C.A.O. LANDBOl
Voorgestelde nieuwe lonen
Vanaf 1 mei 1968 tot en ni«
Arbeidstijd
Weeklonen en overwerk
Minimumloon
Verzorging van vee
op weekends
Aanvang en einde
arbeidstijd
Melkkwaliteitstoeslag
Diplomatoeslagen
per week
10
I i
(Behoudens goedkeuring kxmcommissit
VASTE ARBEIDERS/ARBEIDSTERS
W
EEKLONEN
VAKANT 1ETOESLAG
LEEFTIJD
VAKARBEIDER
A
lange werkweek
VAKARBEIDER
A
korte werkweek
VAKARBEIDER
Melkknechts
lange werkweek
VAKARBEIDER
Landarbeider
korte werkweek
Vaste arbeiders hebben aanspraak op een
vakantietoeslag van 6 van het C.A.O.-jaar-
loon, vermeerderd met de vaste, krachtens
Zomer- en
winter
periode
Basis
uurloon
Zomer
en winter
periode
Basis
uurloon
Zomer
en winter
periode
Basis
uurloon
Zomer
en winter
periode
Basis
uurloon
de C.A.O. voor betrokkene geldende en toe
gekende toeslagen alsmede met de gelds
waarde van eventueel te genieten emolu
menten.
16 jaar
17 jaar
18 jaar
19 jaar
20 jaar
21 jaar
22 jaar
23-65 jaar
65 j. en oud.
82,32
94,75
110,28
122,70
136,68
144,45
155,32
137,47
1.71
1.96%
2,29
2,55
2.84
3,00
3,22%
2.85
76,76
88,35
102,83
114,42
127,45
134,69
144,83
128,01
1,71
1,96%
2,29
2,55
2.84
3,00
3,22%
2.85
80,02
92,10
107,20
119,27
132,86
140,41
150,98
133,56
1,66
1,91
2,22%
2.47%
2,76
2,91%
3,13%
2,11
64,76
74,62
85,88
99,96
111,22
123,90
130,93
140,79
124,37
1,44
1,66
1,91
2,22%
2,47%
2.76
2,91%
3,13%
2.77
o—
Daar het loon per jaar de basis vormt voor
het berekenen van de toeslag zal het juiste
bedrag by de betaling van de toeslag niet
altijd bekend zijn. Aan het einde van het
contractjaar zal voor zover nodig nog een
nadere afrekening dienen plaats te vinden.
VAKAF
Zomer
W
periode
P
77,34
7:
89,01
8-
103,60
91
115,28
10!
128,41
12!
135,71
12!
145,92
131
125,20
111
VOOR TREKKERCHAUFFEURS,
MELKKNECHTS enz. (lange werkweek)
a. van 1 mei t/m 24 november 1968:
per week 48% uur; 5 werkdagen van 9% uur;
b. van 25 november 1968 t/m 28 februari 1969:
per week 43% uur; 5 werkdagen van 8% uur;
e. van 1 maart 1969 t/m 3 april 1969:
per week 48% uur; 5 werkdagen van 9% uur.
VOOR DE OVERIGE ARBEIDERS:
(korte werkweek)
a. van 1 mei t/m 24 november 1968:
per week 46% uur; 5 werkdagen van 9% uur;
b. van 25 november 1968 t/m 28 februari 1969:
per week 41% uur; 5 werkdagen "an 8% uur;
e. van 1 maart 1969 t/m 30 april 1969:
per week 46% uur; 5 werkdagen van 9% uur.
Zaterdagen zijn vrij, behoudens dat op maximaal
8, in onderling overleg vast te stellen, zaterdagen
in de zaai- en oogstperiode gewerkt moet worden.
De op deze zaterdagen gewerkte uren moeten,
overeenkomstig artikel 23 lid 1 van de C. A. O., als
overuren worden uitbetaald (150 van het nor
male tijdloon).
Bijv.: 26 weekends van ten hoogste 5 uur per
weekend. De uren gewerkt op zaterdag dienen
betaald te worden met 150 van het tijdloon, op
zondag 200 van het tijdloon.
In de weeklonen is niet begrepen de extra belo
ning voor arbeid op zaterdagen, zon- en feestdagen,
enz.
Deze arbeid moet worden beloond overeenkom
stig de overwerk-regeling.
Ie. op zondagen 200
2e. op zaterdagen 150 behalve voor zaterdag
morgenuren waarvoor vervangende vrije tijd
wordt toegekend. In dat geval is de beloning
50 van het normale tijdloon.
3e. op andere dagen der week:
a. arbeiders belast met de verzorging van
zware landbouwmachines (vakarbeider A)
150%.
b. voor arbeiders belast met andere landbouw-
werkzaamheden 130%.
4e. op feest- en gedenkdagen, die niet op zondag
vallen, 150
van 25 november t/m 28 februari 1969:
aanvang 7.00 uur einde 17.30 uur, met ten
hoogste 1% uur schaft;
van 1 maart t/m 30 april 1969:
aanvang 6.00 uur einde 18.00 uur, met ten
hoogste 2 uur schaft.
VOOR DE OVERIGE ARBEIDERS:
(korte werkweek)
van 1 mei t/m 24 november 1968:
aanvang 6.30 uur einde 18.00 uur, met ten
hoogste 2% uur schaft;
van 25 november t/m 28 februari 1969:
aanvang 7.45 uur einde 17.30 uur, met ten
hoogste 1% uur schaft;
ran 1 maart t/m 30 april 1969:
aanvang 6.3Ó uur einde 18.00 uur, met ten
hoogste 2% uur schaft.
Het weekloon voor een volwaardige arbeider
van 2365 jaar dient zodanig te worden aange
vuld dat een bruto weekloon wordt betaald van
128,(excl. overwerkdiensten en vakantietoe
slag). Per 1 juli 1968 zal het minimum weekloon
wellicht opnieuw verhoogd worden.
Indien zulks naar het oordeel van de werkgever
noodzakelijk is moet de arbeider belast met de
verzorging van vee en/of paarden op 26 in overleg
vast te stellen zaterdagochtenden de noodzakelijke
werkzaamheden, hierop betrekking hebbende ver
richten. Voor deze zaterdagochtenden dient ver
vangende vrije tijd te worden gegeven, by voor
keur op de daarop volgende maandag. De ge
werkte uren dienen met 50 van het normale tijd
loon te worden betaald.
Voor de werkzaamheden op zaterdag en zondag
kan de werkgever in totaal de 130 uur overwerk
gebruiken.
De normale arbeidsdag mag niet eerder aanvan
gen en niet later eindigen dan hieronder vermeld.
VOOR PAARDENKNECHTS, MELKKNECHTS
EN TREK KERCH AUFFETJRS:
(lange werkweek)
van 1 mei t/m 24 november 1968:
aanvang 6.00 uur einde 18.00 uur, met een
maximum schafttijd van 2 uur per dag;
Aan vakarbeiders op veehouderijbedrijven dan
wel gemengde bedrijven, in hoofdzaak belast met
de verzorging van melkvee, kan een toeslag op
het loon worden betaald van 125,per jaar, in
dien de afgeleverde melk in het kontraktjaar voor
tenminste 80 °/o in de hoogste klasse is ingedeeld.
Voor de volgende diploma's worden de daar
achter vermelde toeslagen verstrekt met dien ver-