r
GEMIDDELDE ZEGT NIET ALLES!
VRIJDAG 25 OKTOBER 1965
56e Jaargang No. 2953
orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbonw en Veeteelt in Zeeland
-\
B'
Woensdag 30 oktober bestaat de R.M.L.T.S. te Goes 75 jaar. Reden om hieraan in dit nummer op pagina 8, 9 en 11 ruime
aandacht te besteden. Schpolkeuze is voor alle jongeren in de land- en tuinbouw een belangrijke maar ook vaak een moeilijke
beslissing. Veelal moet op vrij jeugdige leeftijd voor een bepaalde richting gekozen worden. Daarnaast zijn de mogelijk
heden voor studie- en beroepskeuze, vergeleken bij vroeger, enorm uitgebreid. Goed onderwijs en goede vorming is voor de
toekomstige ondernemer in land- en tuinbouw een bijzonder belangrijke zaak. De R.M.L.T.S. in Goes heeft zich in de loop
van deze 75 jaren steeds aangepast aan de ontwikkelingen, en is een school gebleken waar levende, werkende, denkende
jonge mensen, allemaal van verschillend karakter, op de goede manier zijn gevormd! Nu reeds onze gelukwensen bij dit
75-jarig jubileum!
-J
{IJ het doorlezen van de landbouwbegroting
moest ik aan het volgende denken:
Een tiental kinderen waren een spelletje aan het
spelen. Ze knikkerden. De aantallen die de kinde
ren mee van huis hadden gekregen varieerden van
100 tot 10. Samen hadden ze er 500 dus een ge
middelde van 50. Eén van de wat oudere jongens
had dit voor hen uitgerekend. Jantje, een jongetje
die pas naar de grote school ging en dit alles nog
niet zo goed kon bevatten ging naar zijn moeder
en zei: Jk heb maar 10 knikkers en ze zeggen
dat we er ieder gemiddeld 50 hebben. Hoe kan
dat nu toch?" En nogmaals liet hij de 10 knikkers
door zijn knuistjes glijden! Hij besefte toen nog
niet dat de „vuistregel" van de gemiddelden wei
nig zegt.
JANTJE was jan geworden! Hij had zijn
M.U.L.O.-diploma gehaald, was als no. 4 ge
ëindigd op de Middelbare Landbouw Schooi en had
zijn militaire dienstplicht vervuld. Hij was inmid
dels 28 jaar geworden en getrouwd. Zijn vader
had al eens gezegd: „Jan, we moeten eens over
bedrijfsoverdracht gaan denken!"
Toen dan ook de Landbouwbegroting 1969 uit
kwam bestelde hij die en het eerste waar zijn be
langstelling naar uitging was de paragraaf over de
financieringsvraagstukken in de land- en tuinbouw.
Daarin las hij, dat het gemiddelde percentage eigen
vermogen ir de landbouw 80 was, dat het ge
middelde kindertal in de landbouw 3,4 is en dat
gemiddeld 90 van de boerenzoons trouwt met
een gemiddelde boerendochter, wier vader even
eens een gemiddeld eigen vermogen van 80
heeft.
Indien hij zelf boer zou worden zou hij dus een
eigen vermogen hebben van 45 Dit leek niet
gek. Wat had men dat prachtig berekend! Alleen
jammer dat hier de vuistregel van de gemiddelden
weer was toegepast!
Hij keek naar zijn vrouw, geen boerendochter,
die zat te lezen in het boek van Wil den Hollander
„Mijn vallei in Frankrijk". Een prachtig boek over
het dagelijks leven van een boerin die naar Frank
rijk was geëmigreerd om een bestaan op te bou
wen in dat land. Hij ging voor zichzelf eens na hoe
nu zijn positie was. En in de tussentijd liet hij zijn
gedachten dwalen over de boerenzoons in zijn om
geving om te zien of het daar nu zoveel anders
lag.
WADER had hem pas nog verteld dat er op de
30 ha eigendom die hij bezat nog een hypo
theek stond van-ƒ 100.000. Hoe het met het eigen
vermogen van zijn schoonvader was gesteld, had
hij nooit gevraagd. Hij had er dan ook meer naar
gekeken of ze bij elkaar pasten. In 't kort gezegd,
hij had haar niet om 't geld getrouwd, maar om
dat ze van elkaar hielden!
Hy had nog één zuster en één broer; Bij zijn
vrouw thuis waren er nog twee broers en één zus
ter. Nog even dacht hij erover zijn schoonvader op
te bellen en hem te vragen hoeveel eigen vermo
gen die nu eigenlijk wel had. Maar dat was toch
eigenlijk wel te brutaal. Dan maar een rekening
opzetten, met de gegevens waarover hij beschikte!
P)E bedrijfseconomische boekhouding van zijn
vader leerde hem dat er een bedrijfsecono
mische winct was over de laatste 5 jaar van:
1963 ƒ150,— per ha
1964 „700,per ha
1965 750— per ha
1966 „350,per ha
1967 „300,per ha
Dus een gemiddelde van ƒ450,over de laat
ste 5 jaar.
De overnameprijs zag er als volgt uit:
30 ha grond a ƒ8.000,per ha ƒ240.000,
bedrijfsgebouwen 40.000,
totaal
280.000,—
Verder had hij nodig voor de inventaris 30.000,-
Benodigd bedrijfskapitaal 25.000,-
totaal 55.000,
Zelf had Jan een kapitaaltje van 25.000,bij-
eengespaard. (Zie verder pagina 3.)