VI
Artikel 12.
De kringen en afdelingen regelen, met inachtneming van de
statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging, zelf
haar interne inrichting, daaronder begrepen de samenstelling
en bevoegdheid harer besturen, de afvaardiging van de af
delingen naar de kringvergaderingen, de wijze van benoeming
van Hoofdbestuursleden door de kringen en de al dan niet
periodieke bijdragen aan de kring- respectievelijk afdelings-
kassen
Artikel 13.
Inzake alle verzoeken die een kring- of afdelingsbestuur
wenst te richten aan de regering of andere autoriteiten, met
uitzondering van gemeenten, waterschappen en dergelijke
lichamen binnen de grenzen van het werkgebied van haar
kring of afdeling, wordt tevoren overleg gepleegd met het
Dagelijks bestuur. Van ieder verzoek derhalve ook van die,
waaromtrent tevoren geen overleg behoeft te worden gepleegd
zendt het kring- of afdelingsbestuur een afschrift aan het
Dagelijks bestuur
Geldmiddelen.
Artikel 14.
1. Ereleden betalen geen contributie.
2. Gewone leden betalen een, voor alle gewone leden ge
lijke basiscontributie, zomede een omslagcontributie, te heffen
naar evenredigheid van de omvang van hun ondernemingen.
3. Leden van verdienste betalen geen basiscontributie doch
wel omslagcontributie.
4. De contributie voor de buitengewone leden en de jaar
lijkse bijdrage van de begunstigers worden vastgesteld door
het Hoofdbestuur.
5. De algemene ledenvergadering stelt jaarlijks, op voorstel
van het Hoofdbestuur de basiscontributie voor het volgend
verenigingsjaar en de maatstaven, naar welke de omslagcon
tributie voor het volgend verenigingsjaar zal worden geheven,
vast.
Begroting en rekening en verantwoording.
Artikel 15.
1. Het Hoofdbestuur legt ieder jaar vóór een januari van
het jaar waarvoor die begroting zal gelden, de begroting ter
goedkeuring voor aan de algemene ledenvergadering.
2. Het Hoofdbestuur legt binnen een jaar na het verstrijken
van een verenigingsjaar rekening en verantwoording af aan de
algemene ledenvergadering.
Artikel 16.
1. Bij toerbeurt volgens een rooster vast te stellen door het
secretariaat van de vereniging, benoemen telkens drie Kring-
besturen ieder één lid in een commissie van drie personen,
welke tot taak heeft de rekening en verantwoording te contro
leren en daaromtrent schriftelijk verslag uit te brengen aan de
algemene ledenvergadering en aan het Hoofdbestuur.
2. De commissie is bevoegd inzage te nemen van alle boe
ken, bescheiden en correspondentie en zich de kas en de
verdere geldswaarden te doen tonen.
Hoofdbestuur en Dagelijks bestuur.
Artikel 17.
1. Iedere kring benoemt twee Hoofdbestuursleden; voor
elke 250 leden of een gedeelte daarvan boven de 550 leden
heeft een kring het recht nog een Hoofdbestuurslid te be
noemen.
2. De kringen benoemen bij voorkeur haar voorzitter en
andere leden van haar bestuur tot Hoofdbestuurslid respeo-
tievelijk tot plaatsvervanger van één Hoofdbestuurslid.
3. Voor benoeming tot Hoofdbestuurslid casu quo plaats
vervangend Hoofdbestuurslid wordt één bindende voordracht
van 2 personen opgemaakt
De Algemene ledenvergadering benoemt uit deze voordracht
een Hoofdbestuurslid en een plaatsvervanger van een Hoofd
bestuurslid. Het recht om een voordracht ten deze op te maken
komt toe aan:
a. de Tuinbouwcommissie der vereniging ten aanzien van
zes Hoofdbestuursleden;
b. buitengewone leden en groepen van buitengewone léden,
aan wie het Hoofdbestuur het recht heeft verleend om zulk een
voordracht op te stellen, doch zulks ten aanzien van ten hoog
ste zeven Hoofdbestuursleden in totaal;
c. een Plattelands Jongeren Organisatie aan wie het Hoofd
bestuur tot wederopzegging het recht heeft verleend om zulk
een voordracht op te stellen, doch slechts ten aanzien van een
door het Hoofdbestuur vast te stellen aantal van ten hoogste
drie hoofdbestuursleden.
3. In het vorige lid wordt onder Tuinbouwcommissie ver
staan: de commissie die als zodanig door het Dagelijks bestuur
van de vereniging is ingesteld en onder Plattelands Jongeren
Organisatie een vereniging of bond of enig provinciaal geheel
van jongeren binnen de provincies Zeeland en Noord-Brabant
Artikel 18.
Het Hoofdbestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en
voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste vijf andere Hoofd
bestuursleden het wenselijk acht(en) en dit schriftelijk aan het
secretariaat of aan de voorzitter te kennen geven.
Artikel 19.
Het Hoofdbestuur benoemt uit haar leden het Dagelijks be
stuur:
a. uit de door de kringen benoemde Hoofdbestuursleden
één lid per kring;
b. uit de op voordracht van de Tuinbouwcommissie be
noemde Hoofdbestuursleden twee leden;
c. uit de op voordracht van de Plattelands Jongeren Orga
nisaties één lid.
Artikel 20.
Het Dagelijks bestuur vergadert als regel eenmaal per
maand en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste drie
andere leden van het Dagelijks bestuur het wenselijk acht(en)
en dit schriftelijk aan het secretariaat of aan de voorzitter te
kennen geven.
Artikel 21.
1. De leden van het Hoofdbestuur hebben zitting voor de
tijd van vier jaar. Jaarlijks treden zoveel Hoofdbestuursleden
af, dat in vier jaar alle Hoofdbestuursleden zijn afgetreden-
Een plaatsvervanger van een Hoofdbestuurslid treedt af wan
neer het Hoofdbestuurslid als wiens plaatsvervanger hij is
aangewezen volgens rooster aftreedt. Hoofdbestuursleden zijn
terstond éénmaal herkiesbaar.
Ten derde male zijn zij eerst verkiesbaar vier jaar na het
verstrijken van de tweede zittingsperiode; het hiervoor be
paalde is dan wederom van toepassing.
Voor de toepassing van het hiervoor in dit lid bepaalde
wordt de tijd, gedurende welke iemand plaatsvervanger is
geweest, niet in aanmerking genomen, zelfs niet, indien hij uit
hoofde van zijn plaatsvervangerschap een Hoofdbestuurslid is
opgevolgd. Een plaatsvervanger is als zodanig te allen tijde
herkiesbaar. Alles onverminderd het hierna in de leden 5 en 6
van dit artikel bepaalde.
2. Wie tussentijds in de plaats van een ander lid treedt,
volgt het rooster van aftreden van zijn voorganger.
3. Het rooster van aftreden wordt bijgehouden door het
secretariaat van de vereniging.
4. Een lid van het Dagelijks bestuur defungeert als zodanig
doordat hij ophoudt lid van het Hoofdbestuur te zijn.
5. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van zes
jaar. Het tweede lid van dit artikel is ten aanzien van de voor
zitter niet van toepassing.
6. De voorzitter en de vice-voorzitter(s) zijn steeds als zo
danig herkiesbaar. De leden van het Dagelijks bestuur en de
voorzitter van een kringbestuur zijn steeds herkiesbaar als
Hoofdbestuurslid.
7. Een lid van het Hoofdbestuur, onder wie derhalve ook de
voorzitter en de vice-voorzitters, kan niet worden herbenoemd
na het verstrijken van een zittingsperiode, waarin hij de leef-
tyd van zeventig jaar heeft bereikt.