Industrie en Ruimtelijke Ontwikkeling Recreatie en Ruimtelijke. Ontwikkeling 8 De heer Hupkes, sprekend over industrie en ruimtelijke ontwikkeling, zag een duidelijke sa menhang tussen ruimtelijke ordening en leefbaar heid. Die leefbaarheid komt vaak in gevaar door een industriële ontwikkeling, die tekort aan goede woningen en recreatieterreinen met zich mee kan brengen, die lawaai en lucht en waterverontreini ging oplevert. Deze nota inzake ruimtelijke orde ning wil aan deze industriële nadelen paal en perk stellen, door ervan uit te gaan dat ook buiten de Randstad zich bevolkingsconcentraties moeten ont wikkelen. Ook economisch is het ongezond om bui ten de Randstad grote gebieden te houden met een stagnerende economie. Om dit te voorkomen acht de hëer Hupkes industrialisatiè in de „buitenge westen" nodig. WÊLVAART In ons land streven we naar een voortdurend stijgend nationaal inkomen, om daarmee een bete re welvaart en een hogere graad van welzijn te bereiken. Zo bezien is de industrie als welvaarts bron voor onze volkshuishouding van groot be lang. Ons land kan daarbij voor gebieden als Gro ningen en Zeeland (gelegen aan diep vaarwater) nog blijven profiteren van een gunstige ligging. De heer Hupkes zag de werkgelegenheid, in de landbouw nog verder afnemen. Ook voor wat de bijdrage aan de groei van het nationale inkomen betreft zag deze spreker „de agrarische sektor niet als trekpaard". Pittig stelde de spreker dan ook vast, dat het in het belang is van de Nederlandse volkshuishou ding, wanneer in voorkomende gevallen agrari sche gronden aan deze bestemming worden ont trokken voor de vestiging of uitbreiding van een onderneming in de industriële of dienstensektor, wanneer dit past in het streven naar een goede ruimtelijke ordening en economische ontwikke ling. Hetzelfde zou volgens spreker gelden voor aanwending van agrarische gronden voor recrea tiedoeleinden, steden- en wegenbouw. Vanzelf sprekend werd over deze stellingname na afloop druk gediscussieerd. Landbouw en recreatie kunnen bijzonder goed samengaan. Met verschillende cijfers toonde prof. dr. ir. F. M. Maas aan, hoe ons leven in de komende dertig jaar zal veranderen en welke gevolgen dat zal heb ben voor de recreatiebehoefte. De toenemende vrije tijd, tot uitdrukking ko mend in kortere werkdagen en langere week ends en vakanties kan pas zinvol besteed wor den als zij parallel loopt met een hogere levens standaard op economisch, cultureel cn sociaal terrein. De oplossing van het vrijetijdsprobleem ligt dus niet alleen op het scheppen van betere wo ningen, steden en recreatiegebieden. Waar schijnlijk werken we in 2000 nog maar 35 uur per week in 5 werkdagen van 7 uur of in-4% werkdag van 8 uur. De lengte van de vakanties zal toenemen tot mogelijk min. 20 werkdagen voor ieder, dat betekent in feite min. 4 a 5 weken. Gaat men ook uit van 1 auto voor ieder gezin, betere en meer autowegen, snellere snel treinen en een veel intenser luchtvaartnet dan betekent dit, dat het gemiddelde Nederlandse gezin veel mobieler wordt (ook door kleinere gezinnen, meer kennis van het l^nd e.d.). Zowel de ontwikkeling van de dagrecreatie fn zones van max. 30 a 50 km en van de week endrecreatie in zones van max. 150 a 200 km rondom de grote woongebieden zullen grote vluchten gaan nemen. 30 a 40 van de "stede lingen recreëren buiten de woonkern, waarvan 2/.i deel de „natuur" intrekt. Zullen 10 of meer van de stedelingen hele weekends weg trekken nu de statische vorm van tenten, cara vans en kruisers nog steeds toeneemt? In 2000 zwermen een 14 miljoen Nederlan ders in de durkste vakantiemaanden één of tweemaal uit voor hun vakantietochten in het buitenland, langs onze kusten, in onze bosrijke streken en op onze steeds aantrekkelijker wor dende wateren. Ook komt een toenemend aan tal buitenlanders in weekends en vakanties naar vooral onze kusten en grote steden. Bij betere verbindingen over de Schelde-armen en het Kanaal zal dit met name in Zeeland nog sterker voelbaar worden. Binnen een straal van 100 km rondom de Kop van Schouwen wonen in 2000 zeker 11 miljoen mensen! Voor 2000 wordt geschat dat ongeveer 1 mil joen recreanten op een zomerse zondag in het Deltagebied zich zullen recreëren. Ze doen dat voornamelijk langs de kust, welke dan als ge volg van de Deltawerken nog verrijkt is met nieuwe opgewassen stranden voor de dammen. Landinwaarts concentreren ze zich voorname- „lijk in of bij de aantrekkelijke woonkernen, langs de noordwestoever van de Grevelingen of langs Veerse Meer en Krabbekreek. Voor het Deltagebied werkte prof. Maas deze gegevens nog verder uit, waarbij hij tot de con clusie kwam, dat een goed verzorgd landschap een bron is voor welvaart en welzijn. Recreatie zag hij niet als een zaak die als franje van de samen leving moet worden gezien, maar als een belang rijk onderdeel van een nieuwe levensstijl. Om deze recreatie tot ontwikkeling te brengen is bestuur lijke samenwerking en stimulering van het parti culier initiatief gewenst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 8