Vele jaren was het bedrijf koploper bij de Vee
verbetering en na de 2e wereldoorlog stond de
mechanisatie sterk op de voorgrond. Als er een
landelijke demonstratie in de W.P. wordt georgani
seerd zijn we als standsorganisatie er altijd een
beelje trots op, dat dit gebeuren steeds weer in onze
kring kan plaatsvinden.
Alleen insiders weten dat het houden van een
dergelijke demonstratie voor het organiserende be
drijf veel voorbereiding en aanpassing vraagt en
van de direktie veel tijd eist. De buitenstaander
vindt dit alles maar van zelfsprekend! Accoord!
Maar we willen dan toch nog even opmerken dat
„de Wilhelminapolder" geen staatsbedrijf is, maar
een zuiver commercieel beleid bedrijf.
DEDEN te meer om als kleinere bedrijfsgenoten
de grotere boer eens in 't zonnetje te zetten!
Sinds de oprichting is de Koninklijke Maatschap de
„Wilhelminapolder" bestuurd door de volgende di-
rekteuren:
G. J. van den Bosch 1813-1836
I. G. J. van den Bosch 1839-1864
G. J. van den Bosch 1864-1894
H. A. Hanken 1894-1936
A. Minderhoud 1936-1957
Ir. 9. Minderhoud 1957
Eigendom 1650 ha, Exploitatie 1378 ha, waar
van:
1200 ha Bouwland 50 ha Weiland
101 ha Fruitteelt 27 ha Bos
Het bouwplan voor 1968 omvat:
334 ha Wintertarwe 4 ha Haver
38 ha Zomertarwe 69 ha Erwten
144 ha Gerst
129 ha Lucerne
254 ha Suikerbieten
104 ha Aardappels
47 ha Karwij
74 ha Graszaadteelt
13 ha Verhuurd aan Land-
bouwproefbedrij f
Zeeland
17 ha Verbuurd aan Zee-
lands Proeftuin
DE KRING WEST ZUID-BEVELAND
Het werkgebied van onze kring omvat het gebied
bewesten het kanaal door Zuid-Beveland, behalve
de gemeenten Wemeldinge en Kapelle-Biezelinge.
Het gehele gebied beslaat een oppervlakte van circa
24.000 ha. Een deel hiervan wordt ingenomen door
woonkernen, wegen, dijken en waterlopen, zodat er
voor landbouwgebruik 20.000 ha overblijft, geogra
fisch verdeeld over 110 polders.
Sinds 1 jan. 1959 zijn al deze polders, gelijk met
het Oost Zuid-Bevelandse gebied, verenigd in één
Waterschap.
HISTORISCH
Het tegenwoordige West Zuid-Beveland is samen
gesteld uit een aantal eilanden, waarvan als voor
naamste en oudste genoemd moeten worden: Suth-
beveland, Wolfaartsdike en Borssele. Omstreeks het
jaar 1000 werden deze eilanden reeds in geschriften
genoemd. Onder de alleroudste bedijkingen in West
Zuid-Beveland kunnen worden gerekend het ooste
lijk deel van de polders Baarland, Ellewoutsdijk en
Hoedekenskerke, bedijkt tussen 1200 en 1300.