Vroeg kasvroeg gras.
Zorg dat u de meststoffen tijdig op uw bedrijf hebt. Bij gunstig weer verliest
dan geen tijd voor het afhalen van de meststof. Bovendien is het nu goedkoper.
het eind van deze maand de stik-
lebleken dat bij de lage temperaturen
rvluchtiging van de ammoniak gering
>f toch vaak snel wordt opgelost,
lestgiften nogal wat verhoogd, terwijl
mest de meststof pas vlak voor het
n. Hierdoor komt er een grote hoe-
3 grondlaag. Als het dan lang droog
beneden verplaatst, zodat de zout-
e hoog blijft. De jonge plantjes kun-
re niet wegvallen, vertonen ze toch
ting. Vooral bieten, aardappelen en
uien zijn hiervoor gevoelig.
Dit kan voorkomen worden door de kunstmestgift te spreiden. Hier
voor zijn verschillende mogelijkheden:
fosfaat en kali vroeg strooien, stikstof vlak voor het zaaien of
poten
de meststoffen (hetzij enkelvoudig, hetzij mengmest) gedeeltelijk
geven voor het zaaien of poten, de rest in april of mei. Fosfaat
en kali en. een gedeelte van de stikstof, kunnen beter voor het
zaaien of poten gegeven worden. De rest van 4e stikstof moet
dan als overbemesting gegeven worden.
Een mogelijkheid om de bemesting te vereenvoudigen is, om de
gift voor twee jaar te kombineren. Men geeft dan de gewenste gift
aan de financieel belangrijkste gewassen als aardappelen, bieten
en uien en telt hierbij direkt op de behoefte aan fosfaat en kali
voor een volgend minder belangrijk gewas, als graan of erwten.
Het volgend jaar heeft men dan alleen aan het graan stikstof te
geven. Men slaat hierbij twee vliegen in één klap; men vereen
voudigt het werk en de gewassen die veel behoefte hebben aan
meststof en dit ook gauw rendabel kunnen maken, worden hiermee
ruim voorzien. Een bezwaar kan zijn dat een eventueel gevaar voor
een te hoge zoutkoncentratie nog iets groter wordt. Als men dit
systeem wil toepassen, moet men deze grotere giften tijdig uit
strooien. Het gevolg is dat men voor dit systeem ook een planning
voor meerdere jaren nodig heeft.
voldoet de
voor bestrijdings-
niet geheel aan
i de bestrijdings-
opgelegde voor-
t wat goede wil
udige wijze daar-
vorden. Men ont-
t risico van een
Nu is er nog
zelf een te ma
de gestelde eisen
ONKRUIDBESTRIJDING
Bij het opstellen van het bedrijfsplan behoort ook een vaststellen
van de middelen die men wil spuiten. Pleeg hierover overleg met
uw loonspuiter of handelaar, dan kan hij zorgen dat de goede
middelen op tijd aanwezig zijn.
In deze maand kunnen al enkele chemische onkruidbestrijdingen
uitgevoerd worden:
Karwij: voor de karwij gaat uitlopen, bij hoofdzakelijk duist of wilde
haver, 1015 kg IPC, bij veel muur 46 liter chloor-IPC.
Luzerne: in februari, voor de hergroei begint, tegen grassen (tuin
tjesgras, duist) 1015 kg IPC. Als er alleen muur, kamille, e.d.
voorkomt: A6 liter chloor-IPC.
Kweek: op percelen, bestemd voor bieten, kan op kweekplekken in
februari nog 2030 kg TCA gespoten worden (dosering afhan
kelijk van de zwaarte van de grond).
Wintertarwe: afhankelijk van de berijdbaarheid van de grond, kan
in februari al goed met DNOC gespoten worden. Nachtvorst na
het spuiten verhoogt de kans op succes tegen het onkruid, maar
vergroot ook het risiko voor de tarwe.
VEEHOUDERIJ
Ook de veehouders moeten weer plannen maken voor het nieuwe
groeiseizoen. Allereerst het voederwinningsplan, hoeveel ha er ge
kuild en gehooid moet worden en hoeveel ha voedergewassen men
er nog bij moet hebben. Bedenk hierbij dat het moet passen in hat
werkprogramma.
Als er in de herfst vrijwel geen tijd beschikbaar zal zijn om voedeiv
bieten te rooien, kan men proberen door meer gras in te kuilen
deze uit het bouwplan te laten.
Als het open weer is, kan op goed ontwaterd grasland in het laatai
van februari al kunstmest gestrooid worden. De hoogte van der
stikstofgift is afhankelijk van de bestemming van de eerste snedet
Voor beweiding moet op percelen waar het gevaar voor kopziektar
dreigt, niet te veel gestrooid worden; 50 kg N per ha, vooc
hooien of kuilen 70100 kg N per ha. (Maaikneuskuil 70 kgf»
voordroogkull 100 kg N per ha).