Bezwaarschrift tegen ontwerp-streekplan West Zeeuws-Vlaanderen Handboekjes voor de landbouwvoorlichter KORTE WENKEN zaaizaad «loss Cambier Gratis zaaizaad 15 Het ter inzage liggende ontwerp-streekplan voor West Zeeuwsch-Vlaanderen heeft de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Zeeland aanleiding gegeven tot het indienen van een aantal bezwaren. Naar de mening van de Raad houdt dit plan op be paalde onderdelen onvoldoende rekening met de belangen van de landbouw. VERKEERSVOORZ1EN1NGEN I^e landbouw heeft volledig begrip voor de nood zaak om mede udt een oogpunt van verkeersveilig heid, over een goed wegennet te kunnen beschikken, en is bereid daarvoor bepaalde offers te brengen. De consequenties van de in dit ontwerp-streekplan ge plande nieuwe wegen zijn echter dermate ingrijpend, dat de Raad zich heeft afgevraagd of alvorens tot de aanleg van deze wegen wordt overgegaan niet van gedachten moet worden gewisseld over een eventuele ruilverkaveling. Hoewel in het kader van het streek plan hierop niet uitvoerig kan worden ingegaan, meent de Raad voor dit punt reeds nu de aandacht van het Provinciaal Bestuur te moeten vragen, daar het bekend is dat ook in de kringen van de landbouw organisaties ernstig rekening wordt gehouden met een mogelijke verkaveling. HET BUITEN WONEN In het ontwerp-streekplan zijn enkele gebieden van vrij grote omvang aangewezen voor het oprichten van landhuizen, n.L bij Hedlle, St. Kruis en Groede. De bezwaren van de Raad richten zich in deze tegen het ten zuidoosten van Groede geplande gebied, daar het niet juist wordt geacht in dit deel van West Zeeuwsch-Vlaanderen een oppervlakte van rond 300 ha voor de bouw van landhuizen te bestemmen De gebieden rond Heille en St. Kruis, met een totale oppervlakte van rond 700 ha, lenen zich naar de mening van de Raad beter voor dit dioel, hoewel overigens in twijfel moet worden getrokken of het noodzakelijk is een dergelijke grote oppervlakte aan te wijzen voor de bouw van landhuizen. Teneinde de mogelijkheden in het gebied bij Groede niet geheel uit te sluiten zou de Raad akkoord: kunnen gaan met een oppervlakte van 75 a 100 ha, direct aansluitend bij de Nieuwkerksche Kreek. LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL AGRARISCH GEBIED Evenals bij het streekplan Midden-Zeeland zijn ook in het onderhavige plan vrij grote gebieden aange wezen als landschappelijk waardevol agrarisch ge bied. De Raad dringt er met klem op aan dat deze be stemming slechts in uiterste noodzaak gehanteerd wordt, gezien de daaraan verbonden consequenties voor het agrarisch bedrijfsleven. De thans als zodanig in het ontwerp opgenomen gebieden zijn bepaald niet in overeenstemming met het standpunt van de land bouw. De Raad kan niet inzien dat het noodzakelijk is een gebied van enkele honderdien hectares ten oosten van Cadzand te bestemmen als landschappelijk waar devol agrarisch gebied en heeft zeer ernstige bezwa ren tegen een dergelijke opzet. Dezelfde bezwaren gelden eveneens voor de omge ving van Sluis waar naar de mening van de Raad een veel te grote oppervlakte landschappelijk waarde vol agrarisch gebied is gepland. In dit verband moge worden gewezen op het leggen van deze bestemming op een gedeelte van de Kleine Paspolder, waarbij situaties ontstaan dat een gedeelte van een perceel als agrarisch gebied wordt bestemd terwijl het reste rende deel als landschappelijk waardevol agrarisch gebied wordt aangemerkt. De aanwijzing van een bedrijf in de omgeving van Cadzand-Bad als landschappelijk waardevol agrarisch gebied acht de Raad in strijd met het karakter van een streekplan, daar een dergelijke detaillering hierin niet past. CULTUURMONUMENTEN De Raad is van mening dat het niet Juist is de be« stemming cultuurmonument te leggen op landbouw gronden gelegen ten noord-oosten van de in het betreffende gebied van Sluis aangegeven dijk, efl adviseert de bestemming cultuurmonument te doen eindigen bij bedoelde dijk. De Gewestelijke Raad meent hiermede een zo vol ledig mogelijke uiteenzetting te hebben gegeven van de bezwaren van de landbouw en vertrouwt dat met zijn verlangens rekening zal worden gehouden. STERKERE BESTUURSVERTEGENWOORDIGING IN LANDBOUWSCHAP VOOR ONDERNEMERS Ingaande 18 november a.s. zal het bestuur van het Landbouwschap zijn samengesteld uit vijf leden van elk van de drie vertegenwoordigde standsorga nisaties (in totaal 15 leden) en vier leden van elk van de drie werknemersorganisaties (in totaal 12 leden). Dit blijkt uit een in het Staatsblad no. 460 gepubliceerde Algemene Maatregel van Bestuur. In de Nota van Toelichting schrijven de betrok ken bewindslieden onder wie de Minister van Landbouw en Visserij o.m., dat, gehoord het gunstige advies van de S.E.R., hiermede aan het van de in het Landbouwschap vertegenwoordigde ondernemers- en werkgeversorganisaties afkom- ptioe verzoek wordt voldaan, de bestuurszetels in het Landbouwschap van eerstgenoemde organisa ties met drie te vermeerderen. De organisaties gronden deze wens op de over weging, dat de algemene belangenbehartiging, die zij zich voorstellen in versterkte mate aan het Land bouwschap toe te vertrouwen, meer dan in het ver leden betrekking heeft op de gezins- en éénmans- bedrijven, waarvan het aantal verhoudingsgewijs sterk is toegenomen. Bij hetzelfde K. B. is de af deling Zaadteelt van het Landbouwschap opge heven. De werkzaamheden zullen resp. door de hoofdafdelingen Tuinbouw en Siergewassen wor den overgenomen. Het boerenbedrijf wordt er niet gemakkelijker op. Niet alleen de boer ondervindt, dit, maar ook dege nen die uit hoofde van hun beroep op de hoogte moeten zijn van de gang van zaken op het boeren bedrijf en alles wat daarmee annex is. Vooral de landbouwvoorliohter heeft hiermee te kampen, om dat hij van alle facetten van het bedrijf op de hoogte moet zijn, wil hij zijn taak goed kunnen verrichten. Aan hem is dan ook in de eerste plaats gedacht toen het PAW indertijd het initiatief nam tot het samenstellen van een boekje dat hem als geheugen steun bij zijn voorliehtingswerk kan dienen. Van dit boekje, het „Handboekje voor de land bouwvoorliohter", verscheen onlangs de derde druk. Het is wederom samengesteld door het PAW met medewerking van de Veeartsenij kundige Dienst, de Directie Veeteelt en Zuivel, de Rijksveeteeltconsu- lent voor de Veevoeding, het Instituut voor de Pluimveeteelt, de Rijkslandbouwconsulent voor Bodem- en Bemestingsvraagstukken, de Rijksland bouwconsulent voor Boerderijbouw, de Rijksvoor lichtingsdienst voor de Pluimveeteelt, de Rijksland bouwconsulent voor Landbouwwerktuigen, de Rijkslandbouwconsulent voor Arbeidsvraagstukken en het Instituut voor Landbouwtechniek en Ratio nalisatie. De inhoud, die wederom belangrijk uitgebreid en verbeterd is, is ingedeeld in een aantal hoofdstuk ken: Algemeen, Akkerbouw, Weide- en Voeder- bouw, Veeteelt en Veevoeding, Dierziekten, Bodem, Bemesting en Waterhuishouding, Landbouwbe drijf sgebouwen, Landbouwwerktuigen, Bedrijfs- vraagstukken en Taaktijden. Van ieder hoofdstuk wordt een groot aantal normen, kengetallen, formu les, schema's, recepten enz. gegeven. Het boekje bevat weinig tekst. De teksten die er in voorkomen dienen vooral voor het toelichten van de cijfers, om een onjuist gebruik te voorkomen. Een verklaring van de wijze van ontstaan van de cijfers wordt niet gegeven. Verondersteld wordt dat de achtergrond bij de gebruikers bekend is. In 324 pagina's geeft dit boekje een grote hoeveel heid cijfermateriaal. Niet alleen voorlichters, maar ook onderzoekers, leraren, medewerkers van diver se particuliere instellingen op landbouwgebied, coöperaties, organisaties e.d. zullen er veel gemak van ondervinden. Het boekje is verkrijgbaar bij het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw te Wa- geningen door storting van 6 op giro 966643 onder vermelding: Voor „Handboekje Landbouwvoorlioh ter". VOOR DE PRIJS VAN CONSUMPTIEAARDAP PELEN is het belangrijk een kwaliteitsprodukt af te leveren. Betracht daarom de nodige voorzichtig heid bij het rooien en probeer rooibeschadiging zo veel mogelijk te voorkomen. Behandel daartoe de aardappelen als eieren en niet als eierkolen. TER BEHOUD VAN DE STRUCTUUR van de grond mag de bodemdruk niet hoger zijn dan 1 kg per cm2, dit is 100 kg per dm2. Bij een wieldruk van 1500 kg heeft de band dan een steunvlak nodig van 15 dm2. De meeste banden komen niet eens aan de helft. Hebt U nieuwe banden nodig koopt dan de breedste die U bij de betreffende velgen krijgen kunt. MEERMALEN MOET IN HET VOORJAAR nog spoedonderzoek aangevraagd worden voor onder zoek op het bietencystenaaltje. Men wil dan bin nen enkele dagen weten of een bepaalde blok land geschikt is voor bieten. Bij intensieve bietenteelt is het beter om eens in de 5 jaar de grond op bietenaaltjes te laten onderzoeken. Aan de hand van de uitslagen kunt U vaststellen, waar in de jaren 1969 tot 1973 de bieten moeten komen. (Vervolg van pag. 4.) X 1 min. kg 1967/'68 Appelen (totaal) 488 Yellow Transp. 11 James Grieve 37 Cox's Orange Pipp. 61 Jonathan 46 Schone van Bosk. 90 Golden Delicious 113 1968/'69 le raming 2e raming 360 360 10 10 32 29 49 47 34 34 32 34 96 98 De bruto-produktie van peren voor het seizoen 1968/'69 werd bij de 2de oogstraming berekend op 170 min. kg. Dit betekent t.o.v. 1967/'68 meer dan een verdubbeling van de produktie. De handels- produktie van peren werd nu geraamd op 155 min. kg tegen 140 min. kg bij de le oogstraming in dit jaar. De te verwachten handelsproduktie voor een aantal afzonderlijke pererassen ziet er nu als volgt uit: X 1 min. kg 1967/'68 1968/'69 le raming 2e raming Peren (totaal) Clapp's 72 140 155 Favourite 6,5 12,5 14 Bonne Louise d'Avranches 6,5 10 11 Légipont (Charneux) 7 16 18 Conference 18.f 25 27 Doyenné du Cornice 3 4,5 6,5 STEEKPROEF „LANDBOUWPRODUKTIE" PER 1 AUGUSTUS 1968 Het C.B.S. heeft de uitkomsten bekend gemaakt van de steekproef „Landbouwproduktie" per 1 augustus 1968. Rundvee. De totale rundveestapel was op 1 augus tus 1968 70.000 stuks groter dan op 1 augustus 1967 2%). Deze uitbreiding werd veroorzaakt door een toeneming van het aantal melk- en kalfkoeien en het mestvee met resp. 2 en 11 De aantallen gedekt jongvee en ander rundvee bestemd voor de fokkerij, lagen Vrijwel op hetzelfde niveau als vorig jaar. Varkens. De totale varkensstapel was op 1 augus tus 1968 bijna 500.000 stuks groter dan vorig jaar. Deze uitbreiding werd veroorzaakt door een sterke toeneming van het aantal mestvarkens 400.000 stuks) en een toeneming van het aantal biggen bij de zeug met bijna 100.000 stuks. Het aantal fokvar- kens per 1 augustus 1968 lag vrijwel op het niveau van vorig jaar. Leghennen. Het totaal leghennen verschilde op 1 augustus 1968 vrijwel niet van dat per 1 augustus 1967. De dieren, jonger dan 1 jaar, waren op 1 augustus 1968 echter minder sterk vertegenwoor digd dan op 1 augustus 1967. Voor iedere landbouwer, -als zelfstandig ondernemer, is de beslissing over zijn aan kopen, vooral als het gaat om niet afhankelijk van de aankoopprijs De waarde van het ras zal maatstaf voor zijn keuze zijn De uitslagen van de proefvelden tonen aan dat van de rassenlijstrassen de hoogste kilo-opbrengst geeft. Meerdere jaren hebben bewezen, dat door de meer opbrengst per hectare, het er op neerkwam, dat zelfs van sprake was. Daarnaast: stevig en kort stro (dus geen CCC bespuiting noodzakelijk) resistent tegen gele roest onvatbaar voor voetziekte.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 15