Statuten van de Maatschappij tot bevordering van Landbouw, Tuinbouw
en Veeteelt in Zeeland en Noord-Brabant
I
CONCEPT
Naam en plaats van vestiging.
Artikel 1.
De vereniging draagt de naam: „Maatschappij tot bevordering
van Landbouw, Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland en Noord-
Brabant", bij verkorting Z.L.M. genaamd, hierna .te noemenr.
de vereniging. De vereniging is voortgekomen uit de Zeeuwse
Landbouw Maatschappij en de Noordbrabantse Maatschappij
van Landbouw.
Zij is gevestigd te Goes.
Duur der vereniging. Verenigingsjaar.
Artikel 2.
1. De vereniging, oorspronkelijk opgericht in het jaar acht
tienhonderddrieënveertig met de naam „Maatschappij tot be
vordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland", bij
verkorting Zeeuwse Landbouw Maatschappij genaamd, is in
haar huidige constitutie opnieuw aangegaan voor een tijd van
negenentwintig jaar en elf maanden, te rekenen van negentien
honderdachtenzestig af.
2. Het verenigingsjaar is het kalenderjaar.
Doel, grondslag en middelen. Definitie.
Artikel 3.
1. De vereniging heeft ten doel:
a. de behartiging van de belangen van de landbouw, tuin
bouw en veeteelt in het algemeen en die in de provincie Zee
land en Noord-Brabant in het bijzonder, benevens van de
algemene economische, sociale en culturele belangen van hen,
die daarin of in enig ten dienste daarvan staand of verwant
bedrijf werkzaam zijn;
b. de verhoging van het welzijn en de welvaart in de agrari
sche sector en de algemene bevordering van de belangen van
het platteland, alles in de meest uitgebreide zin.
2. Wanneer in de volgende artikelen over landbouw wordt
gesproken, worden daaronder mede verstaan tuinbouw en vee
teelt.
Artikel 4.
De vereniging streeft de in artikel 3 omschreven doeleinden
na op grondslag van de aanvaarding van de beginselen van
het Christendom, onafhankelijk van enige godsdienstige of
staatkundige groepering, met alle daartoe geschikte en geoor
loofde middelen, onder meer door:
a. het verlenen van diensten aan de leden en het geven van
voorlichting en bijstand;
b. het voorstaan van de belangen van de boeren- en tuin
dersstand bij de overheid en bij daarvoor in aanmerking
komende instellingen en personen;
c. het bevorderen van samenwerking tussen de leden onder
ling, alsmede van de coöperatieve samenwerking in het alge
meen;
d. het bevorderen van het onderwijs ten plattelande;
e. het bevorderen van de oprichting en het steunen van
organisaties van plattelandsvrouwen of plattelandsjongeren;
f. het houden van vergaderingen en voordrachten;
g. het vormen van tijdelijke of permanente commissies en
instellingen met bijzondere opdrachten;
h. het uitgeven van geschriften en van een landbouwblad,
en het bevorderen van publiciteit in de ruimste zin van het
woord;
i. het samenwerken met andere organisaties, zowel bifTnen
als buiten haar werkgebied;
j. het bevorderen van proeven, tentoonstellingen en demon
straties op landbouwkundig gebied, met dien verstande, dat
demonstraties en tentoonstellingen niet op zondagen voor het
publiek opengesteld worden;
k. het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Lidmaatschap.
Artikel 5.
De vereniging bestaat uit ereleden, leden van verdienste,
gewone leden, buitengewone leden en begunstigers.
Artikel 6.
1. Ereleden zijn natuurlijke personen, die op grond van hun
bijzondere verdiensten voor de vereniging of voor de land
bouw in het algemeen op voordracht van het Dagelijks bestuur
door het Hoofdbestuur als zodanig zijn benoemd.
2. Het Hoofdbestuur kan een ere-voorzitter benoemen. Het
Hoofdbestuur regelt tevens de bevoegdheden van de ere
voorzitter.
3. Leden van verdienste zijn natuurlijke personen, rechts
personen of niet-rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen
of instellingen, die op grond van hun vijftigjarig lidmaatschap
van de vereniging door het Hoofdbestuur als zodanig zijn
benoemd.
Voor deze vijftig jaren telt voor het betrokken lid mede de
periode, gedurende welke hij/zij lid was van de Zeeuwse Land
bouw Maatschappij of de Noordbrabantse Maatschappij van
Landbouw.
4. Gewone leden zijn natuurlijke personen, rechtspersonen
of niet-rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen of instel
lingen, die betrokken zijn of zijn geweest bij de landbouw en
die hetzij na zich daartoe bij het Dagelijks bestuur te hebben
aangemeld door het Dagelijks bestuur als zodanig zijn toe
gelaten, hetzij na zich daartoe bij een afdelingsbestuur te
hebben aangemeld door dat afdelingsbestuur als lid van die
afdeling zijn toegelaten.
5. Buitengewone leden zijn rechtspersonen of niet-rechts
persoonlijkheid bezittende verenigingen of instellingen, die
werkzaam zijn op landbouwgebied of die blijk geven van bij
zondere belangstelling voor de landbouw en die na zich daar
toe bij het Dagelijks bestuur te hebben aangemeld door het
Dagelijks bestuur als zodanig zijn toegelaten.
6. Begunstigers zijn natuurlijke personen, rechtspersonen
of niet-rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen of instel
lingen, die de vereniging steunen met tenminste een door de
algemene ledenvergadering vast te stellen jaarlijks bedrag en
die hetzij na zich daartoe bij het Dagelijks bestuur te hebben
aangemeld door het Dagelijks bestuur als zodanig zijn toe
gelaten, hetzij na zich daartoe bij een afdelingsbestuur te
hebben aangemeld door dat afdelingsbestuur als begunstiger
van die afdeling zijn toegelaten.
Waar in deze statuten wordt gesproken van lid, wordt daar
onder niet begrepen een begunstiger, tenzij uitdrukkelijk
anders wordt bepaald.
Artikel 7.
Ereleden, leden van verdienste, gewone leden, buitenge
wone leden en begunstigers hebben het recht gebruik te
maken van de diensten der vereniging, voor wat begunstigers
betreft voorzover dit recht niet door het Dagelijks bestuur aan
hen is ontzegd.
Artikel 8.
1. Het lidmaatschap van ereleden, leden van verdienste,
gewone leden, buitengewone leden en begunstigers eindigt
door:
a.
b.
c.
d.
opzegging door het lid casu quo begunstiger;
opzegging door de vereniging;
vervallenverklaring door het Hoofdbestuur;
overlijden;
e. voorzover betreft een rechtspersoon of een niet-
rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of instelling
ontbinding, een en ander met inachtneming van de regelen,
nader vast te stellen bij huishoudelijk reglement.
2. In bijzondere gevallen, bij huishoudelijk reglement te
regelen, kunnen de rechten, welke aan leden van verdienste,
gewone leden, buitengewone leden of begunstigers toekomen,
door het Hoofdbestuur voor een periode van ten hoogste drie
maanden geheel of gedeeltelijk worden opgeschort. Het boven
staande laat onverlet hetgeen elders in deze statuten over het
intrekken van speciale rechten is bepaald.
3. Indien een lid defungeert is hij met ingang van de datum
waarop zijn lidmaatschap eindigt ontslagen uit alle functies,
die hij binnen de vereniging of namens de vereniging daar
buiten bekleedde.