Ze werden gewoon op de wagen aan de mee
stoot afgeleverd, een beetje netjes weggetast.
Ik dacht dat het schoonhouden gewoon door
wieden gebeurde, maar wel gebruikte men ook
een zgn. meedekploeg voor het overploegen,
zoals bij karwij.
Vraag: Hoe ging het met de suikerbieten?
Op het bedrijf van ruim 50 ha, waarvan een
kwart weiland, waren aanvankelijk zo'n 5 ha
suikerbieten. Ze werden gezaaid tussen 15 april
en 10 mei met een apart zaaimachientje van
de fabriek van 5 rijen op 1,75 meter; een soort
koffiemolen met riempjes en 2 handvaten van
achter. Ze kregen super, chili en maar weinig
kali. Ze werden op 't haventje Strijenham ge
leverd aan de Bond. Ikzelf ben later aandeel
houder van de Zeeland geworden en daarna
onmiddellijk van Dinteloord, waar ik ondanks
de strop van de Zeeland alleen maar goed mee
ben geweest.
Vraag: Hoe was de overgang naar de zaaimachine?
Ik heb zelf als jongen nog tarwe met de hand
gezaaid. Die werd dan ingeslecht. Een zaaima
chine werd gehuurd. Later had vader er portie
in, samen met een winkelier van 't dorp die
ook land had.
Vraag: En hoe was het met dorsen?
Er werd eerst de hele winter met de vluier
(vlegel) gedorst. 3 a 4 man waren daar van
na de bieten tot soms in mei mee bezig. In
1914 is er voor 't eerst met een dorsmachine
met een motor gedorsen, van Jan Zandee uit
de Johanna Mariapolder. Tussenin echter dors
ten we met een zgn. rechtstrooier aangedreven
door een rosmolen met een tussenbeweging.
De ros stond immers buiten de schuur en de
overbrengingsstang moest tussen twee vakken
door naar de lange vloer lopen. We dorsten
met vijf man. Mijn jongere broer bij de ros
molen met drie paarden; ikzelf stak in en nog
drie arbeiders voor 't aansmakken, opbinden
enz. De paarden hadden 't machtig zwaar en
mijn broer maakte er terecht wel eens zonde
van. We hadden ook altijd 2 ha wintergerst,
die ging onderin de schuur en werd dus ook
het laatst gedorsen. Daar zaten nooit muizen
in!
Het graan ging naar de zolder van het woon-
tiuis. Als 't graan goed was werd er vaak 3 da
gen per week gedorsen en drie dagen schoon
gemaakt over de windmolen. 20 mud per dag,
dat was 60 mud graan per week, kon er dan
gedaan worden. De rosmolen is heel lang ge
bruikt voor het snijden van kort voer voor de
paarden. Het liefst gebruikten we dan haver-
stro en versgemaaide klaver door elkaar.
Vraag: Dat weet ik ook nog (ik had wat een hekel
aan het rospaarden mennenomdat ik niet op de
boom mocht zitten), maar hoeveel paarden waren
er destijds op 't bedrijf en hoeveel koeien?
Maximaal 7 paarden en minimaal 5. Als er
een goede tweejarige was, werd een ander
paard dat men 't liefste kwijt wilde b.v. ver
kocht. ƒ400,- k ƒ500,- was mooi. Een koe
ƒ200,-. Koeien waren er 8. Op 't dorp zelf
was een boterfabriekje van A. Bogaard. Ik
heb er vaak de bussen moeten brengen. 3
cent voor deliter was een beste prijs, aldus
Bogaard. Daarvoor en na die tijd werd er
ook zelf gekarnd met een karnmolen in de
bijkeukenn met een paard er voor. De karn
ton zelf stond in de bakkeet, tevens woon-
en eetkeuken.
Vraag: Hebt U nog guano zien gebruiken?
Nauwelijks; dat werd geloof ik meest voor
aardappelen gebruikt.
Vraag: Tholen was zo vroeg bekend om zijn aard-
appelen. Hoeveel waren er in die tijd?
4 ha, 10 gemeten! 't Waren Zeeuwse blauwe,
hoewel het ook al begon met Eigenheimers. Een
opbrengst van 100 mud/gemeten was niet slecht,
125 mud goed en een M mud van de roe zeer
goed. Vergeet niet dat ze laat werden gezet, in
verband met de minder goede ontwatering nog
en dat meivnog niet wist van voorkiemen.
Vraag: Hoe was het met de aardappelziekte?
Ik meen dat het in 1905 was dat de aardappe
len niet groter werden dan poters; met Sint
ny www™ -w mam
De meekrap!eelt.
li