Staatslieden en struisvogels
VRIJDAG 13 DECEMBER 1968
53e Jaargang No. 2960
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tninbonvv en Veeteelt in Zeeland
Traditiegetrouw is ook voor 1968 weer de bekende publikatie van de beide Rijkslandbouwconsulentschappen voor Zeeland
„Landbouwaktualiteiten in Zeeland 1968" verschenen, in samenwerking met de Fed. v. Ver. v. Bedrijfsvoorlichting voor de Zeeuw-
Se Eilanden en Zeeuwsch-Vlaanderen. Ook ditmaal een bijzonder fraai uitgevoerd boekje waarin de geïnteresseerde lezer veel lezens
waardigs zal vinden en zijn nut mee kan doen. Nadere bijzonderheden over deze publikatie is op pagina 10 en 11 te vinden. De
foto laat zien dat een oogstzekere methode de voorkeur verdient.
Verder in dit nummer o.m.: het slot van onze artikelenserie over de B. T. W. (Deze keer wordt onder meer op de landbouwre-
geling ingegaan!) pagina 5, een artikel over aardappelen pagina 7 en de hoofdmoot van de notulen van de Algemene Vergadering
der Z. L. M. pagina 9, 12, 13 en 15. Wij vragen hiervoor de attentie van onze lezers, daar de situatie in de akkerbouw, tuin
bouw en de veehouderij, behandeld door de heren i. B. Becu, P. J. J. Dekker en Js Vos, daarin de bijzondere aandacht krijgt
■m
HET 13e halfjaarlijkse economische rapport van
de Sociaal-Economische Raad bevat belang
wekkende gegevens over de in 1969 en volgende
jaren te verwachten ontwikkeling in onze volks
huishouding. Deze gegevens, afkomstig van het
Centraal Planbureau en becommentarieerd door de
S.E.R. ,als hoogste advies-orgaan van het bedrijfs
leven, zijn grondslag voor het vrije overleg over
loonsverbeteringen in 1969.
Het S.E.R.-rapport behelst een meerderheids- en
een minderheidsstandpunt over de mogelijkheden
van zo'n loonsverbetering. De S.E.R. is samenge
steld uit drie gelijke delen: ondernemersvertegen
woordigers, werknemersvertegenwoordigers on z.g.
kroonleden (door de overheid benoemde deskun
digen, overwegend vooraanstaande economen).
Dat een deel van de S.E.R. ruimte zoekt voor een
betekenende loonsverhoging is evenzeer duidelijk
als dat een ander deel beducht is voor de econo
mische gevolgen.
Uitgangspunt in zo'n S.E.R.-rapport is de prog
nose van het Planbureau. Dat houdt daarbij o.a.
rekening met de regeringsplannen op belastings-
gebied. In verband ook met hogere sociale lasten
werd een bepaalde loonkostenstijging aangeno
men: 61/2 De loonsverbetering op zich zou ech
ter weinig verschillen van de consumptieprijsstij
ging: 4%.
OP ZOEK NAAR MEER RUIMTE DAN ER IS
\A/AT in het standpunt van de S.E.R.-meerder-
heid vooral treft is het onwezenlijke oordeel
over de belastingpolitiek in de komende jaren. Het
is hier de meerderheid die op zoek is naar meer
ruimte dan er volgens de economisten is. Die meer
derheid meent n.l. dat men realistisch moet zijn en
dan kan en mag men niet aannemen dat de wezen
lijke loonsverbetering maar ongeveer 4 zou moe
ten zijn. Met de invoering van de nieuwe omzet
belasting (B.T.W.) per 1 januari a.s., is een merk
baar stuk consumptieprijsstijging gemoeid.
Om meer ruimte te hebben voor een echte loons
verbetering in de toekomst wil nu de meerderheid
de plannen van de regering met de omzetbelasting
en de andere belastingen wat veranderd zien.
In de komende jaren zou niet grotere nadruk op
de verhoging van de indirekte belastingen (met
name de B.T.W.) mogen vallen. Integendeel, er zou
juist meer direkte belasting (met name inkomsten
en vermogensbelasting) moeten worden gegeven.
Zoals bekend wil de regering met ingang van 1970
beginnen met de aanpassing van de loon- en in
komstenbelasting in verband met de geldontwaar
ding. Omdat men immers bij hoger geldinkomen
een hoger percentage belasting betaalt, gaat men
er feitelijk op achteruit. Ondertussen is echter die
aanpassing al uitgesteld in verband met het jongste
besluit over de hogere defensielasten. In 1970 wil
de regering ook de nieuwe omzetbelasting verho
gen.
De S.E.R.-meerderheid zou eigenlijk iets omge
keerds willen. Daarbij worden dan onbegrijpelijker
wijze de ogen gesloten voor de E.E.G.-ontwikkeling.
In dat kader is namelijk juist een verschuiving van
inkomstenbelasting naar omzetbelasting nodig.
Over een realistisch standpunt gesprokenl Terecht
heeft de S.E.R.-minderheid deze onverantwoorde
struisvogelpolitiek gesignaleerd.
VERSTANDIG BEWINDSMAN
IN de bladen van het Nederlands Katholiek
Vakverbond van 4 december staat een onder
houd met de Staatssecretaris van Financiën afge
drukt, waarin deze bewindsman gelukkig veel ver
standiger taal spreekt. Dr. Grapperhaus bepleit een
verschuiving van direkte naar indirekte belastingen.
(Zie verder pagina 3.)