E K" te Kloetinge 9 ook rechtdoor is een mogelijkheid/die naar een boerderij voert op circa 300 meter. Deze hofstede, .,De Noordhoek" ;genoemd, ligt daar als eindpunt. Nog een kleine 400 meter verder in noordoostelijke richting treft men daar de Dee aan, «en waterloop van Kattendijke naar de Grote Waterleiding. De hoeve ligt eenzaam in het lage gebied tussen de Noord- dijk en de Dee ten westen en noorden en de Jok- en Dopweg ten zuiden, waar vooral in vroeger tijden het weiland over heerste. Betere afwatering in latere perioden gaf ook de akkerbouw wat meer mogelijkheden. MBMiliMiiM Huis en schuur. Jasper Davidse (een zoon) de hofstede met 7 per celen in eigendom heeft en verder vele percelen in dezelfde hoek van anderen in pacht heeft. Zowel in 1656, 1663 als in 1670 is laatstgenoemde boer op dit bedrijf. Helaas ontbreken dan over een periode van ca. 20 jaren alle gegevens, doch in 1692 komt als eigenaar Jan Jasperse Polderman voor. Wan neer we aannemen dat Jasper Davidse ongeveer 40 jaar op de hofstede woonde, is het niet onwaarschijn lijk dat Jan Jasperse zijn zoon is en dat de weg gelaten geslachtsnaam van Jasper vóór hem van David eveneens Polderman is geweest. De toen nog kleine boerderij met naar verhouding weinig eigen en veel pachtgrond, bleef in het bezit der Poldermans. Het was Willem Jasperse Polder man, die het bedrijf overnam. Hij was kennelijk geen zoon van Jan, doch mogelijk een broer of neef van deze. We ontmoeten hem voor het eerst in 1706, ook in 1713 en in 1720. Er moet in die tijd een wijziging in de eigen domssituatie hebben plaats gevonden. Reeds in 1713 is een aantal percelen in de omgeving van de hof stede in handen van 2rar. Boudewijn Verselewel, burgemeester van Goes. Willem Jasperse Polderman baant op die percelen en andere en hoewel we er niet helemaal zeker van zijn, ziet het er toch naar uit dat laatstgenoemde van eigenaar der hofstede pachter is geworden. Van 1720 tot 1741 nam het grondbezit van Bou dewijn Verselewel in de Noordhoek regelmatig toe en besloeg tenslotte meer dan 25 percelen met een oppervlakte van ongeveer 40 gemeten. De overloper van 1727 ontbreekt in de archieven, maar in 1734 komt Willem Jasperse Polderman nog wel voor als eigenaar van het reeds genoemde perceel van 3 gem. 171 r. Misschien woont htij nog op de hoeve, echter is in 1734 Willem Laurusse (ook dit is vrij zeker een Polderman) pachter van de hofstede en vrijwel alle percelen in de omgeving, waarvan de meeste in eigendom zijn bij Boudewijn Verselewel en sommige behoren aan de Kerk en de Ambachts heer van Kloetinge. Budewyn Verselewel overleed op 4 februari 1741. In zijn loopbaan was hij o.a. schepen van Goes in verschillende jaren tussen 1714 en 1732, burgemeester aldaar van 1732 tot 1741, pensionaris en raad van de stad Goes in 1720. Verder bekleedde hij de functie van Commissaris van het Landrecht. Na zijn dood bleven „De Noordhoek" en vele lan derijen nog lang in het bezit van zijn erfgenamen, nl. tot omstreeks 1782. Willem Laurusse bleef bewoner van de hoeve als pachter. We ontmoeten hem als zodanig in 1741, 1748 en aan eigen grond bezat hij in de hoek tus sen Jok- en Dopweg toen 8 percelen met ruim 16 gemeten. Dit waren dezelfde percelen, welke in 1734 in het bezit waren van Willem Jasperse Pol derman. Willem Laurusse is nog bewoner en pachter in 1762 en 1769. Daarna heeft Cornelis Vallekier (ook geschreven Valkier) bepaalde percelen van Wille» van het nieuw vei-beterd familiegeld dat heerlijk heid van Kloetinge, en wel met een toenemend be drag en hij koopt o.a. in 1776 2 gem. 40 roeden „weije" van de Armen te Kloetinge, in 1782 van de Erven Corns. Verburg 2 gem. 128j^ roeden zaailand. In datzelfde jaar koopt hij dan de hofstede met vrij wel alle gronden van Boudewijn Verselewel's Er ven in de meergenoemde hoek, in totaal ruim 41 gemeten. Interessant zijn bij het nagaan van hiervoren ge noemde gegevens de benamingen van verschillende percelen in die hoek, zoals de Kruismeet, Heijns- of Huijsvaerts hofstede (een perceel), de Klaasmeet, de Platte meet, het Oude Busch, het Stuk voor de Deur, het Lage Gildeland, de Joosmeet, de Kromme meet en derg. Ook Jacob de Kok treffen we uiteraard aan in de verschillende belastingkohieren en wel tot 1786/ 87. Op 25 mei 1787 levert hij aan Cornelis van dc Haver (ook wel Van Haveren) de hofstede met in totaal ruim 103 gemeten wei- en zaailand voor do som van 1545.0.6 Vlaams. Een groot deel der gronden was in het Noordambacht gelegen. Cornelis van de Haver liet in 1788 door de land meter Douw een kaart tekenen van „de hofstede met alle de koornlanden, gelegen in den Noord hoek, en dezelve ieder meetje apart, zaaiensveld met Blooische maat groot bevonden zoals hier nevens in de kaart te vinden staat". Deze kaart bevindt zich in particulier bezit en een gedeelte ervan is als fotokopie in de tekst opgenomen. Cornelis van de Haver blijft als eigenaar-bewoner op de hoeve tot zijn dood vermoedelijk in 1795. Althans in 1796 wordt zijn weduwe in diverse ar chiefstukken genoemd. Deze Geertruid de Looze hertrouwt naderhand met Jacob Verboom, op wiens naam de hofstede per 28 november 1803 werd gesteld. Hij treed echter als eigenaar, althans voor de belastingen, in feite reeds op vanaf ht jaar 1798, zodat mogelijk het huwelijk in dat jaar werd gesloten. A FKOMSTIG uit Wemeldinge, kwam Verboom, die geboren was op 19 november 1774, naar Kloetinge en nam zijn intrek op de hofstede. Op 30 maart 1829 verlaat Jacob Verboom De Noord hoek en als „kastelein" (zetboer) komt dan Jan de Bak, geboren 23 april 1796, met zijn vrouw Agatha Nieuwenhuize en één kind. Zij bleven tot 6 maart 1838 en vertrokken daarna naar Wol- faartsdijk. Na genoemd jaar zijn de gegevens wat verwarrend, doch we menen er toch niet naast te zijn met vast te stellen, dat op 25 maart 1838 A. Zandee uit Goes op de hofstede komt. Hij ver toefde er slechts korte tijd en ging op 3 november 1841 weer terug naar Goes. P diezelfde datum nam Jan Zandee, geboren augustus 1815 te Schore, met zijn vrouw Jacob* Zuid weg en hun kind, zijn intrek op de hofstede. Ook zij bleven betrekkelijk kort in de Noordhoek •n verhuisden op 22 maart 1845 naar Krabbendijke. ;evel met het raampje De bakkeet tussen zwaar geboomte. De noordkant (schuur, huis en varkensstal). De woning heeft in deze gevel geen enkel raam. pachter van) een aantal andere percelen in die om geving. In 1635 is dat nog het geval en we kunnen vast stellen, dat de percelen ter grootte van 2 gemet 101 roeden, 16 roeden (wegeling) en 1 gem. 113 roe den met een wegeling van 11 roeden, die zijn waarop de hofstede met bijgebouwen is gelegen. Ook een perceel groot 3 gem. 171 r. mt „de wije aan het hof" behoort tot de hofstede. Zeven jaar later, in 1642, woont en werkt David Jasperse nog steeds op „De Noordhoek". Deze be naming komt echter in de stukken niet voor. In 1649 moet genoemde eigenaar reeds zijn over leden, daar dan David Jasperse's kinderen voor sommige percelen als eigenaars zijn vermeld en Laurusse overgenomen en bewoont hij als zetboer of pachter de hofstede van Boudewijn Verselevel's Erven. AAN het eind van de dan beginnende 7-jaar- lijkse periode treden ingrijpende veranderin gen in het bezit op. Van Cornelis Vallekier kan nog worden vermeld dat hij van 17711773 als aange slagene van het kohier van het familiegeld met 0.10.voorkomt; daarna in 1774 wordt zijn we duwe in het betreffende register genoemd. Omstreeks 1774 valt op dat Jacob de Kok in de hoek tussen Jok- en Dopweg zijn eigendom gaande- wge vermeerdert. Hij komt voor in de kohieren van de 100e penning op huizen en erven, in het kohier Zowel A. Zandee als J. Zandee waren pachters op de hoeve, die in of kort na 1829 op naam kwam te staan van Joh. L. Ocle (eventueel met mede eigenaars). Hij is nog eigenaar in 1832„ doch tussen dit jaar en 1839 is Jacob Zandee in het bezit van de hoeve gekomen, waarbij in totaal ca. 65 ha grond behoorde, die voor een deel niet in de Noords hoek lag. Hij behield de hofstede in eigendom tot in of kort voor 1850, toen het bedrijf met ruimt 45 ha verkocht werd aan een Belgische belegger^ Jean Adrien Eisen, schepen (raadslid) te Antwerpen-" (Zie verder pagina 13)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 9