„De Hoog<
Oude boerderijen
te Dreischor
1
(XIX)
1
8
W. E. P. VAN IJSSELDIJI
De zuidgevel met gedeelte van d<
De noordgevel met opkamer- en kelderraam
0E polder Dreischor op Schouwen Is een gebied dat reeds vóór 't jaar 1206 werd bedijkt. De naam Is ontleend aan
drie schorren, waaruit het vroegere eiland zou zijn ontstaan.
Door grondboringen zijn oude woonvlakken in de polder aangetoond, die veel scherven bevatten uit de Karolin
gische tijd (11e en 12e eeuw), hetgeen het bewijs levert, dat reeds lang vóór 1200 een omkading of bedijking van
Dreischor tot stand kwam.
Dreischor had reeds vroeg van watervloeden te lijden en in 1287 kwam het bij de stormvloed op St. Aagten
dag (14 dec.) onder water te staan. Het westelijk deel van het gebied de tegenwoordige Dreischorpolder werd
in 1300 bedijkt. Ook in de 16e eeuw werd Dreischor nog door stormvloeden geteisterd. Bij de ramp in februari 1953
ging het eveneens ten onder. Tot 1 mei had de zee vrij spet in polder en dorp. De Hooge Hoeve kwam bij de hoogste
stand ruim 1 meter in het water te staan.
De ver teruggaande oorsprong van Dreischor en omgeving leidt tot de veronderstelling, dat naast de scheepvaart
en visserij er de landbouw reeds vroeg werd bedreven en de thans aanwezige hofsteden hun voorgangsters tot
in de middeleeuwen hadden.
De hofstede ,,De Hooge Hoeve", gelegen direct aan de zuidkant van het dorp, heeft zeker ook een geschiedenis
die ver teruggaat. De plek, waarop ze staat ligt hoog kwam al vroeg in aanmerking voor vestiging van een land
bouwbedrijf.
Hoewel in de overlopers van Dreischor gegevens over de eigendom van de hoeve niet vóór 1630 zijn vermeld,
is het zeker dat een eerste bewoning op die plaats veel verder teruggaat, mogelijk zelfs tot in de middeleeuwen.
Zoals veelvuldig voorkwam werd ook hier de boerenwoning op zekere tijd herbouwd, hetzij omdat het oorspronke
lijke huis bouwvallig werd, of omdat een nieuwe bewoner goed bij kas was en een groter en degelijker woning wen
ste. Dit was inderdaad in 1764 het geval toen een kapitaalkrachtig koopman de hofstede in bezit had gekregen.
HET WOONHUIS
IJIT is met de landbouwschuur in de lengterichting verbon
den en ongeveer oost-west gesitueerd. Het heeft een
oppervlakte van ruim 9 meter bij 8.75 meter. Het is opge
trokken in baksteen (IJsselsteen) en heeft de ingang aan de
westzijde. In die westgevel bevindt zich beneden één raam
met blinden en op de eerste zolder eveneens een raam in het
midden. Op de tweede verdieping (vliering) is een derde raam
in de westgevel aangebracht, dat ruim uitzicht op de omgeving
biedt.
De noordgevel (aan de zijde van het dorp) heeft twee ramen
met blinden, waarvan het kleinere dat van de opkamer is,
waaronder de gewelfde kelder is gelegen, met een klein raam
pje iets boven de begane grond.
Aan de zuidgevel bevinden zich twee grote ramen met blin
den. Op de hoek van zuid- en voorgevel ligt de regenbak, ter
wijl daar aan de zijde van de schuur een buitentoilet aanwezig
was, dat bij de hierna vermelde restauratie is gesloopt.
De indeling van het woonhuis was als volgt. Achter de voor
deur een tochtportaal met toilet, dan volgde daarop de keuken
en aansluitend de opkamer, die circa 85 cm boven de begane
grond ligt. De toegang tot de daaronder gelegen kelder was en
is nog onder het trapje voor de opkamer, welk trapje naar één
zijde opklapbaar is, waardoor de kelderingang vrij komt.
Rechts van het portaal was de zoldertrap en vanuit de keu
ken kwam men in de woonkamer, die in de hoek tussen voor-
en zuidgevel ligt. De oppervlakte daarvan is circa 17 m2. Aan
sluitend aan de woonkamer lag de zit- en mooie kamer (circa
16 m2).
Er waren voorheen drie bedsteden in de woning, waarvan
één tussen keuken en woonkamer en twee tussen de opkamer
en de zitkamer.
De eerste zolder was voorheen waarschijnlijk in gebruik als
graanzolder, ook zal daar wel, zoals gebruikelijk, een gedeelte
afgeschoten geweest zijn, dat als „meidenkamer" dienst deed.
Wat in alle beganegrondse vertrekken opvalt, zijn de fraaie
oude vloertegels in donkerbruin en groen. Verder zijn in de
woning nog slechts enkele blauwe wandtegels te vinden.
In de woonkamer bevond zich vroeger de open haard. Deze
is nu nog in een wat moderner uitvoering in gebruik. De
schoorsteen voert vrij door de beide zolderruimten omhoog.
RESTAURATIE EN VERANDERINGEN
|TEN grondige restauratie vond plaats na 1964. De reeds
enkele jaren ni t meer als landbouwbedrijf in gebruik
zijnde hoeve kwam toen in bezit van de heer P. van der Veen
te Middelburg. Voor de restauratie werd de architect L. Beije
te Veere ingeschakeld. Uitwendig werd nu in de eerste plaats
de woning van de cementlaag, welke de muren bedekte, ont
daan en het baksteenmetselwerk in de oorspronkelijke staat
teruggebracht. Alleen al hierdoor wnrdt zo'n huis weer een
uniek voorbeeld van de vroegere bansteenbouw. Er werden
nieuwe jaarankers (1764) aan de voorgevel aangebracht, ter
wijl de stijlloze voordeur werd vervangen door een onder- en
bovendeur.
In de voorgevel werd aan de ene kant van de voordeur een
klein venstertje dichtgemetseld en een nieuw aangebracht aan
die andere zijde. Aan de noordkant werd het raam boven de
kelder vergroot en van luiken voorzien. De oude w.c. aan de
zuidzijde werd gesloopt, terwijl in het dak op de eerste zolder
enkele dakvensters werden gebouwd. Hier werden nu ook
twee slaapkamers getimmerd.
Doorsnede van de schuur met bal!
t>
t
- *■-
|P|
w;
f
ÏÏÏk- - i- v W--r -
Plattegrond van de woning (oude