Hoofdafdeling adviseert overlandbouwlonen'69-70 Vrijstelling registratierecht bij overdracht boerderij aan vooraf pachtend kind Deze week. El 6 LOONSVERHOGING EN 65 UUR ARBEIDSTIJDVERKORTING iN de Hoofdafdeling Sociale Zaken van het I Landbouwschap is overeenstemming bereikt over een aan c.a.o.-partijen in de provincies uit te brengen advies over de mantelbepalingen, een verhoging van de landbouwlonen met 6 en de invoering van een arbeidstijdverkorting met 65 uur per jaar. Verwacht mag worden dat de onderhandelingen over de afsluiting van nieuwe c.a.o.'s binnenkort zullen beginnen. De bedoeling is dat het nieuwe contractjaar loopt van 1 maart 196928 februari 1970. Wanneer het loonoverleg in de provincies niet tegen zit bestaat de kans dat de nieuwe c.a.o.- boekjes beter op tijd beschikbaar zullen komen dan in voorgaande jaren het geval was. Bij het loonoverleg in de Hoofdafdeling hebben de werkgevers zich op het o.i. realistische stand punt geplaatst dat de land- en tuinbouw zich niet kunnen onttrekken aan de loonontwikkeling welke zich momenteel in alle bedrijfstakken voltrekt. Een te ver achterblijven van de land-en tuinbouwlonen zou onder deze omstandigheden allerlei ongewen ste konsekwenties met zich brengen. Het loon- akkoord past in de algemene loonontwikkeling en was daarom ook voor het K. N. L. C. aanvaardbaar. Ook al moet helaas worden gevreesd dat het vele werkgevers niet gemakkelijk zal vallen de steeds hoger wordende loonkosten op te brengen. De be drijfsresultaten immers waren in de afgelopen ja ren voor vele ondernemers ongunstig terwijl de vooruitzichten dienaangaande voor de naaste toe komst al evenmin rooskleurig kunnen worden ge noemd. Doorslaggevend voor het K. N. L. C.-stand punt was de overweging, dat, wil men de onmis bare arbeidskracht voor deze bedrijfstak behouden, er niet aan valt te ontkomen dat de algemene loon ontwikkeling ook in onze bedrijfstak wordt gevolgd. MANTEL C. A. O. DE wijzigingen welke in de mantelbepalingen worden aanbevolen zijn van betrekkelijk on dergeschikt belang. Zo wordt ondermeer een ver hoging van de diplomatoeslagen voorgesteld waar bij het maximum bij cumulatie van toeslagen is gebracht van 11,op 12,De bedoeling van een en ander is de hoogte van de diplomatoeslagen aan te passen aan de loonontwikkeling van de laat ste jaren. Ook de ontslagbepalingen zullen worden gewijzigd. In deze beveelt de Hoofdafdeling de vol gende regeling aan. Vaste arbeiders beneden 45 jaar: voor werkgever en werknemer een gelijke opzegtermijn t.w. 2 maanden; van 45 tot 55 jaar: opzegtermijn voor de werkgever 3 maanden en voor de werknemer 2 maanden; 55 tot 65 jaar: opzegtermijn voor werk gever 4 maanden en voor de werknemer 2 maanden. Voor vaste werknemers in een dienstwoning blijft de huidige opzegtermijn van 5 maanden gehand haafd. Voor losse arbeiders van 50 jaar en ouder, die langer dan één jaar bij dezelfde werkgever in dienst zijn en die voor onbepaalde tijd zijn aangenomen zal wederzijds een opzegtermijn van 3 weken gelden. De Hoofdafdeling streeft er naar deze regeling in alle agrarische sectoren door te voeren. De overeen gekomen wijzigingen houden verband met de vorig jaar ingevoerde wettelijke regeling van de opzeg termijn voor oudere werknemers. In de mantel zal voorts een mogelijkheid worden gopend om aan vaste arbeiders het loon maand©-» iijks te betalen. De overige wijzigingen van de man tel zijn van technische aard en kunnen in dit kader onbesproken blijven. ARBEIDSTIJDVERKORTING DE arbeidstijdverkorting zal 65 uur per jaar be dragen. Hiertoe zullen de basisuurlonen dus danig worden verhoogd dat het weekloon gelijk blijft. C.A.O.-partijen zullen vrij zijn in de wijze waarop zij de arbeidstijdverkorting realiseren. De Hoofdafdeling beveelt echter aan dit zo te doen, dat de produktiviteit zo min mogelijk wordt ge schaad. De normale arbeidstijd in de akkerbouw zal in de winter echter niet mogen dalen beneden 38% uur per week en in de zomer niet meer dan 47 Vz uur mogen bedragen. De 44 uur garantie blijft gehandhaafd. DE NIEUWE BASIS-UURLONEN VERWERKING in de huidige basis-uurlonen van de overeengekomen loonsverhoging met 6 na compensatie van de aanbevolen arbeidstijdver korting leidt tot de volgende nieuwe basis-uurlo nen. huidige nieuwe basis-uurloon basis-uurloon Vaste vakarbeider A 3,22Va 3,513 '2 Vaste vakarbeider 3,13Va 3,42 Losse vakarbeider A 3,15'2 3,44 Losse vakarbeider 3,07 3.35 Seizoenarbeider 2,96 3.23 Ongeschoolde 2,76 3.01 Het is de bedoeling dat de nieuwe basis-uurlonen voor de losse arbeiders per 1 januari 1970 met 2 cent verhoogd zullen worden in verband met de dan te verwachten verhoging van de wach tgeld- premie voor deze categorie. Een verhoging die nood zakelijk is omdat het wachtgeldfonds bij handha ving van de huidige premie te veel op de reserves inteert. N. A. V. gEDERT 1 januari j.l. verlenen de inspecteurs der registratie en successie vrijstelling van regis tratierecht, ingeval ouders een boerderij overdragen, diie zij eerst zelf dreven, daarna aan kinderen ver huurden en thans aan een kind overdragen, dat de onderneming na overdracht voortzet. Aldus deelt de staatssecretaris vén financiën mede in antwoord op aan hem en aan de minister van land bouw en visserij door de heer Zijlstra, Tweede Ka merlid, schriftelijk gestelde vragen. Drs Zijlstra stelde de volgende vragen: 1. Is het de Ministers bekend, dat er inspecteurs der registratie zijn, die geen vrijstelling verlenen van het registratierecht als bedoeld in artikel 101, 1ste lid, onder b, van de Registratiewet 1917 indien ouders een boerderij overdragen, die vooraf aan het over nemende kind was verpacht? 2. Zijn de Ministers niet van mening, dat de han delwijze van genoemde inspecteurs in strijd is met: a. de toezegging ter zake gedaan door de Staats secretaris van Financiën in de memorie van antwoord op het wetsontwerp Omzetbelasting 1968, waarbij ge steld werd. Als de ouders beginnen met de onder neming te verpachten aan het kind alvorens haar over te dragen, zal op deze overdracht de vrijstelling worden toegepast, mits het kind ook daarna de on derneming voortzet. b. de uitlating van de Minister van Landbouw en Visserij gedaan op de algemene vergadering van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité, gehouden op 25 oktober 1967, waarin hij de mededeling deed, dat de vrijstelling van het registratierecht ook zou gel den bij overdracht van verpacht land? (Zie verder pag. 6.) B. T. W. pEN aantal lezers heeft ons gevraagd in het landbouwblad de modellen van de land bouwer sverklaring af te drukken die de afnemers van landbouwers, veehouders en fruittelers moe ten hebben, als zij voor de door hen gekochte pro- dukten aftrek van de B. T. W. willen hebben. Deze aftrek bedraagt 4/104 van het aan de landbouwer, etc. betaalde bedrag. Er zijn 2 verschillende ver- Maringen: L Een verklaring af te geven aan regelmatige af nemers. (Men kan ermee volstaan deze ver klaring éénmaal per kalenderjaar af te geven). Weinig schrijfwerk dus. Toch oppassen met af geven! Waarom zal hierna blijken. li. De tweede verklaring is voor onregelmatige afnemers. Deze moet bij elke levering worden opgemaakt. Meer rompslomp dus dan bij de eerstgenoemde verklaring. TT/IJ menen dat het nu nog aanbeveling ver- dient aan deze rompslomp in een aantal ge vallen de voorkeur te geven wanneer toch van een regelmatige afnemer van een produkt sprake is. Het is met de bijberekening van de B. T. W. in de prijzen voor verschillende produkten o.i. nog niet best gesteld. Over de gang van zaken in de uienhandel b.v. bereikten ons nogal heel wat klach ten. Het was vaak moeilijk tot duidelijke prijs afspraken met de handel te komen. Onbekendheid met de nieuwe wetgeving is hier ook nog wel de bet aan. In die gevallen verdient het echter be slist geen aanbeveling nu al een verklaring af te geven waaruit voor de afnemer voor het gehele jaar 1969 een recht op aftrek van B. T. W. ont staan, terwijl niet vaststaat dat men als landbouwer in de prijs, de compensatie voor de B. T. W. ge niet die men naar de grondgedachte van de land- bouwregeling dient te krijgen. Alleen in de ge vallen dat er al een duidelijke gedragslijn gevolgd wordt kan de eerste verklaring zonder bezwaar ge tekend worden. WEN SLOTTE nog iets anders. Behalve de land- bouwregeling die in de wet is opgenomen bestaat er nu ook een veehandelsregeling. Deze regeling is nog niet officieel afgekondigd. Het Be drijf sschap voor de handel in vee heeft de han delaren bij een circulaire van de inhoud op de hoogte gesteld. Door een vriendelijke geste van een handelaar konden wij er kennis van nemen. Er blijkt uit dat de veehandelaar geen B. T. W. aan de fiscus moet voldoen wegens door hem verrichte leverin gen van vee. Facturen behoeft de veehandelaar niet uit te reiken. Dit alles als de veehandelaar voor 1 maart 1969 aan de inspecteur meedeelt van de veehandelsregeling gebruik te willen maken. Over deze regeling hopen wij nadere mededelingen te doen als de officiële tekst bekend is. Wij willen er nog wel op wijzen dat de marktnoteringen van vee inclusief B. T. W. worden opgemaakt. PAAUWE. VERKLARING REGELMATIGE AFNEMERS Verklaring in verband met de landbouw regeling volgens artikel 27 van de wet op de omzetbelasting 1968. Ondergetekende, wonende te uitoefenende het bedrijf van verklaart dat op de door hem aan wonende te uitoefenende het bedrijf van gedurende het kalenderjaar 19 te leveren goederen te weten de bovengenoemde regeling van toepassing zal zijn. Aldus naar waarheid opgemaakt te 29 Handtekening, VERKLARING ONREGELMATIGE AFNEMERS Verklaring in verband met de landbouwregeling volgens artikel 27 van de wet op de omzetbelasting 1968. Ondergetekende, wonende te uitoefenende het bedrijf van verklaart dat hij op aan wonende te uitoefenende het bedrijf van de hierna vermelde goederen heeft geleverd, waar op bovengenoemde regeling van toepassing is Totaal Aldus naar waarheid opgemaakt te 19 Handtekening,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3