Huishoudelijk Reglement van de Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt Maatschappij tot bevordering van in Zeeland en Noord-Brabant V CONCEPT Lidmaatschap. Artikel 1. 1. Het aanvragen van het lidmaatschap van de Maatschappij tot bevordering van Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt in Zee land en Noord-Brabant hierna te noemen: de vereniging - als gewoon lid of begunstiger geschiedt schriftelijk: a. hetzij bij het bestuur van de afdeling, in welker werk gebied het adspirant-lid zijn woon- of verblijfplaats heeft; ge vestigd is of zijn bedrijf uitoefent; b. hetzij bij het Dagelijks bestuur van de vereniging. 2. Het aanvragen van het- lidmaatschap als buitengewoon lid geschiedt schriftelijk bij het Dagelijks bestuur. 3. Het bestuur, hetwelk de aanvraag ontvangt, beslist over de toelating met inachtneming van de bepalingen van de statuten en van dit reglement. 4. Indien er twijfel bestaat over de afdeling, waartoe een lid zal gaan behoren, beslist het Dagelijks bestuur. Artikel 2. 1. De opzegging door een gewoon lid, een buitengewoon lid of een begunstiger is alleen mogelijk tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggings termijn van tenminste één maand. De opzegging geschiedt per aangetekende brief, tenzij het Dagelijks bestuur in bijzondere gevallen anders bepaalt, aan het secretariaat van de afdeling, waarbij het lid is aangesloten of aan het secretariaat van de vereniging. 2. Ereleden en leden van verdienste kunnen te allen tijde hun lidmaatschap als zodanig beëindigen door een aangete kende brief aan de voorzitter der vereniging. De leden van verdienste blijven verplicht de contributie over het lopende jaar te betalen. 3. Van de opzegging ontvangt een lid binnen een maand een schriftelijke bevestiging, en wel van het secretariaat waar aan hij de opzegging heeft gericht. Artikel 3. Door het verlies van een of meer van de vereisten voor het lidmaatschap vervalt het lidmaatschap niet. Het Hoofdbestuur is in een dergelijk geval bevoegd tot opzegging van het lid maatschap. Zodanige opzegging geschiedt bij aangetekende brief, gericht aan het lid; door de opzegging houdt het lid op lid te zijn. Zodanig lid blijft verplicht de contributie over het lopende jaar te betalen. Artikel 4. Een lid kan van zijn lidmaatschap vervallen worden verklaard door het Hoofdbestuur: a. indien hij, na daartoe bij herhaling te zijn aangemaand, op een mei niet ten volle zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan voorzover deze vóór één maart van hetzelfde jaar opeisbaar waren; b. indien hij, ter beoordeling van het Hoofdbestuur, in ern stige mate handelt in strijd met een bepaling van de statuten of van het huishoudelijk reglement dan wel door zijn woorden of gedragingen de goede naam der vereniging schaadt dan wel indien het Hoofdbestuur om enige andere reden van mening is dat hij het lidmaatschap onwaardig is. Artikel 5. Het Hoofdbestuur zal geen lid van het lidmaatschap ver vallen verklaren zonder dat lid te hebben gehoord, althans behoorlijk te hebben opgeroepen. Van de vervallenverklaring geeft het Hoofdbestuur per aangetekende brief kennis aan het desbetreffend lid. Artikel 6. 1. Een lid kan van de vervallenverklaring van zijn lidmaat schap door het Hoofdbestuur in beroep gaan bij een commissie van beroep, die daartoe door de algemene ledenvergadering wordt benoemd. Het beroep wordt schriftelijk ingediend, onder vermelding van de gronden, waarop het rust. 2. De termijn van beroep loopt gedurende dertig dagen nadat van de vervallenverklaring kennis is gegeven aan het desbetreffende lid. 3. Op de eerstvolgende ledenvergadering nadat van de ver vallenverklaring is kennisgegeven wordt de commissie van beroep benoemd. Nadat de commissie benoemd is doet zij binnen drie maanden uitspraak; het desbetreffende lid wordt gehoord door de commissie althans behoorlijk daartoe opge roepen. Hangende de beslissing blijft het lid geschorst. Artikel 7. Hij die van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard, kan ge durende tenminste vijf jaar nadat de vervallenverklaring onher roepelijk is geworden niet als lid worden toegelaten. Artikel 8. De artikelen 3 tot en met 7 zijn voor begunstigers van over eenkomstige toepassing. Artikel 9. In de gevallen, bedoeld in artikel 4, kunnen de rechten van een gewoon lid, een buitengewoon lid of een begunstiger door het Hoofdbestuur voor een tijdvak van ten hoogste drie maan den geheel of gedeeltelijk worden opgeschort. Afdelingen en Kringen. Artikel 10. 1. De afdelingen verstrekken aan het Hoofdbestuur en aan het Dagelijks bestuur alle gevraagde inlichtingen en werken mede bij het verzamelen van al die gegevens welke het Dage lijks bestuur of het Hoofdbestuur nodig heeft. 2. De besturen van de afdelingen en kringen brengen in de afdelings- respectievelijk kringvergaderingen al die onderwer pen ter sprake, welke het Hoofdbestuur, het Dagelijks bestuur en, voor wat betreft het afdelingsbestuur, het kringbestuur hun verzoekt ter sprake te brengen. 3. Na afloop van een vergadering waarin zodanig onder werp is besproken, brengt het desbetreffende bestuur daarvan verslag uit aan het secretariaat van het bestuur, hetwelk de bespreking van dat onderwerp heeft verzocht. Artikel 11. 1. De kringen en afdelingen verstrekken jaarlijks aan het Dagelijks bestuur de namen en adressen van hun bestuurs leden en voor wat de afdelingsbesturen betreft, tevens de namen, adressen en bedrijfsgegevens van de gewone leden en de leden van verdienste, tot hun afdeling behorende. 2. Leden van het Hoofdbestuur of van het Dagelijks bestuur hebben te allen tijde toegang tot de vergaderingen, bijeenkonv sten of evenementen door of namens een kring of afdeling georganiseerd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 15