Overigens: een bedrijf van 55 hectaren met een man bezetten vindt Schippers toch wel wat aan de krappe kant. Daarom heeft hij zijn toevlucht genomen tot de steeds meer In zwang geraakte samenwerkingsvormen. Een aardappel- en een bietenrooicombinatie, om maar wat te noemen. Hij zegt: „Je kunt dan allerlei vernieu wingen beter opvangen. Vooral het transportprobleem van de produkten wordt voor de individuele landbouwer steeds groter. Dat kun je niet meer alleen af." Vraag: „Kan de van oudsher zeer individueel ingestel de Nederlandse boer zich in de toekomst wel vinden in samenwerkingsvormen?" Schippers: „Hij brengt het wel op. Trouwens, hij moet well" VOORDAT deze Kamperlandse landbouwer zich op het bedrijf aan de Molenweg vestigde heeft hij de middelbare landbouwschool doorlopen en wat In het buitenland rondgezworven, de Verenigde Staten, Engeland. Ook daar heeft hij ontdekt dat er voor de land bouwer meer is dan alleen maar mechaniseren, bedrijf vergroten of intensiveren. Hij heeft er gezien dat bijvoor beeld landbouw en recreatie elkaar goed verdragen. En hij heeft er nu zelf een achteraf geslaagd experi ment mee genomen. Niet dat hij het onmiddellijk iedereen zou willen aanbevelen, „Het Is hard werken. Drie maan den op een Jaar ben je dag en nacht bezig. Je moet af en toe een schaap met vijf poten zijn. Je moet wat fan tasie hebben en vooral leren met mensen om te gaan. Mensen, die een paar weken louter voor hun genoegen bij jouw op de camping zitten." Op het ogenblik exploiteert Schippers zijn camping „De Molenhoek" niet zelf. Hij heeft die verpacht. Maar aanleg, uitbreiding, verdere verzorging en onderhoud neemt hij wel voor eigen rekening. Daarover zegt hij: „Het is verbazend, hoe goed je hierbij je eigen landbouw- materiaal kunt Inzetten." TWEE jaar heeft hij zelf alles wat er op de camping te doen was gedaan. „Het was een reuze interes sante zaak. En dat vind ik nog. Wat een gok leek werd een tref. Het is heel anders uitgepakt dan ik had durven hopen en velen hebben gedacht." Eerder in ons gesprek had Schippers zich laten ontvallen dat hij zich overigens nog altijd in hart en nieren boer voelt. Maar als hij ons een uur later uitlaat voegt hij daar aan toe: „Misschien stap ik ook nog wel eens helemaal uit mijn gebouwen, ga ik ergens anders wonen en stap Ik helemaal over op de recreatie." Wat was het begin van alles ook weer geweest? O ja, een grill

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 67