De definitieve toedeling
in een
ruilverkaveling
INDIEN een eigenaar er in toegestemd heeft dat
zijn vroegere pachter de rechten inleverde by
de plaatselijke commissie hetzij door vertrek naai
de Flevopolder, hetzij dat hij er in toestemde dat z'n
pachter voor deze pachtrechten een afkoopsom
kreeg, is er tussen de plaatselijke commissie, de
eigenaar en de oude pachter een zgn. driepartijen-
overeenkomst getekend. Daar staat onder andere
in dat in overleg met de plaatselijke commissie een
nieuwe pachter wordt aangewezen. Dit is een over
eenkomst en hieraan hoort men zich te houden!
DE plaatselijke commissie bepaalt tot welk tijd
stip de nieuwe pachtovereenkomst zal gelden.
Hierbij is het belangrijk dat men in d;e gaten houdt
dat de termijn altijd öf 6 jaar öf 12 jaar is. Dus de
zgn. wettelijke termijn. Het moet iedereen bekend
zijn dat bij een wettelijke termijn de verpachter de
pacht op moet zeggen tot minimaal 1 jaar voor het
eind,e der pachtovereenkomst. Bij een niet wette
lijke termijn (dus 5 of 7 jaar) moet de pachter
paohtverlenging aanvragen. Op zich niet zo erg be
langrijk, in de praktijk echter wel.
NA de bekendmaking van de toedeling waarvoor
iedere eigenaar een aangetekende oproep
krijgt kan men, indien men zich in zijn rechten
aangetast voelt, een bezwaarschrift indienen bij de
plaatselijke commissie. De plaatselijke commissie
treedt in overleg met belanghebbende en zal trach
ten tot een oplossing te komen. Indien dit niet ge
lukt, dan zal de rechter-commissaris trachten te
bemiddelen tussen de belanghebbende en de plaat
selijke commissie na de beide partijen te hebben
gehoord.
J. M
Van verschillende zijden is ons gevraagd welke
nu de rechten en verplichtingen zijn van diegenen
die in een ruiiverkavelingsgebied met hun gronden
zijn gelegen, en dan vooral toegespitst op de defi
nitieve toedeling. Omdat het ons bekend is dat bin
nen niet al te lange tijd in enige gebieden men hier
mee wederom te maken krijgt, willen wij trachten
aan dit verzoek te voldoen.
WAT IS DE BASIS
VOOR DEZE TOEDELING?
WE basis voor deze toedeling is de eerste schat-
ting, die voor iedere belanghebbende ter in
zage wordt gelegd. Iedere belanghebbende eigenaar
kan tegen deze schatting zijn bezwaren inbrengen.
In zijn algemeenheid is de belangstelling voor de
uitkomsten van deze schatting te gering. Opmer
kingen als „Had ik dit geweten, dan" hoort men te
vaak. Het gaat er dus niet alleen om de schattings-
uitkomsten van uw eigen percelen te bekijken,
doch ook die van anderen in de naaste omgeving.
U dient goed te bedenken dat deze eerste schatting
o.a. beoogt de ruilwaarde vast te stellen van de per
celen onderling. Nadat de bezwaren zijn behandeld
staat de eerste schatting, dus de ruilwaarde van de
percelen vast. Om dan bij de definitieve toedeling
nog bezwaar te maken zoals „Dit perceel is te hoog
of te laag geschat", heeft geen enkele zin meer! Met
andere woorden: dit stadium is dan voorbij!
DE INBRENG VAN BELANGHEBBENDE
DEN nog veel verbreid misverstand is dat iemand
die in de oude stand bijv. 20 ha. grond had, en
indien de korting voor wegen en waterlopen bijv.
4 bedraagt, hij meent recht op een oppervlakte
van 19.20 ha te hebben. Dit is niet juist.
Stel dat iemand in de oude toestand 5 percelen
grond had, die als volgt zijn geschat bij de eerste
schatting:
4 ha X 5200,— - 20800,—
6 ha X 5600,— - 33600,—
3 ha X ƒ4800,— - 14400,—
5 ha X ƒ5300,— - 26500,—
2 ha X 3600,— - 7200,—
de totale inbreng is dus 102500,
aftrek wegens waterlopen 4 4100,
Hij heeft dan recht op een
toedelingswaarde van t 98400,
HOE VINDT DE BEREKENING
PLAATS VAN DE TOEDELING?
Indien w,e nu eens aannemen dat de gemiddelde
waarde van de kavels die hij krijgt toebedeeld
5000,bedraagt, dan is de toedeling in ha
98400 5000 19.68 ha.
Indien hij grond krijgt toebedeeld met een ge
middelde waarde van 5200,dan bedraagt de
toedeling in ha, 98400 5200 18.92.30 ha.
Hij heeft dus recht op deze toedeling, ware het
niet dat de ruilverkavelingswet de plaatselijke
commissie nog een over- of onderbedeling toe mag
passen.
ONDER- OF OVERBEDELING
In de ruilverkavelingswet staat dat onderbe
deling mag plaatsvinden tot ten hoogste 5 Om
ons laatste voorbeeld aan te houden: Stel er ligt een
kavel omgeven door kavelsloten met een waarde
van 97000 5200 18,65,40 ha. U krijgt die toebe
deeld, doch uw recht op toedeling was 98400 5200
18,92,30 ha. U krijgt dan 1400,te weinig toe-
Een zgn. onderbedeling van 1400 5200 0,27
ha. Het zou namelijk niet getuigen van een goede
verkaveling voor de toekomst om naast de kavel-
sloot in een kavel van iemand anders nog een per
ceeltje toe te delen van 0,27 ha, dit zal namelijk
voor de toekomst 'n moeilijk exploiteerbaar kavel-
tje worden. De ruilwaarde van deze minder toe
bedeelde grond, die dus 1400 bedraagt wordt uit
betaald via de lijst van geldelijke regelingen. Dit
geld wordt u niet ter hand gesteld doch afgetrokken
van de ruilverkavelingslasten.
PUZZEL VOOR PLAATSELIJKE COMMISSIES
NU wordt de laatste tijd terecht de vraag gesteld:
Is dit nu allemaal wel terecht? We kunnen het
wel eens zijn met dit bedrag indien de ruilwaarde
dichtbij de werkelijke waarde ligt. Maar hoe ligt
deze zaak indien de werkelijke waarde van de
grond bijv. 8000,bedraagt? Dan leert inderdaad
de praktijk dat in bovenstaand voorbeeld de wer
kelijke schade van de desbetreffende persoon
2800 X 0,27 756,bedraagt. Een puzzeitje
dat wij graag eens bij de plaatselijke commissies
onder de aandacht willen brengen!
Deze puzzle kan ons inziens opgelost worden door
een vermenigvuldigingsfactor toe te passen. Het is
ons bekend dat ook zij de wet niet kunnen ver
anderen. Maar wellicht kan een praktische oplos
sing in deze gevallen nagestreefd worden.
Bij een overbedeling ligt het wat gemakkelijker.
Hiermee wordt dan ook in de praktijk meer mee
gewerkt en er bestaan praktisch nooit bezwaren
tegen. Ze wordt toegepast om een kavel vol te
maken. Stel dat iemand .40 are grond tekort komt
op een bedrijf van 20 ha, in een kavel liggende, om
geven door sloten. Dan wordt in de meeste geval
len die 40 are wei overbedeeld. En dit weer om
reden dat een kaveltje van 40 are voor landbouw
of fruitteelt moeilijk exploiteerbaar is, zeker in de
toekomst. Hierbij moet echter wel een restrictie
gemaakt worden. Er dient hiervoor voldoende
grond aanwezig te zijn en het most in het raam van
de toedeling passen. Dit betekent dus dat de plaat
selijke commissie het recht heeft deze overbedeling
toe te passen, maar niet de plicht!
TOEWIJZING AAN OPENBARE LICHAMEN
Pe ruilverkavelingswet laat verder de mogelijk
heid open om aan openbare lichamen zoals Rijk,
provincie en gemeente kavels toe te wijzen. Deze
toewijzing kan alleen plaatsvinden aan de hand van
het stemmingsrapport. Het open/baar lichaam en de
plaatselijke commissie wijzen ieder 'n taxateur aan
die samen een derde aanwijzen. Door hem wordt
de waarde van de grond, die toegewezen wordt aan
het openbaar lichaam, vastgesteld op basis van ont
eigening. Sommige mensen denken dat in een ruil
verkaveling de gronden tegen een lage prijs toe
gewezen worden aan deze lichamen. Hi ervan is
echter geen sprake. Men verkrijgt hierdoor alleen
een vlottere wijze van werken. Deze korting mag
maximaal 5 bedragen van de totale waarde van
de goederen (grond) in het blok. In de huidige
ruilvérkavelingen wordt er naar gestreefd om deze
korting gedeeltelijk of zelfs geheel met S.B.L.-
grond op te vangen, zodat de eigenaren en gebrui
kers door deze werkwijze niet meer gekort zullen
worden. Dit gaat uiteraard ten koste van de bdrijfs-
vergroting, hetgeen wij kunnen billijken gezien het
belang dat iedere eigenaar en gebruiker hiermee
heeft. In de ruilverkaveling Stoppeldijk wordt de
toewijzing aan openbare lichamen niet toegepast.
In de ruilverkaveling Canisvliet geldt de toewijzing
onder meer voor de verdragsweg. In de ruilver
kaveling Noord-Beveland wordt deze toewijzing
aan openbare lichamen opgehangen met S.B.L.-
grond.
GROND VAN DEZELFDE AARD
EN HOEDANIGHEID
IN de wet staat verder, dat voor zover mogelijk
gronden moeten worden toegewezen van ge
lijke aard en hoedanigheid als de ingebrachte. Voor
het woordje aard zou men gebruiksbestemming
kunnen invullen. Iemand levert bijvoorbeeld grond
in die allemaal geschikt is voor bouwland, hij krijgt
nu een gedeelte grond toegewezen, die alleen ge
schikt is voor grasland. In principe hoeft hij geen
genoegen te nemen met deze toedeling. In iedere
verkaveling wordt echter veel grasland geschikt
gemaakt als bouwland, door een betere waterbe
heersing en een betere ontsluiting, zodat dit in Zee
land in de praktijk niet vaak voor zal komen
IEDERE KAVEL DIENT ZO MOGELIJK
UITWEG TE HEBBEN OP DE OPENBARE WEG
DEN bepaling die wettelijk is geregeld. In de
praktijk moet hieraan dus worden voldaan.
Dit is eigenlijk logisch, omdat door een verkaveling
de ontsluiting belangrijk wordt verbeterd.
DRIEPARTIJENOVEREENKOMST
NIEUWE PACHTOVEREENKOMSTEN
De nieuwe pachtovereenkomst wordt door de
Grondkamer ontworpen, ook de nieuwe pachtprij
zen worden door de Grondkamer vastgesteld. Het
zal in sommige gevallen voorkomen dat er zgn.
pachtruil plaatsvindt, dit betekent dat er van eige
naar gewisseld kan worden. Men dient dan goed uit
te kijken dat indien men nu pacht van een zgn.
veilige verpachter, ook weer de pacht van een vei
lige verpachter terugkrijgt. Onder veilige pacht
wordt hier verstaan, iemand die niet binnen korte
tijd de grond zelf in gebruik wenst te nemen.
BEROEPSMOGELIJKHEID
Mocht ook dit niet tot overeenstemming leiden,
dan wordt het bezwaarschrift doorgezonden naar
de rechtbank. De rechtbank doet dan, na beide par
tijen te hebben gehoord, een bindende uitspraak.
GEEN EENVOUDIGE ZAAK
Wij hebben getracht in het kort uiteen te zetten,
wat de rechten en verplichtingen zijn bij een toe
deling. Voor een plaatselijke commissie en een
landmeter is een definitieve toedeling geen een
voudige zaak. Zij hebben natuurlijk te maken met
het individuele geval, doch ook met het algemeen,
dus alle mensen die rechten hebben in de ruilver
kaveling. Deze belangen moeten afgewogen wor
den, soms op een goudschaaltje. In de praktijk is
kavelconcentratie in een ruilverkaveling van grote
betekenis. Sommigen zijn hier vóór de toedeling al
van overtuigd, anderen vinden een perceeltje op
afstand gezien verschillende redenen nog aantrek
kelijk. Vaak is ons gebleken dat enige jaren na het
afsluiten van een verkaveling, men spijt had omdat
men zich tegen een sterke kavelconcentratie had
verzet.
Een toedeling is geen eenvoudige zaak, doch met
een goed begrip voor elkaar zonder dat het indivi
dueel belang teveel de overhand heeft, kan veel
goeds worden bereikt. Dat dit ook zo mag zijn in
de verkavelingen waar de toedeling voor de deur
staat.