DE OLVEH VAN 1879
Het onderwerken
van
grasgroenbemesters
Produktiekosten
van bloembollen
KORTE WENKEN
LEVENSVERZEKERING
WINSTDELING ZONDER EXTRA PREMIE
6
J. T. ANDRINGA,
en
P. VERHAGE
R.L.V.D. - Goes
Aan het onderwerken van winterharde gras
groenbemesters worden hoge eisen gesteld. Nauw
keurig werken is nodig om de zo gevreesde hergroei
te voorkomen en ook om een maximaal effekt van
de groenbemesting te verkrijgen. Voor dit laatste
geldt dat het gras over het algemeen ondiep moet
worden ondergebracht. De meest gewenste ploeg-
diepte wordt door verschillende faktoren bepaald,
doch zal bij voorkeur niet groter zijn dan circa 20
cm. Om hergroei te voorkomen zijn in principe twee
mogelijkheden aanwezig, n.I.:
het werken met een voor dat doel geschikte
ploeg;
doodspuiten, gevolgd door ploegen.
DE PLOEG
Voor een goed resultaat is een goede ploeg nodig.
Beschikt men niet over een ploeg waarmee met
sukses gras ondergeploegd kan worden, dan ver
dient het aanbeveling om het gras vooraf dood te
spuiten. Vooral voor goed ontwikkelde gewassen
zijn ruim gebouwde ploegen nodig. Deze ruimte is
nodig om verstoppingen te voorkomen en voor vol
doende plaatsingsmogelijkheden van voorscharen
en schijven. Een lang, iets schroefvormig rister ver
dient voor dit werk de voorkeur. Er zijn thans
verschillende ploegen met deze ristertypen op de
markt. Vooral voor gras geldt dat de ploegsneden
goed gekeerd moeten wordendus voldoende ge
draaid en overgedrukt. Met lange risters lukt dit
uiteraard beter dan met korte.
De voorscharen zijn sterk bepalend voor de kwa
liteit van het geleverde werk. Daarbij gaat het
vooral om de stand, de vorm en de plaats van
bevestiging. De werkbreedte zal minstens 10 cm
moeten bedragen; de diepte blijft bij voorkeur be
perkt tot enkele centimeters. Met de voorschaar
wordt op de meest kritieke plaats van de aanslui
ting van de ploegsneden een strook grond afgesne
den. Is de werkbreedte smaller dan ca. 10 cm dan
zal op de plaats van de aansluiting spoedig her
groei kunnen ontstaan. De afgesneden strook gras
zal bij voorkeur onder in de voor moeten kunnen
rollen. Daartoe is nodig dat een "goed gevormde
voorschaar voldoende ver naar voren geplaatst kan
worden. Als richtlijn daarvoor geldt de punt van
de voorschaar ongeveer recht boven de schaarpunt
moet staan. Een te diep en te breed werkende
voorschaar levert een groot bezwaar op. Daarmee
wordt n.I. teveel grond in de voor gebracht zodat
een goede kering van de daarop volgende ploeg-
snede niet meer mogelijk is. Het gevolg is dan een
minder goede of slechte aansluiting.
PROBLEMEN BIJ OUDERE PLOEGEN
Enerzijds kunnen we konstateren dat er thans
diverse ploegen op de markt en ook reeds in
gebruik zijn waarmee voortreffelijke resultaten
kunnen worden bereikt. Anderzijds zijn er nog tal
rijke oudere ploegen in gebruik die hoewel min
der geschikt, toch ook voor het grasploegen wor
den gebruikt. Enkele hulpmiddelen die hierbij toe
gepast kunnen worden, zijn het platrijden, slepen,
rollen of maaien van het gras. Dit kan inderdaad
een bijdrage leveren om verstoppingen van de
ploeg te voorkomen. Meestal laten echter de plaats,
de werkbreedte en de stand van de voorscharen
te wensen over. Voorts kan met de (te) korte ris
ters dikwijls een onvoldoende kering en aanslui
ting worden bereikt. Dit geheel leidt er toe dat
men in het daaropvolgende voorjaar toch weer her
groei van het gras kan verwachten. Als men onder
soortgelijke omstandigheden moet werken kan het
vooraf doodspuiten wel perspektieven bieden.
HET DOODSPUITEN vóór HET ONDERPLOEGEN
Degene die er vanuit gaat dat een grasgroenbe-
mester ondiep moet worden ondergebracht en tege
lijk bij voorbaat weet dat hij geen kans ziet zo te
ploegen dat uitloop voorkomen wordt, kan aange
raden worden eerst dood te spuiten. Met Gramo-
xone is dat goed mogelijk.
Reeds werden in vorige jaren in de praktijk uit
stekende resultaten bereikt met ongeveer een week
voor het ploegen Gramoxone te spuiten. Ook al
was op het moment van ploegen het gras nog lang
niet afgestorven, bleek de (door)werking van het
middel toch van dien aard dat er in het voorjaar
geen uitloop meer plaats vond. Dit was onder ande
ren duidelijk te zien op het vooreind waar bij in
zetten en keren, tijdens het ploegen nog gras on
bedekt bleef.
Bedrijfszeker is deze toepassing dus alleszins.
Of de hoge kosten minstens 3 liter a 29,
dat is 87,per ha verantwoord zijn, hangt ver
der geheel van de plaatselijke situatie af. Bij het
vakkundig gebruik van een voor dit werk geschik
te ploeg is spuiten overbodig, ook bij vrij ondiep
onderbrengen van het gras. Waar men (om welke
redenen dan ook) hier niet toe in staat is, ver
dient ons inziens een bespuiting met Gramoxone
in het najaar voor het ploegen de voorkeur boven
die in het voorjaar enkele dagen voor de grond
bewerking. Verder kan nog gewezen worden op de
mogelijkheid alleen de vooreinden te behandelen
aangezien men daar bijna altijd de meeste moei
lijkheden ondervindt met hergroei.
De produktiekosten van bloembollen zijn gedu
rende de laatste jaren verder toegenomen, vooral
als gevolg van de stijging van de rentevoet als
mede van de arbeidskosten. Van bedrijf tot be
drijf kunnen de produktiekosten echter sterk uit
eenlopen, als gevolg van verschillen in teeltplan,
arbeidsbezetting, bedrijfsuitrusting, enz.
Het L.E.I. te Den Haag heeft nu een rapport
gepubliceerd waarin een berekening wordt ge
geven van de produktiekosten van de hoofdsoor
ten bloembollen op een gespecialiseerd tweemans-
bedrijf in de Zuidelijke bloembollenstreek. Daarbij
zijn twee bedrijfstypen onderscheiden, het ene met
zowel tulpen, narcissen en hyacinten, het tweede
met alleen tulpen en narcissen. Uit de verkregen
cijfers is gebleken dat het niveau van de produk
tiekosten op deze bedrijfstypen ongeveer gelijk
ligt, n.I. op 45,per RR2 voor tulpen, 34,per
RR- voor narcissen en 52,per RR2 voor hya
cinten (700 RR2 1 ha). In deze bedragen zijn
alle kosten dus rente, afschrijving, arbeid, mate
riaal en afleveringskosten verwerkt.
Overigens worden deze uitkomsten voor een deel
bepaald door de gekozen uitgangspunten, die in
de publikaties uitvoerig worden verantwoord. Het
cijfermateriaal is echter zodanig gespecificeerd,
dat het niveau van de produktiekosten ook bij
andere uitgangspunten kan worden bepaald. De
publikatie is daardoor in feite een handleiding
met behulp waarvan voor uiteenlopende omstan
digheden een berekening van de produktiekosten
mogelijk wordt.
a) (Publikatie no. 4.6, 4,te bestellen door
overmaking op giro 41.22.35)
DE UIEN HEBBEN DIT JAAR tijdens de
„droog"periode op het veld bijzonder veel regen
gehad. Daardoor zijn de buitenste droge vliezen
sterk verweerd. De kans op kale uien is hierdooi'
veel groter dan normaal. Snel drogen na inschuren
blijft ook nu belangrijk. Gezien de hoedanigheid
van het produkt mag de ingeblazen lucht beslist
geen hogere temperatuur hebben dan 20' C.
ZODRA HET MOGELIJK IS moet na het rooien
van aardappelen en bieten het land geploegd wor
den. Als u hiermede wacht komen er na veel regen
plassen op. het land. De rijplaat laat het ivater zó
slecht door, dat er anders kans is dat u het land
machinaal moet laten spitten om het behoorlijk om
te krijgen.
HEBT U EEN CURSUS elektrisch lassen gevolgd
en gaat u nu een lasapparaat aanschaffen? Koop
dan een trafo waarmee u ook 4 mm elektroden
kunt lassen gedurende minstens een half uur. Bij
aankoop van een apparaat moet u eerst nagaan of
de kabel en de leidingen voldoende capaciteit heb
ben.
HET INKUILEN VAN SNIJMAIS heeft alleen
dan een goed resultaat als de maaikneuzer het ge
was goed fijn kneust. Te grof gekneusde mais is
zeer broeigevoelig door de grote holten die in de
kuil voorkomen. Laat dit goede voer, door goed kui
len en bewaren, volledig tot haar recht komen.
OP SOMMIGE BEDRIJVEN is nog arbeid over
en deze kan rendabel worden aangewend door een
intensiever bedrijfsplan. Dit kan ook door het af
stoten van loonwerk en gezamenlijke exploitatie
van werktuigen. De noodzaak om tot een hoger in
komen te komen zal op het ene bedrijf zijn ver
hoging van de opbrengsten en op het andere be
sparing op kosten.
MECHANISATIE, vruchtwisseling en groenbe
mesting zijn belangrijke zaken en hebben de laat
ste jaren de aandacht soms afgeleid van de kalk-
toestand van de grond. Het gevolg is, dat nu op
veel kleigronden deze kalktoestand te wensen over
laat. Laat uw grond bemonsteren, eventueel door
middel van de pH sneldienst, en breng de kalk op
het goede peil.
SOMMIGEN HEBBEN HET ALTIJD DRUK. Ook
op de boerderij zien we dat meerdere personen,
bijv. boer, vrouw en zoon, lange dagen maken om
het werk aan koeien en varkens rond te krijgen.
Barst het vee dan weer uit de stallen dan wordt er
weer een hokje voor pinken of varkens bijgebouwd.
Op deze wijze gaat de vicieuze cirkel van lange
dagen maken steeds door.
ALS HET AANTAL STUKS RUNDVEE en var
kens weer tot uitbreiding van de bedrijfsruimte
noopt, moet u proberen op langere termijn te zien.
Bijv. hoe u het over 5 of 10 jaren hebben wilt. Dit
behoedt u voor stallen die later niet in het plan
passen. Alleen bij een doelmatige bedrijfsopzet is
het mogelijk de beschikbare uren efficiënt aan te
wenden.
ALGEMENE VERGADERING KONINKLIJK
NEDERLANDS LANDBOUW-COMITé
De Algemene Vergadering van het K.N.L.C.
vindt dit jaar plaats op maandag 4 november
1968 om half twee des middags in het Neder
lands Congresgebouw (Sweelinckzaal), Chur-
chillplein 10 (hoofdingang), te 's-Gravenhage.
Na de openingsrede door de voorzitter van
het K.N.L.C., de heer ir. C. S. Knottnerus, zal
de uitreiking plaats vinden van de Landbouw-
Comité-prijs.
Z. E. de Minister van Financiën, de heer
prof. dr. H. J. Witteveen, zal daarna spreken
over „Het economisch klimaat voor de kleine
ondernemer".
Op deze inleiding zal een gedachtenwisse-
ling volgen.
Gaarne verwachten wij u op deze bijeen
komst.