11
Afdelingen en kringen.
Artikel 9.
1. De ereleden, leden van verdienste en gewone leden van
de vereniging verenigen zich onder goedkeuring van het
Hoofdbestuur zoveel mogelijk in afdelingen.
2. Een afdeling kan zich constitueren als een vereniging
met rechtspersoonlijkheid of in een andere rechtspersoonlijk
heid bezittende rechtsvorm.
3. Voor het oprichten van een afdeling zijn tenminste tien
leden vereist, tenzij het Hoofdbestuur anders bepaalt. Het
Hoofdbestuur stelt, na overleg met de oprichters, het werk
gebied en de benaming van die afdeling vast.
4. Het Dagelijks bestuur kan toestaan dat een erelid, een
lid van verdienste of een gewoon lid niet tot een afdeling be
hoort. Het Dagelijks bestuur regelt alsdan de verhouding van
het lid tot een kring en de vereniging.
Artikel 10.
Het bestuur van een afdeling wordt gevormd uit de leden,
behorend tot die afdeling, volgens de regelen, door die afde
ling zelf te stellen.
Artikel 11.
1. De afdelingen verenigen zich onder goedkeuring van het
Hoofdbestuur zoveel mogelijk in kringen.
2. Een kring kan zich constitueren als een vereniging met
rechtspersoonlijkheid of in een andere al dan niet rechtsper
soonlijkheid bezittende rechtsvorm.
Voor het oprichten van een kring zijn tenminste drie afdelin
gen vereist, tenzij het Hoofdbestuur anders bepaalt.
Het Hoofdbestuur stelt na overleg met de besturen van de
afdelingen die de kring gaan vormen, het werkgebied en de
benaming van die kring vast.
Artikel 12.
Het bestuur van een kring wordt gevormd door afgevaardig
den van de tot de kring behorende afdelingen, volgens de
regelen, door die kring zelf te stellen.
Artikel 13.
Een afdeling of een kring, welke geen rechtspersoonlijkheid
bezit, kan door het Hoofdbestuur opgeheven worden hetzij
omdat zij minder dan tien leden respectievelijk drie afdelingen
is komen te tellen, hetzij om een andere reden. Ten aanzien
van een rechtspersoonlijkheid bezittende afdeling of kring kan
het Hoofdbestuur voor een zodanig geval bepalen, dat zij voor
de toepassing van de statuten en reglementen van de vereni
ging niet meer als afdeling of kring geldt.
Artikel 14.
De afdelingen en kringen stellen statuten en/of reglementen
samen, welke niet in strijd mogen zijn met de statuten en het
huishoudelijk reglement van de vereniging.
De statuten en reglementen van de afdelingen en de kringen
en de wijzigingen daarin behoeven de voorafgaande goed
keuring van het Hoofdbestuur van de vereniging.
Artikel 15.
1. Leden, die niet tot een afdeling behoren, daaronder be
grepen buitengewone leden, kunnen, na daartoe verkregen
toestemming van het Hoofdbestuur, zich in een groep ver
enigen of kunnen door het Hoofdbestuur tot een groep ver
enigd worden. Een lid kan het Hoofdbestuur verzoeken tot een
reeds bestaande groep toe te mogen treden.
2. Het hoofdbestuur kan bij uitzondering en op zijn/haar
verzoek aan een lid of aan eèn groep leden het recht verlenen:
a. een voordracht op te maken voor de benoeming van een
lid van het Hoofdbestuur; leden en groepen van leden kunnen
ien hoogste voor de benoeming van zeven hoofdbestuurs
leden een voordracht opmaken;
b. stem uit te brengen in de algemene ledenvergadering;
het Hoofdbestuur bepaalt onder goedkeuring van de algemene
iedenvergadering daarbij tevens het aantal stemmen dat door
het lid of de groep van leden kan worden uitgebracht.
3. Het Hoofdbestuur heeft in hoogste instantie de bevoegd
heid te allen tijde de in het vorig lid genoemde rechten in te
trekken, wanneer naar het oordeel van het Hoofdbestuur het
belang van de vereniging dit met zich brengt. Wordt een recht,
als bedoeld in het vorig lid sub a ingetrokken, dan houdt het
desbetreffende bestuurslid daardoor onmiddellijk op deel van
het bestuur uit te maken.
Inkomsten.
Artikel 16.
De inkomsten der vereniging bestaan uit:
a. contributies, waaronder begrepen begunstigersbijdragen;
b. interest van vermogen;
c. subsidies en legaten;
d. andere baten.
Bestuur.
Artikel 17.
De vereniging kent een Hoofdbestuur en een Dagelijks be
stuur. Leden van het Hoofdbestuur en Dagelijks bestuur moe
ten persoonlijk lid van de vereniging zijn of, indien zij niet uit
de leden van de vereniging zijn benoemd, persoonlijk lid
worden.
Artikel 18.
1Het Hoofdbestuur bestaat uit een voorzitter, tevens voor
zitter der vereniging, een of meer vice-voorzitters tevens vice-
voorzitter(s) der vereniging, en andere leden.
2. Iedere kring benoemt twee Hoofdbestuursleden; voor een
bij huishoudelijk reglement te bepalen aantal leden of een
gedeelte daarvan boven een eveneens bij huishoudelijk regle
ment te bepalen aantal leden heeft een kring het recht nog een
Hoofdbestuurslid te benoemen.
3. De algemene ledenvergadering benoemt uitsluitend op
voordracht maximaal zestien Hoofdbestuursleden.
4. Bij huishoudelijk reglement wordt bepaald, welke de ver
eisten zijn waaraan de leden moeten voldoen om tot lid van
het Hoofdbestuur verkiesbaar te zijn, wie gerechtigd zijn een
voordracht, als bedoeld in lid 3 van dit artikel, op te maken en
hoe een zodanige voordracht moet worden opgemaakt en
voorts nadere regelen omtrent de wijze van verkiezing en
defungeren van Hoofdbestuursleden gesteld.
Artikel 19.
1. Het Dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter en een
of meer vice-voorzitters en andere leden. De voorzitter en de
vice-voorzitter(s) van het Hoofdbestuur zijn tevens voorzitter
respectievelijk vice-voorzitter(s) van het Dagelijks bestuur.
De andere leden worden benoemd door- en uit het Hoofd
bestuur.
2. Het aantal leden, daaronder niet begrepen de voorzitter
en de vice-voorzitter(s), van het Dagelijks bestuur bedraagt
zoveel leden als er kringen zijn, vermeerderd met ten hoogste
drie.
3. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regelen om
trent de wijze van verkiezing en defungeren van de leden van
het Dagelijks bestuur gesteld.
Artikel 20.
1. De voorzitter wordt benoemd door het Hoofdbestuur uit
kandidaten, welke door het Dagelijks bestuur en de kring-
besturen zijn voorgesteld, met dien verstande dat zowel het
Dagelijks bestuur als ieder kringbestuur slechts een kandidaat
kan stellen.
2. De vice-voorzitter(s) wordt/worden op voordracht van
het Dagelijks bestuur benoemd door het Hoofdbestuur; het
Dagelijks bestuur bepaalt tevens hun aantal.
3. De voorzitter en de vice-voorzitter(s) behoeven niet te
behoren tot de Hoofdbestuursleden, benoemd met toepassino
van het tweede en derde lid van artikel 18.
Artikel 21.
Het Hoofdbestuur benoemt voor zich een of meer bezoldigde
secretarissen, en een of meer bezoldigde penningmeesters,
die tevens secretaris respectievelijk penningmeester zijn van
het Dagelijks bestuur en van de vereniging.
De bezoldigde secretarissen en penningmeesters kunnen
geen lid van het Hoofdbestuur zijn noch lid van enig ander
bestuur binnen de vereniging. Een secretaris kan tevens pen
ningmeester zijn.
Artikel 22.
1. Het HoofdEestuur staat de kringen en afdefmgen bij In
hun werken en streven door voorlichting en hulp.
2. Het huishoudelijk reglement kan geen bepalingen bevat
ten in strijd met deze statuten.