedrijfseconomische en cijfermatig kun
nen denken en voldoende begrip hebben van finan
ciering. Voorts het beschikken over een goed or
ganisatievermogen en vooral ook een goede werk
gever zijn, dat wil zeggen, zorgen voor een goede
werksfeer. Verder moet hij over voldoende zakelijk
inzicht beschikken, visie hebben op het tijdsge
beuren en bereidheid tot samenwerking met col
lega's in grotere verbanden.
Sterke punten van de Nederlandse tuinbouw
noemde ir. Van Soest: de tuinbouw is uitgesproken
commercieel. Het heeft altijd aan sterke concur
rentie bloot gestaan. Er is een goed ontwikkeld
vakmanschap en er is zin voor coöperatie en or
ganisatie in belangengroepen. Een groot deel van
de Nederlandse tuinders beschikt over de juiste
karakter-eigenschappen.
Als zwakke punten noemde ir. Van Soest in de
eerste plaats een te gering bedrijfseconomisch in
zicht. Er wordt vaak te weinig doordacht en volgens
plan geïnvesteerd. Tuinders zijn dikwijls ook slech
te financiers. Verbetering van de bedrijfsvoering
zou de kosten nog wel kunnen verlagen. Te weinig
wordt er rond gekeken in andere bedrijven, in andere
landen en in andere bedrijfstakken.
Alle mogelijke aandacht zal blijvend geschonken
moeten worden aan het opvoeren van de vaktech
nische kwaliteiten van de ondernemer. Tenslotte
wees ir. Van Soest er op, dat ook de organisaties
die een deel van de ondernemersfunktie van de
tuinder ter behartiging hebben toegewezen gekre
gen, meer nog dan in het verleden toekomst-ge
richt moeten denken, gedachtig aan het gezegde
dat de toekomst is aan hen die zich hierop voor
bereiden. In dit verband werden genoemd onder
zoek, voorlichting, afzetinstanties en financierings
wezen. Allemaal zeer waardevolle gedachten die we
deze week graag hebben opgenomen in deze ru
briek.
(Vervolg van pag. 3.)
3. Indien voorgaande vragen bevestigend worden
beantwoord, is de Minister van Financiën dan be
reid te bevorderen, dat de handelwijze van de inspec
teurs der registratie bij de verlening van vrijstelling,
bedoeld in artikel 101, lid 1, onder b, in overeenstem
ming wordt gebracht met de toezeggingen die blij
kens het bovengenoemde zijn gedaan?
Het antwoord van de heren Grapperhaus, Staats
secretaris van Financiën, en Lardinois, Minister van
Landbouw en Visserij, hierop is dat de eerste vraag
door Staatssecretaris van Financiën ontkennend
wordt beantwoord, waarbij wordt opgemerkt dat de
onderwerpelijke vrijstelling eerst van 1 januari 1969
af van kracht is. Aan de inspecteurs der registratie
en successie is bij aanschrijving van 13 december
1968 een toelichting op artikel 101, eerste lid, letter
b, der Registratiewet 1917 verstrekt. Daarin is mede
gedeeld, dat wanneer de ouders beginnen met de
onderneming, welke zij eerst zelf dreven, te ver
huren aan de kinderen alvorens haar over te dragen,
op de latere overdracht aan deze kinderen de vrij
stelling toegepast zal kunnen worden, mits het kind
ook na de overdracht de onderneming voortzet.
Wij zouden hieraan toe willen voegen dat nu ein
delijk in deze zaak van vrijstelling bij overdracht van
een boerderij aan een vooraf pachtend kind duidelijk
heid is gèkomen. Reeds geruime tijd geleden en bij
herhaling is deze kwestie door het bestuur der ZLM
bij het Landbouwschap aanhangig gemaakt. Alhoewel
van zowel van de zijde van het Ministerie van Finan
ciën als van Landbouw toezeggingen dienaangaande
zijn gedaan was er toch sprake van een grote mate
van onzekerheid hoe de inspecteurs der registratie
in bepaalde gevallen zouden handelen. Aan deze grote
onzekerheid is nu gelukkig een einde gekomen
BI.