Concurrentie moet er zijn.I Sociale verzekeringen en E.E.G. concurrentievervalsing Deze week. s BUITENGEWOON OOGSTVERLOF Zoals de vorige week reeds door de radio nieuwsdienst en in de dagbladpers is bekend ge maakt heeft in verband met de weersomstandig heden van de afgelopen weken de minister van De fensie bepaald, dat aan in militaire dienst zijnde boerenzoons en landarbeiders, zonen van loonwer kers, arbeiders in loonwerkbedrijven en in land bouwwerktuigencoöperaties, desgevraagd onver wijld buitengewoon verlof, buiten bezwaar van 's rijks schatkist wordt verleend voor het verrich ten van oogstwerkzaamheden. Dit indien de weers omstandigheden dit toelaten. De bijzonderheden omtrent dit oogstverlof zijn dat het wordt verleend voor een al dan niet aaneengesloten periode van ten hoogste dertig werkdagen. Ingeval het krach tens de bestaande oogstverlofregeling toekomen de verlof in de afgelopen maanden nog niet ge heel werd opgenomen, komt het te verlenen verlof in mindering op het in die regeling genoemde maxi mum aantal dagen. Alvorens het verlof te verlenen, verifieert de commandant telefonisch bij het desbetreffende hoofd gewestelijk kantoor sociale dienst (HGK) of bij de burgemeester, of op het bedrijf waarvoor verlof wordt gevraagd, de oogstwerkzaamheden nog moeten aanvangen dan wel nog niet zijn vol tooid. Het verlof wordt niet verleend aan dienstplich tigen die: a) nog geen vier maanden werkelijke dienst voor eerste oefening hebben vervuld; b) in het buitenland zijn geplaatst; c) voor herhalingsoefeningen in dienst zijn inge val naar het oordeel van de commandant het verlenen van buitengewoon verlof de gang van zaken bij het onderdeel op onaanvaardbare wijze zou verstoren. De getroffen voorziening is van kracht tot 1 december 1968. BESPREKING MINISTER VAN LANDBOUW EN LANDBOUWSCHAP Het standpunt van het Landbouwschap, dat de kernproblemen van de landbouw géén landbouw zaak alleen zijn, heeft instemming gevonden bij de minister van Landbouw en Visserij. Tijdens de maandelijkse bespreking tussen de bewindsman en een delegatie van het Landbouwschap formuleer de minister Lardinois het zelf zo: de landbouwpro blemen kunnen niet alleen met landbouwmiddelen worden opgelost. Hij zegde toe deze opvatting ook bij de besprekingen in de Raad van de E. E. G. naar voren te zullen brengen. Het Landbouwschap overhandigde de minister een nota, waarin het standpunt van het bestuur in zake het E. E. G.-landbouwbeleid nader wordt ge concretiseerd. In deze nota wordt onder meer ge wezen op de noodzaak van regionale industriali satie om de struktuurverbetering van de landbouw te kunnen voortzetten. Het Landbouwschap herhaalde zijn opvatting, dat produktiecontingentering per lid-staat voor de Ne derlandse landbouw ondanks het precedent van de suikerregeling niet aanvaardbaar is. De mi nister zei het hiermee eens te zijn. Het Landbouwschap drong aan op verdisconte ring van de kostenstijgingen in de prijzen. Hoewel de Nederlandse landbouw geen belang heeft bij hoog opgeschroefde prijzen, omdat daardoor ef- ders produkties in stand worden gehouden die de afzet en prijsvorming bemoeilijken, geeft de voort durende kostenstijging nu toch aanleiding om voor sommige produkten de prijzen te verhogen. Dit vloeit volgens het Landbouwschap rechtstreeks voort uit de opvatting dat struktuur- en subsidie beleid geen vervanging van het markt- en prijs beleid kunnen betekenen. De minister antwoordde hierop nog niet diep te willen ingaan op het prijs beleid, met het oog op de komende besprekingen in Brussel. Hij liet echter uitkomen dat de zeer grote overschotten van de basisprodukten melk, suiker en tarwe prijsverhoging van deze produk ten moeilijk aanvaardbaar maken. De bewindsman wees in dit verband ook op de consequenties voor d j consumptieprijs van het invoeren van de belas ting over de toegevoegde waarde (BTW). Het Landbouwschap verklaarde zich bereid tijde lijke prijsverlaging van koelhuisboter te aanvaar den teneinde zo spoedig mogelijk de voorraad te ruimen. De minister en het Landbouwschap waren het er over eens, dat voor de E. E. G. als geheel prijsverlaging van boter bijzonder grote bedragen zou vergen. De bewindsman herhaalde meer moge lijkheden te zien in de afzet van boterconcentraat dan tot nu toe werden gerealiseerd. De minister zegde toe, zodra de besprekingen in Brussel daartoe aanleiding geven direct nader overleg met het Landbouwschap te zullen plegen, eventueel al voor de eerstvolgende maandelijkse bespreking. (Vervolg van pagina 1.) Het lijkt een conclusie die een open deur intrapt. Het is evenwel de vraag of we de konsekwentie van deze conclusie altijd wel (willen) zien. Het gaat bij deze materie niet alleen maar om reorganisatie plannen die miljoenen besparen die zijn er ook, zoals onlangs in het noorden van het land weer bleek maar naar mijn mening vooral ook over de vraag of men als aanbieder van een produkt nog zal zien staan. Het gehakketak in een streek over hier een enkele cent meer dan daar, de trots over wat la gere kosten in het ene bedrijf in vergelijking met het andere elders in de provincie, heeft zijn functie gehad. De ongerustheid over de in onze verhoudingen grote instellingen en lichamen op commercieel ge bied hoeft zich niet te richten op de concurrentie want de concurrentie zal niet alleen blijven, maar feller en harder zijn dan ooit. De ongerustheid moet zich dan ook toespitsen op de vraag of wij voor dit soort concurrentie klaar zijn! WEERSOMSTANDIGHEDEN BELEMMERDEN OOGST De voorzitter van het Landbouwschap, de heer ir. C. S. Knottnerus, heeft in zijn ope ningswoord van de openbare vergadering van het Landbouwschap op 2 oktober j.ï. met ongerustheid gewag gemaakt van het uit zonderlijk slechte weer van de laatste weken. Door de overvloedige en aanhoudende regn- val is de oogst en verwerking van suiker bieten gestagneerd en de aardappelen die nog niet zijn geoogst worden door rot en ziekte aangetast. Dit zal ongetwijfeld van invloed zijn op de aardappelsituatie. De ter- mijnmarkt vertoont reeds neiging tot enig herstel van de prijs, die op een zeer laag en verliesgevend peil was ingezet. Zodra de weersomstandigheden het toelaten zullen alle krachten ingespannen moeten worden om de oogst te redden. Het lijkt noodzakelijk, aldus de heer Knottnerus, dat bijzonder verlof wordt ver leend aan dienstplichtigen die uit de land bouw afkomstig zijn en bij de oogst niet kunnen worden gemist. HET wordt langzamerhand eentonig, maar aan het lijstje van de verschillende concurrentie vervalsende maatregelen in de E.E.G., die in de af gelopen tijd door ons vermeld zijn, kan nu ook de overheidsbij dragen in de sociale verzekeringssektor worden toegevoegd. Uit recente studies van de E.E.G. over de finan ciering van de sociale zekerheid in de landbouw is n.l. gebleken dat in andere E.E.G.-landen een veel groter deel van de sociale lasten in de land- en tuinbouw door de overheid worden gedragen, dan dit in Nederland het geval is. Zo draagt bijv. ten behoeve van de sociale verzekeringen van de agra rische werknemer de Nederlandse overheid circa 9 bij. In Italië is dit bijv. circa 80 Wat de kosten van de sociale zekerheid van de boeren en tuinders en de medewerkende gezins leden betreft, wordt in Frankrijk ongeveer 25 van deze kosten door hen zelf betaald, in België voor 40 Duitsland 23 Luxemburg "30 Italië 20 en in Nederland 90 Opmerkelijk daarbij is dat in Duitsland van 1960 tot 1965 de eigen bijdrage gedaald is van 66 tot de hier voorgenoemde 23 In Luxemburg en Italië daalde deze eigen bijdrage sinds 1960 tot minder dan de helft! Voor de Franse landbouw is sinds 1965 de situatie nog gunstiger geworden dan deze al was. Alleen al voor de landbouw is in 1968 30 miljoen francs meer voor de ouderdomsvoorziening uitgetrokken; in 1969 60 miljoen francs en in 1970 100 miljoen francs meer. Ook het aandeel van de Franse schatkist ia de bijdragen voor de overige sociale premies is be hoorlijk verhoogd. Bij deze gegevens tekent de hoofdafdeling Sociale Zaken van het Landbouwschap aan dat onze Minis ter van Landbouw, nu het prijsbeleid in Brussel tot stand komt, geen instrument heeft overgehouden om ter aanvulling of correctie daarvan te zorgen voor een redelijk agrarisch inkomen. Dat inderdaad door overheidsbijdragen in de sociale sector de in komensvorming in de landbouw wezenlijk beïn vloed wordt blijkt uit het volgende: Van het totale inkomen van de Franse landbouw bestaat, na aftrek van de sociale verzekerings premies, 11 uit sociale uitkeringen. In België, Duitsland en Italië bedraagt dit per centage 4 en in Nederland en Luxemburg minder dan Va Er vindt dus ook op het gebied van de sociale verzekeringen een belangrijke concurrentieverval sing plaats ten nadele van de Nederlandse boer en tuinder. Het wordt hoog tijd dat van landbouwzijde het nemen van soortgelijke maatregelen als bij onze E.E.G.-partners geschiedt bepleit wordt. In de E.E.G. moet toch onder gelijke voorwaarden gepro duceerd worden? BI. TT/ILLEN wij even stilstaan bij een gebeurtenis die wat buiten het terrein van de belastin gen enz. ligt n.l. bij de pas in Amsterdam gehou den efficiencybeurs. Vroeger noemde men die, wat duidelijker, kantoormachine-beurs. Als men die nu in 1968 bezoekt en men denkt even terug aan wat men 20 jaar geleden op zo'n beurs zag, dan dringt zich direct de vergelijking op met een landbouw tentoonstelling nu en in 1948. De machtige ma chines b.v. op de Z. L. M. tentoonstelling 1968 heb ben wel heel andere capaciteiten dan toen. Hetzelf de geldt voor kantoormachines. Ze zijn niet van zulke afmetingen als b.v. een combine maar men staat versteld over de prestaties die ze kunnen leveren. De hele beurs stond in het teken van de electro- nische machines, waarbij de computer uiteraard een belangrijke plaats innam. Op zo'n beurs wor den er min of meer grapjes mee uitgehaald. ZO was er een firma die een computer had opgesteld die in een paar seconden een aan tal technische en financiële gegevens van een be paald merk personenauto's afdrukte. Van 700 ver schillende merken en typen kon men op aanvraag de gegevens krijgen. Een andere loste in een mum van tijd wiskundige vraagstukken op, waar men op de ouderwetse manier een paar dagen aan had moe ten rekenen. Prachtige apparatuur maarbe slist nog niet goedkoop en overigens met een capa citeit die alleen door grote, zeer grote bedrijven volledig kan worden benut. Behalve natuurlijk, als kleinere bedrijven bij het gebruik ervan willen gaan samenwerken. De technische ontwikkeling dringt tot samenwerking. In dit opzicht is er geen verschil tuisen landbouw en andere takken van be drijf. A LS men zijn bedrijf, stel een boekhoudbureau, op verwerking met dergelijke machines heeft ingesteld dan is er ook een veel grotere afhanke lijkheid van faktoren die men niet of zeer ten dele in de hand heeft. Storingen in elektriciteitsvoor ziening en in de machines hebben direkt ernstiger gevolgen dan vroeger. Bepaalde gegevens zijn ook minder gemakkelijk bereikbaar. Dat klinkt eigen aardig. Maar nemen we bijv. eens aan dat een bank voor zijn cliënten een rekening-courant bijhoudt. Vroeger gebeurde dat in een boek. Wilde de cliënt een overzicht, dan sloeg de bank maar het boek op en aan de wens kon worden voldaan. Nu is er een goede kans dat bij gebruik van een computer die rekening-courant op een gemagnetiseerde band staat, die door geen menselijk oog gelezen kan wor den maar die de computer moet „lezen" en afdruk ken ongeveer op dezelfde manier als bij een band recorder. Op zo'n band die ongeveer 240 meter lang is, staan vele tienduizenden gegevens. De hele band afdraaien om daaruit de cijfers van een cliënt te putten is mogelijk, maar het zou ongeveer f 400 kos ten. Duur afschrift zou dat worden. Zo ziet u, alles heeft zijn voor- en nadelen! HPENSLOTTE als men deze dingen ziet, besefi men weer eens te meer hoe snel alles gaat. In '44 werd de eerste computer gefabriceerd. De snelle ontwikkeling werd pas mogelijk door de uitvinding van de transistor. Die uitvinding vond plaats in 1948. Wie kan het allemaal nog bijbenen? Dat is vooral de zorg van de mensen die bij deze ontwik keling in de eerste rijen staan. Zij vrezen dat ze, als ze ongeveer 40 tot 50 jaar zijn, niet meer in staat zullen zijn de zaak te beheersen. Zou uiteindelijk de mens toch gelukkiger zijn met een ploeg met paarden ervoor? PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 3