De maand oktober op het Zeeuws landbbouwbedrjjf 10 Eind oktober is de geschikste tijd om voederbieten te oogsten. Kd ET oktober zitten we dan weer volop in de herfst. De IVI dagen worden steeds korter en de gure herfstregens kunnen vallen. Wat de oogstwerkzaamheden aangaat zullen de bieten en vooral de 45 van de aardappelen die nog In de grond zitten onze volle aandacht nog vragen. De in zaai van wintertarwe zal grotendeels in de tweede helft van deze maand plaats hebben. Op de gemengde bedrij ven blijft de zorg voor het vee en het winnen van goed wintervoer bestaan. De belangrijkste werkzaamheden over de maand oktober worden in deze bijdrage nader behan deld. AARDAPPELEN De opbrengst van de aardappelen is goed. De handel is slap. Vele boeren zijn dan ook weer genoodzaakt geweest om zelf de aardappelen op te slaan in de hoop op betere prijzen. Er zullen in Zeeland heel wat aardappelen in poolverband wor den afgezet. Tot heden is er in veel gevallen een goed pro- dukt geoogst. Willen wij ook een goed produkt afleveren dan moet er aandacht worden geschonken aan de bewaring. Zijn de gerooide aardappelen vrij droog en bevat de partij weinig zieke knollen, dan kan men beter de eerste weken niet teveel ven tileren. Gaat de buitentemperatuur dalen dan kan de tempe ratuur in de cel door ventileren worden verlaagd. De aardappeloogst is nog niet achter de rug. Toch moet de teler alweer gaan denken aan 1969. In 1968 kwam op sommige percelen weer vrij veel rhizoctonia voor. Bij de teelt van poot- goed is het voorkomen van rhizoctonia sclerotiën op het plant goed ongunstig voor de opkomst en de nateelt. Bij de teelt van konsumptie-aardappelen voor de opkomst. In veel gevallen had dit voorkomen kunnen worden door ontsmet pootgoed te kopen. Zij die het pootgoed zelf willen ontsmetten dienen er rekening mee te houden dat het najaar de beste^ tijd is voor het ontsmetten. SUIKERBIETEN Hoewel de bietencampagne drie weken geleden reeds ge start is, zullen er in oktober nog veel bieten gerooid moeten worden. Het is te hopen dat de weergoden de suikerbieten telers niet al te ongunstig zijn gezind. Bij gunstige omstandig heden kan er vlot worden gewerkt en zijn de verliezen het kleinst. De afstelling van de machine en snelheid waarmee wordt gereden zijn de belangrijkste faktoren om het rooiverlies bin nen de perken te houden. Te grofce koppen geven vooral op de akkerbouwbedrijven verlies. Op de gemengde bedrijven wordt meer waarde gehecht aan flinke koppen. Of deze (te) grote koppen winst geven wordt betwijfeld bij de huidige pulp- prijzen. Probeer de hopen met bieten voor tussenopslag niet te groot te maken, daar gemakkelijk broeiverlies optreedt bij1 te grote hopen bieten. Veel bieten zullen weer langs de weg of de dam worden opgeslagen. Denk erom dat de bieten niet te dicht aan de weg komen te liggen. Dit is niet alleen gevaarlijk voor het verkeer maar het kan in de vorm van een bekeuring nog geldverspilling voor de bietenteler veroorzaken. VOEDERBIETEN Veel veehouders hebben ingezien dat voederbieten niet nood zakelijk zijn in een rantsoen, veel arbeid vragen en gemakke lijk zijn te vervangen. Deze veehouders benutten hun grasland en bietenkoppen zodanig dat er ook geen voer tekort is. De mechanisatie van de oogst van voederbieten is bij lange na niet zover gevoitlerd dan die bij de suikerbieten het geval is. Op de bedrijven die nog voederbieten hebben is een goede opslag van groot belang. Leg nu de basis tegen te lage winter- temperaturen in uw voederbietenopslagplaats. Ga echter pas in het laatste van oktober over tot het rooien. Het is nog een hele tijd om tot 1 april uw mangels goed te houden! WINTERTARWE De uitslagen van de rassenproeven zijn reeds gepubliceerd. De nieuwe rassen lijken weer heel goed in opbrengst. Het is te hopen dat deze rassen beter resistent tegen de verschillende ziekten zijn. De keuze van wintertarwerassen kan hiermee worden uitgebreid. De tweede helft van oktober is de beste tijd om wintertarwe uit te zaaien. Vooral bij voetziektegevoelige rassen en bij in tensieve graanverbouw is het beter om niet voor 20 oktober te zaaien. Maak de grond voor het zaaien vfcn tarwe niet fijn. Vooral „gezeefd" aardappelland is gevoelig voor slemp. Mocht u opstaand water verwachten graaf dan zo vlug mo« gelijk na het zaaien een afvoergeul of leg een schelpenfilter aan. Beter voor niets gewerkt dan dat de tarwe verzuipt. Mochten de omstandigheden voor het gebruik van de gewone zaaimachine ongunstig worden, dan kan men nog goede resul taten bereiken met de centrifugaal- of pendelstrooier. Waar duist of windhalm verwacht wordt, kan er gespoten worden met Igran-50 of Avadex BW. Voor nadere gegevens verwijzen wij naar het artikel „Duist- en windhalmbestrijddng in wintertarwe" op deze pagina. GRONDBEWERKING In 1968 is er tamelijk veel werk besteed aan de stoppel bewerking. Om in 1969 een goed zaaibed te verkrijgen is het nodiig om gedurende de winter opstaand water te voorkomen. Vooral ploegen onder gunstige omstandigheden is een goede start. Woelen of moren heeft alleen zin als er onder de bouwvoor een verdichte laag voorkomt en dan nog alleen bij droge grond. Voor de bouwvoor zelf heeft woelen of moren geen enkele zin. Is de struktuur van de bouwvoor niet goed, dan kan dit verbeterd worden door kalkbemesting, stalmest of groenbe- mesting. Speciaal bij het onderploegen van grasgroenbemesters is een prima afstelling van ploeg en voorscharen een eerste vereiste. Ga de groenbemesters niet te diep onderploegen omdat de ver tering dan langzaam verloopt. Ook bij ander ploegwerk is goed ploegen niet alleen een mooi gezicht, doch levert ook indirekt voordeel voor het behoud van de struktuur. R. VAN DER MEER R. L. V. D. - Goes De tweede helft van oktober is nog steeds te zaaien* De nieuwe methode voor het bepalen van d maakt dat het te diep koppen nog on Tracht schade door opstaand water te voorki graven van greppe

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 10