r Revolutie evolutie De coöperatie en de toekomst 17 ONS COMMENTAAR onze algemene vergadering op 2 december J.Ï., maakten wij enige voorlopige opmer kingen over datgene, wat ons toen vermoedelijk ten aanzien van het „plan Mansholt" te wachten stond. Nu de officiële bekendmaking er inmiddels is moet er in de eerste plaats op worden gewe zen, dat het structuurmemorandum een discussie nota en g jen standpunt van de Europese Commis sie of voorstel aan de Raad van Ministers is. Dit zou dit stuk makkelijker verteerbaar moeten ma ken, ware het niet dat de presentatie het zoveel accent heeft gegeven en er zoveel tam-tam en pu bliciteit mee is gemaakt. De buitenwacht heeft voor een groot deel een onjuiste indruk gekregen over de landbouw en de ontwikkelingen, die daar on danks alles plaatsvinden. En naar binnen toe, onder de boeren en tuinders zelf heeft het geheel on zekerheid, onrust en ongerustheid teweeg gebracht, die bij een andere aanpak niet nodig was geweest Uit dat oogpunt bezien is de landbouw een slechte dienst bowezen! \A/ANNEER wij ons voorts meer tot de inhoud van het memorandum bepalen, dan is naar onze mening in wezen het grote verschil van In zicht, dat de geesten zal scheiden, de wijze waar op de structurele ontwikkelingen moeten worden aangepakt. War* dat er structurele ontwikkelingen gaande zijn, zal niemand die de cijfers van bijvoor beeld afvloeiing, aantal opvolgers, ontwikkeling veebezetting en bedrijfsgrootte, ook in ons gebied onder ogen krijgt, kunnen ontkennen. De heer Mansholt kiest in zijn discussienota voor een revo lutionaire aanpak; uiteraard in korte tijd, namelijk 10 jaar, te realiseren. Heeft het beleid deze radicale omwenteling tot taak? En wat belangrijker is: kun nen de voorgestelde maatregelen inderdaad lei den tot oplossing van de inkomensproblematiek, de structurele overschotten, en verbetering van de sociale positie van de ondernemers? De heer Mansholt gelooft kennelijk van wel. Wij stelden reeds eerder onze vragen over de vervan gende werkgelegenheid en wij noemden stimule ring van afvloeiing zonder andere beroepsmogelijk heden een onmenselijke zaak. De heer Mansholt signaleert dit probleem wel, maar tot het aangeven van concrete wegen komt hij niet. Evenzo herhalen wij nog eens onze twijfels over het uit produktie nemen van grond. Een van de opvallende punten in het totaal der nota vinden wij de kostenopgaaf van het 10-jarig programma, dat de heer Mansholt voor ogen staat. Hoe is het mogelijk, dat deze kos ten op dit moment voor een dergelijke periode te overzien zijn. De mededeling het lokaas zou den we haast zeggen dat het markt- en prijsbe leid na uitvoering van alle plannen in 1980 geen noemenswaardige problemen kosten) zou op leveren is zo bout, dat er kennelijk geen poging tot bewijs van deze stelling hoeft te worden ge leverd! CEN andere weg, die het beleid kan Inslaan, c en die aansluit bij de evolutie de gelei delijke ontwikkeling is die der begeleiding en ondersteuning van de structurele ontwikkelingen die gaande zijn. De keus Is voor ons niet moeilijk. In de gedachten van de heer Mansholt zijn voor ons de hoofdwegen waarlangs hij wil gaan te onzeker, de doeleinden vraagtekens en de resultaten zeer twijfelachtig. In de E.E.G. zijn in het kader van het structuurbeleid in de ruimste zin van het woord di verse zaken die om harmonisatie schreeuwen, zoals o.a. die der subsidie, de marktstructuur en de be lastingkwesties. Door de recent bekend geworden verstrekkende gedachten van de heer Mansholt dreigen deze kwesties naar de achtergrond te wor- cfcn geschoven. Bovendien zouden die maatregelen in het struc tuurplan, die aansluiten bij de huidige problematiek, bij de vele kritiek wel eens mede ten onder kunnen gaan. Het zou de tweede slechte dienst zijn, die met dit structuurplan werd bewezen. De op 10 december j.l. door de heer Mansholt gedane mededelingen behelsden evenwel nog meer dan het structuurplan. Het venijn zat ook hier in de staart en zijn voorstellen namens de Europese Commissie aan de Raad van Ministers over het In evenwicht brengen van de markt van diverse pro- dukten en over de prijzen voor 1969/70 zijn ons in ziens net zo revolutionair als het structuurplan, lit een tijd waar in de meeste sectoren over inkomens stijging wordt gesproken, wordt namelijk door deze voorstellen de landbouw met prijsdalingen gecon fronteerd. Over het effekt van de verlaging van de interventieprijs voor boter en het aantrekkelijk ma ken van de magere melkpoeders bestaan grote vraagstekens. In de akkerbouwsektor ligt het effekt ten aanzien van de suiker het duidelijkst, verlaging van basiskwantum en suikerprijs kan niet anders dan verlaging voor de boer betekenen. In de graan- sektor wordt de zelfde manipulatie voorgesteld als indertijd met de zuivel gebeurde. Handhaving drempelprijs en verlaging interven tieprijs. Het lijkt ons, daar bij deze produkten zo dicht tegen de interventieprijs wordt aangehangen, ook een somber perspectief. IJ ET pakket structuurplan met hoge kosten; prijsvoorstellen met lagere kosten is niet toevallig. Weer werden door de heer Mansholt de problemen (de structuur, het teveel en de prijzen) op een voor hem aanlokkelijke manier op een hoop gegooid. Duidelijker dan ooit onderschreef hij bo vendien het faillissement van zijn E.E.G.-beleid tot nu toe, door een suikerbeleid waarover voor drie jaar afspraken zijn gemaakt na een half jaar vol komen te ondergraven. Dit alles evenwel en dat geldt voor de opvat ting van de heer Mansholt ten aanzien van het prijs beleid in zijn algemeenheid zonder enige toe lichting of bewijs wat er nu zo fout is geweest aan dit aspekt van het beleid. Het verhaal van het teveel de Zwitserse ervaringen bewijzen bovendien hoe snel men dit overtrekt kan voor de suiker niet op gaan. Ons standpunt ten aanzien van deze prijs voorstellen laat zich niet moeilijk raden. Ze zijn on aanvaardbaar. We menen in dit standpunt niet al leen te staan. Minister Lardinois stelde zich in een onlangs gepubliceerd interview namelijk op het ge lukkige uitgangspunt, dat prijsverlaging sociaal on verantwoord zou zijn. De prijsvoorstellen van de heer Mansholt zijn juist uit zijn mond ook zo onbegrijpelijk, omdat juist hij de landbouw voor radicale structuurveranderin gen wil plaatsen. Een goede financiële positie daar toe wordt langs deze weg der lagere prijzen onmo gelijk gemaakt. Bovendien, zijn bedoeling met het structuurplan is onder andere inkomensverbetering der boer, maar de presentatie van zijn plannen gaat gepaard met voorstellen die zullen leiden tot lagere inko mens. De totaliteit van zijn voorsteilen wordt hierdoor onbegrijpelijker en ongeloofwaardiger! Pr. WANNEER men zich op één van de donkere decemberdagen neerzet om een openings woord voor deze algemene vergadering te overden ken, dan komen onwillekeurig vele diepingrijpende gebeurtenissen en beslissingen van het afgelopen jaar weer in de herinnering. Dan valt het ons op hoe snel en ook hoe oppervlakkig soms wij leven, en hoe vlug wij voorbij dreigen te gaan aan ervaringen die ons diep beroeren. De mens wordt geen tijd meer gegund, of hij gunt zichzelf geen tijd, in een jachtige wereld om eens wat meer stil te staan, om eens terug te zien. En zo genieten wij te weinig van het werk waarmee wij bezig zijn, of dat wij voltooid hebben. Aldus de heer A.. M. Geluk, voorzitter van CEBECO in zijn ope ningsrede, uitgesproken op de Algemene Vergade ring te Amsterdam op 19 december waaraan wij het volgende ontlenen; Wijzend op de vele grote gebeurtenissen en de problemen nationaal en internationaal merkte de heer Geluk op dat we dit alles ondergaan terwijl we er geen enkele directe invloed op kunnen uit oefenen. Zijn het deze gevoelens die zoveel onrust en ontevredenheid in tal van kringen doen groeie*.? Wij weten het niet. Maar wel zijn we ervan over tuigd, dat in onze eigen bedrijfstak in de land en tuinbouw heel veel ongerustheid, onbehagen en spanning aanwezig is! Hoe vaak horen we niet de vraag stellen, of stellen we onszelf niet de vraag: „Ligt er een toekomst voor boeren en tuinders; kan ik mijn zoon aanraden boer of tuinder te worden?" Wanneer we lezen of horen spreken over structuurplannen in land- en tuin bouw kunnen we ons die onrust voorstellen. Het woord „structuur" ook in CEBECO-kring geen onbekende klank lijkt weieens de kapstok .met vele haken te worden om alle landbouwproblemen aan op te hangen! De miljardendans verbonden aan het structuur plan van de heer Mansholt komt ons weieens wat onrealistisch voor als we in eigen land, in eigen omgeving zien waartoe een flinke ondernemende boer of tuinder steeds weer in staat is! VERTROUWEN IN EIGEN TOEKOMST NAAR onze mening wordt te veel de indruk ge wekt, niet alleen door het opstellen van derge lijke plannen, maar ook door een voortdurende een zijdige wijze van presenteren van de land- en tuin- bouwperikelen, dat het met de landbouw maar een hopeloze zaak is, die veel geld kost en waaraan snel een einde moet komen. Natuurlijk ook wij geloven, dat het afvloeiings proces in land- en tuinbouw nog zal doorzetten. Het is al jaren aan de gang en we zijn er al een heel eind mee op weg. Veel bedrijven hebben momenteel zelfs geen opvolger! Bij de afvloeiing uit de landbouw zullen we er naar moeten streven om een aantal eenvoudige, praktisch aanvaardbare oplossingen aan te geven. Hierbij denken we vooral aan hen die zich, bijv. in verband met bun leeftijd, niet meer kunnen om scholen. Daarnaast dienen we als volk sociaal gezien de financiële gevolgen, verbonden aan deze afvloeiing, te dragen. Maar vergeten we niet te dikwijls om ook eens aan de andere kant te beein- nen; n.l. bij de bedrijven die goed zijn, die ontwik kelingskansen hebben? Verzuimen we niet te veel na te gaan wat boeren en tuinders presteren en welke kant zii uitmoeten? Wij geloven namelijk en hebben vertrouwen in onze land- en tuinbouw; ook in een sterk geïndustriali seerd Nederland. VANZELFSPREKEND, boeren en tuinders zullen ondernemers moeten zijn uit het goede hout gesneden, deskundig, volkomen hun vak beheer send. Laten wij ons bij de te wat negatieve, soms wat troosteloze berichtgeving niet gaan opstellen in een louter defensieve houding. De situatie is zeker niet hopeloos, verre van dat. Juist nu ik dit jaar meer dan tevoren in de gelegenheid was wat (Zie verder pag. 19)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 17