Is graszaadteelt rendabel 8 door J. E. WOLFERT, P. A. W. - Wageningen BIJ het opstellen van het bouwplan spelen vele faktoren een rol, zoals vruchtopvolging, ar- beidsbezetting, arbeidsverdeling enz. Eén van de allerbelangrijkste faktoren is echter de rentabili teit. Voor de ondernemer is het vormen van een inkomen uit de gemaakte winst van zijn bedrijf hoofddoel. Het spreekt dan ook vanzelf, dat de diverse onderdelen van het bedrijf als vergelijk baar met elkaar worden gesteld, binnen het raam van de mogelijkheden. In dit verband zal graszaad vergeleken worden met granen. Technisch gezien zal het in het bouwplan ook de plaats van graan innemen. Indien de rentabiliteit van deze beide produkten gelijk is aan elkaar, zullen de andere faktoren de doorslag moeten geven bij de keus. In dit artikel willen wij die rentabiliteit eens nader onder de loep nemen. In de landbouw wer ken we tegenwoordig dikwijls met saldoberekenin gen. Deze methode gaat uit van een berekening van de bruto-opbr eng sten en van de toegerekende kosten. Het verschil lussen deze beide noemt men het saldo. Men gaat er hierbij vanuit, dat de vaste kosten zoals pacht, onderhoud, machines en gebouwen, aanwezige vaste arbeidskrachten e.d. over het ge hele bedrijf moeten worden berekend en dus per ha gelijk zijn. Voor een vergelijking van de gewas sen onderling spelen deze vaste kosten dus geen rol en kunnen we volstaan met de saldo's. WAT is het saldo nu van een perceel graszaad? Deze vraag kan zonder meer niet beantwoord worden omdat er een 20 verschillende grassoorten in Nederland verbouwd worden en omdat de be drijfsomstandigheden op elk bedrijf verschillend zijn. Wel is het mogelijk om de verschillende pos ten, die in een saldoberekening genoteerd staan, te bespreken. Bekijkt men dan eerst de bruto-opbrengst, dan is deze te splitsen in zaadopbrengst, waarbij men uitgaat van schoon droog zaad; stro-opbrengst, de opbrengst aan groenvoer (eventueel hooi) van de hergroei, die berekend kan worden naar de voe dingswaarde en de opbrengst aan organische stof van de wortel- en stoppelresten, die circa 4.000 kg meer is dan van granen. De posten van de toegerekende kosten zijn de volgende: Zaaizaad. De kosten per kg zaaizaad variëren nogal. Soms wordt de prijs berekend, die voor het geoogste produkt wordt uitbetaald, soms worden ook de werkelijke kosten in rekening gebracht, vooral als elite- of kwekerszaad wordt gebruikt. Bemestingskosten. Dit zijn de kosten, die gemaakt worden voor kali, fosfaat en stikstofbemesting. Meestal beperkt men zich tot de bemestingen die nodig zijn voor een normale groei, dus tot de on- derhoudsgiften. Vooral de benodigde stikstof va rieert sterk en is afhankelijk van grassoort en grondsoort. Onkruidbestrijding. Alle graszaadpercelen die nen éénmaal te worden bespoten tegen de dicoty- len, de breedbladige onkruiden, zoals hoefblad e.d. De kosten hiervoor bedragen ca. 75, daar meestal met een mengsel van groeistoffen wordt gespoten. Voor het veldbeemd komt hier nog een straatgras- bestrijding met 2 kg AAkarmex of 4 kg Eptapur by, die ca. 80 aan middel kosten. In andere grassoor ten wordt soms een duistbestrijding uitgevoerd die circa 160 kost. Oogsten. Indien in het zwad gemaaid wordt, dat bij sommige grassen nog veelal gebeurt, moet hier voor 60 tot 90 in rekening worden gebracht als het door de loonwerker wordt gedaan. Bijna altijd doet de boer dit zelf en moet hiervoor niets worden opgevoerd. Het dorsen daarentegen gebeurt meestal door de loonwerker. Uit het zwad dorsen kostte in 1968 65 per uur. Voor het maaidorsen werd 80 tot 100 per uur berekend. Het persen bedroeg 0,40 per stropakje van 20 kg, met dien verstande dat per 1000 kg niet meer dan ƒ18 wordt berekend. Analysekosten. Byna altijd wordt afgerekend op basis van het onderzoek van het Rijksproefstation voor Zaadcontrole (RPvZ) te Wageningen. Hierbij worden vochtgehalte, zuiverheid en kiemkracht be paald en het percentage schoon zaad. De in reke ning gebrachte kosten variëren voor één monster van 250 zakken van circa 48 tot circa 52. Daar dit de opbrengst van meer dan 2 ha is, dient deze post ten minste gehalveerd te worden. Het drogen wordt soms op het bedrijf zelf ge daan, in dat geval berekenen we alleen de elek triciteit en brandstofkosten. Als het door de firma wordt gedaan, worden de ATV-tarieven in reke ning gebracht. Ook voor het sctyonen wordt ge werkt met de ATV-tarieven (zie hiervoor de Alge mene Teeltv oorwaarden). De stoppelbewerking kan bestaan uit cultivate- ren en een groenbemester inzaaien, waarvan de kosten variëren van 75,tot 100,of uit fre zen dat ƒ110,tot ƒ125,kost. Saldoberekening voor wintertarwe 120,- 140,- 60,- 230,- 75,- 25,- 1520,— 1520,— of 2940,— 2940,— 972,- 1691,- 972,- 1691,- 548,- 171,- 1968- 1249,- De bruto-opbrengst is evenals de toegerekende kosten in de eerste kolom laag gehouden, de twee de kolom geeft een normaler beeld weer. Het is zonder meer duidelijk dat de verschillen by de teelt zeer groot zijn. Het heeft dan ook zin om kritisch te analyseren hoe U als teler tot dat hoogste saldo kunt geraken. De moeilijkheid bij deze saldoberekeningen is dat men deze pas kan opstellen als alle gegevens bekend zijn. Voor graszaad kan dus een saldobe rekening pas afgesloten worden als de kg-prys bekend is, tenzij tegen een vaste prijs is gecon tracteerd, of een minimumprijs wordt gegaran deerd. In dat geval kan reeds van tevoren de renta biliteit begroot worden. AM de rentabiliteit van graszaad vooraf te kun- nen vergelijken met een ander cultuurge was kunnen we gebruik maken van de zogenaam- Onder diversen rekenen we hagel ver zekering, in terne vrachtkosten, rente omlopend kapitaal e.d. Ook zijn hier de voorplomberings- en monster- namekosten in opgenomen. Bij deze berekening is hiervoor een post van 75,tot 175,ingecal culeerd. BIJ de begroting vertoont het eindcijfer de laag ste en de hoogste opbrengsten, die bij de ge noemde veronderstellingen kunnen worden be reikt. Hiervan moeten de toegerekende kosten wor den afgetrokken om het saldo te krijgen. Het eind cijfer van de toegerekende kosten geeft eveneens de laagste en de hoogste kosten aan. Veelal zal men met zijn gemaakte kosten er wel ergens tussen zitten. Onderstaand is een begrotingsanalyse opgeno men met een tabel voor de bruto-opbrengsten en een tabel voor de toegerekende kosten. Saldoberekening voor veldbeemd 2-jarige teelt 1750,— 200,— 1950,— B ruto-opbr engst 5000 kg a 0,35 stro 4 ton a 50,— Toegerekende kosten zaaizaad bemesting sproeien dorsen -f persen diversen (droogkosten, hagelverz e.d.) rente omlopend kapitaal Saldo wintertarwe ƒ1950,— ƒ650,— ƒ1300,— MET deze cijfers ter beschikking, kunnen we een concreet beeld geven van een saldover gelijking tussen wintertarwe en veldbeemd. Ter berekening van het saldo veldbeemd zijn er ver schillende mogelijkheden n.l.: Bruto-opbrengst 800—1200 kg a 1,50—2,00 1200,— stro 46 ton a 50,200,— meeropbrengst organische stof (4000) a 0,03 hergroei 120,— p.m. 1520,— p.m. ƒ2400,- 300,- 120,- 120,- 2940- 650,— Toegerekende kosten zaaizaad 16,— 16,— bemesting 234,— 234,— sproeien (Dicotylen) 75,— 75,- bestrijding grasachtigen maaien in 't zwad („oogsten") 75,- 75,- 60,— 90,- dorsen (4 uur) per ba4 uur 150,— 320,— persen 100,— 140,— schoonloon 75,— 285,— droogloon 31,— 180,— Analysekosten 26,— 26,— stoppelbewerking 55,— 75,— diversen 25,— 75,— rente omlopend kapitaal 50,— 100,— omzetbelasting - B.T.W. p.m. p.m. 972,— ƒ1691,— de vergelijkingsformule. Deze stelt ons in staat om vooraf de kg-prijs van het graszaad te bepalen, die eenzelfde saldo zal geven als een vergelijkbaar ge was. In ons geval dus een saldovergelijking met wintertarwe. De vergelijkingsformule luidt dan; kg graszaad x x (is de prijs per kg) saldo wintertarwe stro-opbrengst graszaad toege rekende kosten waarde nevenfactoren. Als we uitgaan van 1000 kg schoon droog zaad wordt dus de ingevulde formule: lOOOx X 1300 200 -f 972 120 1000 X 1952,— X 1,95 Dit betekent, dat bij een teelt van 1000 kg veld beemd tegen een prijs van 1,95 een gelijk saldo van wintertarwe n.l. 1300,per ha wordt ver kregen. Voor 1200 kg schoon droog zaad komt men dan op een kg-prijs van 1,62. Elke teler kan zelf met deze formule werken. Hij kan het juiste saldo van zijn tarwegewas in vullen en voor zijn geval de toegerekende kosten van het veldbeemd begroten! Ten slotte mogen we er nogmaals op wijzen dat rentabiliteit slechts één van de factoren is, die mee speelt by de keuze van het gewas in het bouw plan. De nevenfactoren, zoals structuurverbetering, arbeidsverdeling, etc., waar we nu niet verder op ingaan, kunnen voor bepaalde bedrijven een waar de vertegenwoordigen die doorslaggevend is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 10